Als de opgaande zon zijn licht door het raam op de achtste verdieping laat schijnen, neem ik mijn die nacht bedachte plan nog eens door.
Waterdicht is het niet, maar ik zal het ermee moeten doen.
Het plan is simpel van opzet – en ze zeggen dat hoe simpeler het plan, hoe meer kans van slagen het heeft – dus daar hoop ik dan maar op. Volgens het plan moet ik deze hele dag wachten en 's nachts toeslaan. Vannacht heb ik geen oog dicht gedaan, en daarom weet ik ook hoe diep iedereen 's nachts slaapt. Gustav is by far degene die het diepst slaapt. Jasper slaapt het lichtst en wordt af en toe wakker om naar de wc te gaan. Jaap is nog lang wakker geweest om mij in de gaten te houden, maar uiteindelijk is ook hij in slaap gevallen op de bank.
Kortom, ik maak de meeste kans om Gustavs telefoon te pakken te krijgen.
Er zijn in het appartement twee slaapkamers; één van Jasper en één van Gustav. Jaap sliep in ieder geval afgelopen nacht op de bank. Ik heb de logische conclusie getrokken dat ze wel zullen afwisselen wie mij in de gaten houdt en op de bank slaapt. En komende nacht zal dat dus óf Jasper óf Gustav zijn. Hoewel geen van beide me erg aanstaat, hoop ik toch dat het Gustav is. Als hij dan ziet dat ik slaap, valt hij zelf dan misschien ook wel in slaap en kan ik zijn telefoon pakken.
En dat omvat eigenlijk mijn hele plan wel.
Wat ik tegen Shawn ga zeggen, weet ik nog niet, maar ik heb ook nog een hele dag om dat te bedenken.
Ik sta op van de bank en loop naar het raam toe om te kijken naar de zonsopgang. Het raam ligt precies op het oosten, dus ik kan de roodoranje gloed die de opkomende zon veroorzaakt goed zien. Het zal zo ongeveer rond een uur of zes zijn. Ik vraag me af wat Shawn op dit moment doet, of hij slaapt en waar hij is. Bij mij thuis? In mijn bed?
Ik denk het niet, maar het idee...
'Je bent al wakker?' hoor ik plotseling een schorre stem achter me vragen – een stem die ik nog steeds uit duizenden herken. Snel draai ik me om. Jasper staat in de deuropening van zijn slaapkamer. Zijn blonde haar zit in de war en zijn ogen zijn dik van de slaap. Hij heeft geen T-shirt aan en ik staar geschokt naar zijn borstkas, waarvan ik de ribben bijna kan tellen. Hoe komt het dat hij zo erg is afgevallen?
Ik kijk hem aan, in zijn doffe blauwe ogen, en knik kort. Bijna vertel ik hem dat ik de hele nacht wakker heb gelegen, maar dan besluit ik dat toch maar niet te doen. Dat hoeft hij niet te weten.
Hij verplaatst zijn blik naar Jaap, en automatisch volg ik zijn blik. De man ligt languit op de bank en er komt een ronkend gesnurk uit zijn keel. Ik ben inmiddels gewend geraakt aan het geluid gedurende de nacht, maar je zou je zomaar afvragen of de buren het niet kunnen horen. In het onwaarschijnlijke geval dat er hier buren zijn, in dit verlaten en vervallen flatgebouw.
'Jij bent ook al wakker?' Het is een vraag maar het komt eruit als een veronderstelling. Hij verwaardigt zich er niet over antwoord te geven. Hij leunt tegen de deurpost en staart naar een punt ergens naast mijn hoofd. Er valt een ongemakkelijke stilte. Uiteindelijk doorbreek ik de stilte met een vraag die sinds mijn laatste, onderbroken conversatie met Gustav door mijn hoofd spookt. 'Waarom drink je niet meer?'
Nu kijkt hij me wel recht aan, ook al is het maar voor een halve seconde. Even zie ik een groot verdriet in zijn ogen. Héél eventjes zie ik het onzichtbare masker dat hij zo stevig voor zijn gezicht houdt naar beneden zakken en de echte Jasper tevoorschijn komen. Het is maar eventjes, en toch geeft het me een soort hoop, een gevoel alsof het nog niet te laat is.
Maar dan staan zijn ogen weer leeg en uitdrukkingloos – of is dat hetzelfde?
'Ik-' Hij hapert even. Dan schudt hij wild met zijn hoofd, alsof hij onzichtbare muggen wil verjagen. Hij kijkt me plotseling geïrriteerd aan. 'Waarom zou ik je dat vertellen? Geef me één goede reden.'
JE LEEST
Hope ft. Shawn Mendes
Fanfictie~ stukje uit hoofdstuk 61 ~ 'Ik geef je tien seconden,' huilt hij. Mijn hart wordt verscheurd. 'Na tien seconden gaat hij eraan.' Mijn ogen schieten naar Shawn. Hij heeft geen woord kunnen verstaan van alles wat er gezegd is, maar zijn gevoel liegt...