Nog geen tien minuten later staan Bram, Liselotte en Evert op de intensive care, in Fenna's kamer. Ze ligt in een bed, met gesloten ogen en een lijkbleek gezicht. Verschillende draadjes lopen van haar lichaam naar een aantal monitoren. In haar linkerhand zit een infuus, waarin de inhoud van een zak met doorzichtige vloeistof uitkomt. Even staat Evert stil naar haar te kijken. Hij weet rationeel wel dat het nog te vroeg is om opgelucht te zijn, dat er nog veel kan gebeuren – veel mis kan gaan, maar het is Fenna in dat bed, het is echt Fenna, en hij kan niet anders dan opgelucht zijn dat ze er is; dat hij haar kan zien en kan aanraken.
Na een tijdje laat Evert zich zakken in een stoel naast Fenna's bed, aan haar linkerkant. Hij pakt haar hand vast, heel voorzichtig – om het infuus niet te beschadigen of eruit te trekken. Hij geeft een heel zacht kneepje in haar hand, en kijkt aandachtig naar haar gezicht. Ze moet wakker worden, het liefst zo snel mogelijk. Hij kijkt even naar Bram en Liselotte, die aan de andere kant van Fenna's bed zijn gaan zitten. Liselotte vangt zijn blik. "Nina zei dat het wel even kan duren voor ze wakker wordt, hè?" Zegt ze zachtjes. Evert knikt, zijn blik alweer op Fenna's gezicht gericht. Voorlopig ligt ze nog bewegingsloos, en door haar bleke huid en ingevallen gezicht ziet ze er heel slecht uit.
Het is een halfuur later als Fenna langzaam een paar keer met haar ogen knippert. Versuft kijkt ze de kamer rond. Haar blik gaat over Bram en Liselotte heen, en blijft hangen bij Evert. "Hey," mompelt ze. Hij voelt de opluchting door zijn lijf trekken op het moment dat hij in haar bruine ogen kijkt. "Hey Fen," hij glimlacht zwakjes naar haar. "Hoe voel je je?" Ze antwoordt niet gelijk, ze moet nadenken over zijn vraag, ze weet het echt niet. Haar brein is traag, maar wat ze wel weet is dat alles pijn doet. "Duf," mompelt ze uiteindelijk, "en pijn." Evert knikt en kijkt naar haar. "Waar?" Vraagt hij zacht. Ze kijkt hem aan. "Ik weet het niet..." Fluistert ze. Ze is uitgeput, haar ogen vallen bijna weer dicht.
Liselotte legt haar hand op Fenna's arm. "Ben je moe, Fen?" Vraagt ze zacht. De blondine knikt zwakjes, en Liselotte glimlacht naar haar. "Zullen wij je dan weer met rust laten?" Stelt ze voor. Fenna schudt haar hoofd, maar doordat ze een hele vermoeide indruk maakt is ze niet heel geloofwaardig. Bram staat op, en geeft een zacht klopje op Fenna's been. "We zijn morgen weer terug. Slaap lekker, Fen." Hij glimlacht naar haar. Zij krijgt het ook voor elkaar om een klein glimlachje op haar gezicht te toveren, voor haar ogen dichtvallen. Bram en Liselotte verlaten de kamer, en Evert laat langzaam haar hand los. Op het moment dat hij loslaat, opent zij haar ogen weer. "Niet weggaan." Haar stem is niet meer dan gefluister, meer kan ze op dit moment niet opbrengen. Evert pakt haar hand gelijk weer vast. "Oké, is goed, Fen... Ik blijf hier, zo lang jij wil." Stelt hij haar gerust.
Het is even stil, Fenna heeft haar ogen weer gesloten. Evert blijft naast haar zitten en wrijft zacht over haar hand. Na een paar minuten opent ze haar ogen. "Kom je bij me liggen?" Vraagt ze hem heel zacht. Ze heeft hem gemist de afgelopen anderhalf jaar, en elke dag heeft ze gefantaseerd over het moment dat ze elkaar weer zouden zien. Dit is niet helemaal het scenario dat ze in haar hoofd had, maar als ze nu even tegen hem aan zou kunnen kruipen, zou het al heel veel goedmaken. Ze ziet Evert twijfelen, en kijkt hem smekend aan. "Alsjeblieft?" Ze heeft hem nodig nu, maar durft dat niet hardop te zeggen. Als hij in haar bruine ogen kijkt, kan hij niet meer weigeren. Hij staat op, en kruipt dan heel voorzichtig naast Fenna in het bed. Haar gezicht vertrekt van pijn, maar als ze haar hoofd tegen zijn schouder legt en haar ogen sluit voelt ze zich eindelijk ontspannen.
Met Fenna slapend tegen hem aan, voelt Evert zich eventjes heel goed. Hij strijkt zacht door haar blonde haren, en geniet van haar lichaam tegen het zijne aan. Het is rustig in de kamer, tot Isabel binnenkomt. Zodra Evert haar ziet, draait hij zo voorzichtig mogelijk naar haar toe. "Ies... Isabel, we moeten praten... Hierover." Hij moet dit netjes oplossen, hij wil Isabel geen pijn doen. Ze legt haar hand op zijn schouder. "Maak je geen zorgen, ik snap het." Fluistert ze. Hij bijt op zijn lip. "Laten we praten, Ies... Morgen?" Ze wrijft over zijn arm en knikt dan. "Prima. Maar focus nu op haar." Ze knikt naar Fenna. Evert glimlacht zwakjes. "Zal ik doen." Belooft hij.
JE LEEST
Een Nieuw Begin
Fanfiction[Vervolg op 'Opoffering'] Nieuw begin, schone lei. Een wereld van mogelijkheden. Maar wat voor avontuur je ook start, je bent nog steeds jezelf. Je brengt jezelf mee in elk nieuw begin. Dus hoe anders kan het zijn?