Hoofdstuk 4

434 17 8
                                    

Evert laat zijn wapen zakken als hij de vrouw ziet. Heel langzaam zet hij een stap in haar richting. Ze ligt met haar rug naar de rechercheurs toe, en hij is bang voor een herhaling van het scenario van een jaar geleden, toen hij de vrouw omdraaide en haar doorgesneden keel zag. Hij kijkt aarzelend om naar zijn collega's, en dan weer naar de vrouw. Opgelucht blaast hij zijn adem uit als hij haar ziet bewegen. Ze duwt zichzelf met haar linkerarm overeind, en draait zich dan langzaam om. Als Evert haar gezicht ziet, valt zijn wapen met een klap uit zijn hand. Verstijfd kijkt hij haar aan.  Zij komt van het bed af, en zet dan wankelend een paar stappen naar hem toe. Ze loopt mank, haar rechterbeen lijkt haar gewicht nauwelijks te kunnen dragen. "Evert?" Haar stem klinkt schor, en tranen stromen over haar wangen. Zo snel mogelijk overbrugt hij de resterende afstand tussen hen.

"Fen... Fenna." Zodra Evert dichtbij genoeg is, slaat hij zijn armen om haar heen. Hij houdt haar stevig vast, en wrijft zacht over haar rug. "Fen... Je-je... Je bent hier... Je leeft nog." Mompelt hij geschokt. Ze slaat haar linkerarm om hem heen, en houdt zich aan hem vast. Er komt geen geluid uit haar mond, maar Evert voelt haar lichaam schokken van het huilen. Hij houdt haar iets van zijn lichaam af, en kijkt naar haar. Ze is lijkbleek, en ontzettend mager. Hij legt zijn hand tegen haar gezicht. "Het is goed nu, Fen," met zijn duim probeert hij haar tranen weg te vegen, "we zijn hier, je bent veilig." Hij kijkt in haar bruine ogen en probeert bemoedigend te glimlachen. "Het komt allemaal goed nu, Fenna."

Fenna knikt, en zakt dan door haar benen. Evert kan haar nog net vangen voor ze hard tegen de vloer klapt. Heel voorzichtig laat hij haar op de grond zakken, dan knielt hij naast haar neer. "Fen? Wat is er?" Geschrokken kijkt hij haar aan. Daarbij valt zijn blik op zijn hand, die hij net tegen haar zij hield. Hij vond haar shirtje al vochtig aanvoelen, maar dit had hij niet verwacht. Zijn hand is rood gekleurd; bloed. "Godverdomme," vloekt hij. Hij pakt de onderrand van Fenna's shirt tussen duim en wijsvinger, en trekt de stof omhoog. Daardoor onthult hij een grote wond, net onder haar ribbenboog aan de linkerkant. "Fuck, fuck, fuck!" Roept hij. Dan draait hij om naar Bram en Milou, die bewegingsloos toekijken. "Bel een ambulance, snel!" Beveelt hij.

Zodra Bram zijn telefoon uit zijn zak haalt, richt Evert zijn aandacht weer op Fenna. "Hé, Fen... Hou vol, oké? Er komt hulp. Het komt goed met je." Hij geeft een zacht kneepje in haar hand, en probeert dan diep adem te halen. Zijn vriendin is een arts, hij weet wat hij moet doen. Met twee handen drukt hij tegen de wond op Fenna's zij. "Au," ze kermt zachtjes. Evert kijkt naar haar. "Fen, Fenna... Kijk me aan. Ik weet dat het pijn doet, sorry daarvoor. Sorry, sorry, sorry. Maar dit moet... Anders verlies je zo veel bloed." Ze kijkt naar hem, en knikt dan. Met haar kaken op elkaar geklemd probeert ze de pijn te verbijten. Ze is licht in haar hoofd, en haar oogleden voelen zwaar.

Heel langzaam vallen Fenna's ogen dicht. Evert ziet het, en vloekt opnieuw hard. Hij laat een hand los van haar wond, en legt die tegen haar gezicht. "Fen, hé, Fenna! Je bent oké. Haal adem. Gewoon ademhalen, Fen. Open je ogen. Kom terug, het is oké. Het is voorbij nu, je bent veilig. Je bent oké. Word wakker. Alsjeblieft, Fenna, word wakker. Niet doen... Niet doen, niet doen. Ik hou van je, Fen. Ik hou zo veel van je, kom terug." Wanhopig kijkt hij naar haar levenloze lichaam. "Fenna! Kom op!" Roept hij uit. Langzaam opent ze haar ogen weer. "Evert... Ik kan niet meer..."

Evert schudt zijn hoofd. "Jawel, Fenna. Dat kan je wel. Je móét het nog even volhouden!" Hij zucht diep. "Je hebt-je hebt, dit... Anderhalf jaar overleefd. Die laatste paar minuten kan je ook nog wel volhouden. Dat kan je, echt." Ze schudt haar hoofd, met tranen in haar ogen. "Ik hou van je," fluistert ze, "zo-zo veel." Ze slikt moeizaam, en even zakken haar ogen weer dicht. Evert schudt zijn hoofd. "Nee, Fenna. Dit is niet het einde. Dat accepteer ik niet." Ze opent haar ogen weer en kijkt hem aan. Hij knikt haar bemoedigend toe. "Hou vol, Fenna. Hou vol." Hij streelt nog steeds over haar wang. "Het is nog een paar minuten, dan komt er hulp. Je moet het gewoon nog eventjes volhouden. Je mag me niet in de steek laten, niet weer." Smekend kijkt hij haar aan. Ze krijgt het nog net voor elkaar om haar mondhoeken iets omhoog te laten krullen. "Komt goed." Mompelt ze zacht.

--------

Deze had gisteren al moeten komen, oepss. Maar mn Wattpad deed gek, en ik vond het wel grappig om jullie nog even in de spanning te houden over of het nou wel of niet Fenna was. En jaaaa, leuk hè?! Is ze toch weer terug, voorlopig 😇🤷🏼‍♀️

Een Nieuw BeginWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu