Hoofdstuk 20

331 17 4
                                    

Tien over drie 's nachts, Isabel was bijna in slaap gevallen als er een alarmsignaal afgaat. Er gaat ergens bij een patiënt iets mis. Ze schiet overeind en sprint door de gang, op weg naar de kamer waar het alarm vandaan komt. Ze vloekt hardop op het moment dat ze zich realiseert welke kamer het is. Ze gooit de deur open, en neemt dan snel de situatie in haar op. Monitoren piepen; hele hoge hartslag en ademhaling. Isabel kijkt naar de vrouw in het bed. Ze is ineengedoken, en lijkt gevangen in een droom. "Nee... Nee, niet doen. Niet doen. Alsjeblieft, ik zal stil zijn." De tranen stromen over haar wangen. Isabel kijkt heel even toe, en komt dan langzaam dichterbij.

De voetstappen dringen door in Fenna's onderbewustzijn. Ze duikt nog verder in elkaar. "Nee... Sorry, sorry. Ik zal... Het spijt me." Met gejaagde ademhaling probeert ze zo ver mogelijk weg te duiken. Isabel blijft stil staan, midden in de kamer. "Fenna... Ik ben Isabel, je arts." Ze weet niet hoe diep Fenna nog droomt, ze hoopt dat haar stem genoeg is om in het onderbewustzijn van de blondine door te dringen. "Fenna, je bent veilig. Je droomt, het is nu goed." Zegt ze zacht. Het enige waar Fenna op reageert is haar naam. "Ik weet het," jammert ze, "ik heb het fout gedaan... maar... niet doen, alsjeblieft, het spijt me zo." Tussen het snikken door hapt ze naar lucht. "Ik zal stil zijn... echt... Ik zal geen geluid meer maken, ik beloof het."

Het enige wat Isabel kan bedenken is alle lichten aan doen. Ze drukt op de lichtknop, terwijl ze haar blik op Fenna gefixeerd houdt. Door het plotselinge licht schiet de blondine overeind, en eigenlijk automatisch komt zo ook uit bed. Haar linkerbeen kan haar gewicht niet dragen, en met een klap komt ze op de grond terecht. Ze schreeuwt, en wordt daar zelf wakker van. Ze realiseert zich dat het geluid uit haar eigen mond komt, maar kan niet bedenken waarom. Pijn, misschien. Maar ze voelt haar hart in haar borstkas bonken en ze moet nog steeds naar lucht happen. Trillend en snikken probeert ze te bedenken wat er is gebeurd, waar ze is.

Heel voorzichtig knielt Isabel voor Fenna neer, die nog steeds in haar eigen wereld lijkt te zijn. "Fenna?" Vraagt ze heel zacht. Gelijk schiet het hoofd van de blondine omhoog. Doodsbang kijkt ze Isabel aan. De brunette opent haar mond om Fenna gerust te stellen, maar voor ze dat kan doen komen er voetstappen de kamer binnen. Weer krimpt Fenna ineen, nog steeds gevangen in de angst van de nachtmerrie. Isabel kijkt de verpleegster – die de kamer is binnengekomen – aan. "Bel Evert Numan, zeg dat Fenna een nachtmerrie heeft gehad en dat hij moet komen." Instrueert ze.

"Fenna?" Isabel wacht tot ze opkijkt. Hun bruine ogen ontmoeten elkaar. Er gaat een flits van herkenning door Fenna heen, maar de angst is te overheersend om te snappen wat er aan de hand is. "Sorry... Sorry," snikt ze nog steeds zacht. Isabel aarzelt. Normaal gebruikt ze lichamelijk contact; een hand op een schouder, en zachte aai over een arm. Nu weet ze dat dat niet kan. Ze moet haar woorden gebruiken. "Fenna... Luister," weer ontmoeten hun bruine ogen elkaar, "je kan me horen, toch?" Vraagt Isabel. Fenna knikt, kort en angstig. "Goed, Fenna, luister. Ik ben Isabel, ik ben je arts. Je bent in het ziekenhuis, je bent veilig. Je bent echt helemaal, honderd procent, veilig. Het komt goed, je had een nachtmerrie, het is niet echt. Evert is onderweg, hij is er zo. Het komt allemaal goed." Zegt ze zachtjes.

Heel langzaam komen Isabels woorden bij Fenna binnen. De paniek verdwijnt, ineens voelt ze zich heel slap. Snikkend zakt ze nog verder in elkaar. "K-komt Evert?" Vraagt ze smekend. Isabel knikt, en legt voorzichtig haar hand op Fenna's schouder. "Hij is onderweg." Zegt ze. "Hij zal er zo zijn, het komt goed." Fenna knikt, meer automatisch dan omdat ze echt snapt wat Isabel zegt. Ze is nog te veel in de war, en ze is te uitgeput om ook maar iets te begrijpen. Ze laat het toe als Isabel heel voorzichtig een arm om haar schouders legt. "Fenna, kan je overeind komen? Dan kan je terug in bed." Vragend kijkt Isabel naar Fenna. De blondine probeert zich iets op te richten, maar ze is zo moe, en alles doet zo'n pijn. "Nee... Nee... Ik kan het niet, sorry... sorry." Snikt ze. Isabel wrijft zacht over haar rug. "Maakt niet uit, Fenna. Neem je tijd... Het komt goed, echt. Alles komt goed."

Een Nieuw BeginWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu