Hoofdstuk 3

460 19 21
                                    

Het geluid van een telefoon wekt Evert. Als hij richting het nachtkastje kijkt, ziet hij dat het pas half tien is, en – nog erger – dat het zijn telefoon is die geluid maakt. "Dat méén je niet." Kreunt hij slaperig. Het is zaterdagochtend en er was – door het eindigen van Isabels nachtdiensten – eindelijk de kans om goed te slapen, maar die hoop is met dit telefoontje de grond in geboord. "Neem op." Mompelt Isabel naast hem. Met tegenzin reikt hij naar zijn telefoon. Zonder te kijken wie er belt neemt hij op. "Evert." Bromt hij als groet. "Oké, Evert. Je moet nú naar het bureau komen. Liselotte en ik hebben iets ontdekt, Bram is ook onderweg." Milou klinkt klaarwakker, wakkerder dan Evert zich voor kan stellen op een zaterdagochtend. Evert zucht als hij overeind komt. "Ik kom eraan," zegt hij, "geef me een halfuurtje. Of drie kwartier." Dat ligt eraan hoe veel tijd hij nodig heeft om wakker te worden onder de douche. "Prima," vindt Milou, "zie je zo dan."

Als Evert de dekens van zich afgooit, voelt hij een warme hand op zijn rug, die zijn shirt stevig vastgrijpt. "Blijf... We hadden een ochtend samen." Klaagt Isabel vermoeid. Hij pakt haar pols vast, en wacht tot ze zijn shirt loslaat. Dan draait hij zich naar haar om. "Sorry, lieverd..." Hij geeft een zachte kus op haar hand. "Ik moet gaan... Plicht roept." Hij leunt over haar heen en geeft haar een snelle kus. "Slaap jij maar lekker verder, geniet van die hele waardevolle tijd." Hij glimlacht zwakjes naar haar, en gaat dan richting de badkamer.

Om een paar minuten over tien komt Evert aan op het bureau. Bram ziet er net zo slaperig uit als hij, Liselotte en Milou lijken klaarwakker, en kijken hem ongeduldig aan. "En dan zeggen mannen dat het bij vrouwen lang duurt voor ze klaar zijn." Mompelt Milou. Evert fronst, maar besluit de opmerking te laten voor wat het is. Hij zet koffie, en kijkt zijn teamgenoten dan vragend aan. "Wat hebben jullie ontdekt?" Vraagt hij ze. Milou glimlacht en pakt een stapeltje papieren en foto's van haar bureau. "Oké, kijk," ze gaat voor de glazen wand staan, en plakt een aantal papieren naast elkaar op. Samen vormen de afbeeldingen een grote kaart, van een gebied net buiten de stad. Ze pakt een rode stift, en zet een kruis op de kaart. "Hier hebben we Mirjam de Waal gevonden, weten jullie nog?" Ze kijkt haar collega's vragend aan.

Evert en Bram knikken. Zeker Evert kan het zich nog goed herinneren. De verlaten boerderij, 's ochtends vroeg nadat hij de avond daarvoor dat gekke telefoontje had gehad, de smalle, blonde vrouw met doorgesneden keel op het bed, en daarna zijn val van de trap. "Mirjam de Waal was de derde vrouw toch?" Milou knikt. "Ze is de enige van wie we het lichaam hebben gevonden." Ze kijkt naar Liselotte, die ook richting de glazen wand komt. "Toen Milou dit bedacht, heb ik het gebied waar ze allemaal wel eens hardliepen of wandelden er ook weer bij gepakt." Ze krijgt de rode stift van Milou, en markeert een groot gebied op de kaart. "Dit is het betreffende gebied." Evert fronst. "Die boerderij lag daar echt tegenaan." Merkt hij op. Liselotte knikt, en pakt dan een zwarte stift. Ze zet een heel dun streepje op de kaart. "Hier loopt een heel smal paadje, vanaf het pad direct naar het weiland dat aan de boerderij grenst." Everts ogen worden groot. "Zijn er nog meer van dat soort paadjes?" Vraagt hij zich direct af. Milou glimlacht breed. "Dat heb ik uitgezocht," ze neemt de stift van Liselotte over, "en er zijn er nog twee, beiden leiden naar boerderijen." Ze zet twee streepjes op de kaart. "Die ene is bewoond, gezinnetje, twee kinderen." Bram kijkt naar de kaart. "Dus dan moeten we naar die andere!"

Twee uur later hebben de rechercheurs een plan, én toestemming van Van Zijverden, en zijn ze op weg naar de boerderij. Als ze bij de boerderij aankomen, heeft Evert heel erg het idee dat hij in een flashback is beland. Het is nu weliswaar licht, ook deze boerderij heeft een verlaten uitstraling. De deur zit niet op slot, en even later staan de rechercheurs in de hal. Ze blijven bij elkaar, dat is de afspraak. Als ze hier echt hun dader gaan vinden, weten ze niet hoe gevaarlijk hij is, en ze kunnen het risico niet lopen dat hij gewapend is. Beneden is alles leeg, en ze horen ook boven niks. Toch blijven ze alert. Met getrokken wapens lopen ze de trap op. Net zoals de boerderij een jaar geleden, heeft ook deze drie deuren op de bovenverdieping. De eerste twee kamers zijn leeg, als ze de derde kamer binnengaan verstijven ze. Er staat een bed in de hoek, en op het bed ligt een dunne, blonde vrouw.

Een Nieuw BeginWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu