Drie uur gewerkt, toen bracht Evert haar weer naar huis. Fenna was helemaal kapot, het had ontzettend veel van haar gevraagd om weer terug op het bureau te zijn. Maar ze was wel trots, want ze had het gedaan. Ze was naar het bureau gegaan, ze had gewerkt, en ze had het drie uur lang volgehouden. De tweede en derde keer verlopen vergelijkbaar. Ze doet het, maar het kost moeite. Het is goed dat ze maar twee keer in de week gaat, meer zou ze nu echt nog niet aankunnen.
De vierde keer dat Fenna weer aan het werk gaat, is een maandagmiddag. Ze had vanochtend uitgeslapen, en toen had Evert haar opgehaald. Weer voelt ze die spanning op weg naar het bureau, gecombineerd met de neiging om Evert te vragen de auto om te draaien en haar terug naar huis te brengen. Ze onderdrukt het, zoals ze tot nu toe elke keer gedaan heeft. Peter heeft gezegd dat werken waarschijnlijk uiteindelijk goed zal zijn voor haar, en ze vertrouwt hem. Daarom onderdrukt ze alle negatieve gevoelens en spanning die ze heeft. Ze luistert met een half oor naar Evert, die haar vertelt waar ze vanochtend op het bureau mee bezig zijn geweest.
Twee uur later is het team aan het brainstormen over de moordzaak waar ze mee bezig zijn. Evert houdt Fenna met een schuin oog in de gaten, ze is behoorlijk stil, maar haar gezicht staat neutraal dus hij maakt zich geen ernstige zorgen. Als ze ziet dat Evert naar haar kijkt geeft ze hem een geruststellend glimlachje. Hij richt zijn aandacht dan weer op Liselotte, die de feiten op een rijtje aan het zetten is. Ze schrijft steekwoorden die belangrijk zijn op de glazen wand, naast de foto's die er al hangen. De woorden worden echter steeds vager als de markeerstift leeg begint te raken. Liselotte vloekt binnensmonds als ze zich realiseert dat er vrijwel niks meer leesbaar is inmiddels. "Ben zo terug, even een nieuwe halen." Zegt ze tegen haar collega's, terwijl ze al op het punt staat te vertrekken. "Wacht," Fenna duwt zichzelf overeind, "ik ga wel, moet m'n knie in beweging houden van de fysio." Met een verbeten glimlachje op haar gezicht loopt ze richting de voorraadkast.
Terwijl Bram, Liselotte en Evert wachten op Fenna, komt er een melding op Brams laptop binnen. Hij opent het mailtje – dat de melding veroorzaakte – en leest het bericht snel door. "Het stuk grond waar ze is gevonden..." Hij gebaart naar de foto op het bord. "Ik weet eindelijk wie het beheert." Hij kijkt naar Evert. "Gaan we erheen?" Evert aarzelt, en kijkt naar Liselotte. "Kunnen jullie niet samen?" Stelt hij voor. Hij laat Fenna liever niet alleen hier, hij wil een beetje op haar kunnen letten. Liselotte haalt haar schouders op, Bram knikt. "Let's go dan." Hij grijnst naar zijn vriendin.
Als Bram en Liselotte vertrokken zijn, realiseert Evert zich dat Fenna wel heel lang wegblijft. Na een blik op de klok en een snelle rekensom weet hij dat ze al twaalf minuten weg is, terwijl de voorraadkast nog geen twintig meter verderop zit. Fenna loopt nog niet snel, maar dit duurt zelfs voor haar doen heel erg lang. Ongerust staat hij op, en loopt hij ook richting de voorraadkast. Hij ziet haar nergens, en opent dan langzaam de deur. In de kleine ruimte brandt geen lamp, maar omdat er licht door de deuropening valt, kan Evert Fenna's silhouet in de hoek onderscheiden. Ze staat met haar rug naar hem toe, al haar gewicht op haar rechterbeen. Met haar linkeronderarm leunt ze tegen de muur, haar voorhoofd rust tegen haar arm. Evert doet het licht aan, en ziet dan dat haar ademhaling gejaagd is, en dat ze staat te trillen op haar benen.
"Lieverd?" Evert benadert Fenna heel voorzichtig. Ze reageert niet op hem, zelfs niet als hij zijn hand op haar schouder legt. "Fen?" Evert laat zijn hand over haar arm naar beneden glijden, tot zijn hand op de hare rust. Met een snelle beweging pakt ze zijn hand vast. Ze knijpt erin, terwijl het trillen van haar lijf langzaam overgaat in schokken, van geluidloos snikken. Evert omhelst haar van achteren, met zijn ene hand – die Fenna nog steeds vastheeft – op haar heup, en zijn andere arm om haar schouders. Ze leunt naar achteren, tegen hem aan. Het geluidloze snikken gaat over in wanhopig huilen, met lange uithalen. Evert grijpt haar iets steviger vast. Ineens zakt ze door haar benen. Hij laat haar langzaam naar de grond zakken, terwijl hij zijn armen om haar heen houdt. "Oh liefje," mompelt hij, terwijl hij haar smalle lichaam heel stevig vasthoudt, "huil maar, het komt goed..." Meer weet hij nu ook niet te zeggen, haar wanhoop en verdriet lijken op dit moment zo groot dat woorden geen verschil meer kunnen maken.
![](https://img.wattpad.com/cover/133627906-288-k642214.jpg)
JE LEEST
Een Nieuw Begin
Fanfiction[Vervolg op 'Opoffering'] Nieuw begin, schone lei. Een wereld van mogelijkheden. Maar wat voor avontuur je ook start, je bent nog steeds jezelf. Je brengt jezelf mee in elk nieuw begin. Dus hoe anders kan het zijn?