Hoofdstuk 35

298 20 2
                                    

Al vrij snel na thuiskomst valt Fenna in slaap op de bank. Ze was even gaan liggen en kon haar ogen gewoon niet meer openhouden. Evert kijkt haar met een vertederde glimlach op zijn gezicht naar haar. Ze ligt op haar linkerzij, met haar arm onder haar hoofd en haar benen een klein beetje opgekruld. Haar haren vallen over haar gezicht, maar van wat hij kan zien, ziet ze eruit alsof ze diep in slaap is. Hij legt voorzichtig een dekentje over haar heen en laat haar verder lekker liggen. Hij zou wel naast haar willen liggen en haar vast willen houden, maar dan zou ze wakker worden en ze heeft haar rust nu echt nodig.

"Fenna?" Ze knippert vermoeid met haar ogen als ze haar stem hoort. Het licht dat de woonkamer inschijnt is niet zo fel, en op basis daarvan vermoedt ze dat het al laat in de middag is en dat ze behoorlijk lang heeft geslapen. Ze richt haar blik iets opzij, en ziet Evert dan. Hij is naast de bank gehurkt en zit daardoor op ooghoogte met haar. "Hé lieverd," ze glimlacht zwakjes naar hem. Ze rolt op haar zij en strekt haar arm naar hem uit. Ze legt haar hand tegen zijn gezicht en trekt hem wat dichter naar hem toe. Ze kust hem zacht op zijn lippen. Als ze de kus verbreekt, kijkt ze hem aan. "Ik had vanmiddag niet zo boos tegen je moeten doen." Fluistert ze.

Evert glimlacht zwakjes. Het is geen echte verontschuldiging, de woorden 'sorry' of 'het spijt me' kwamen er niet in voor, maar voor Fenna's doen was dit behoorlijk goed. Hij strijkt met zijn vingers over haar wang. "Het is goed, ik snap het wel." Stelt hij haar gerust. "En... Alvast sorry, maar," hij bijt even op zijn lip, "ik heb Bram en Lies toch uitgenodigd om langs te komen zo. Ik weet dat je zei dat je daar geen zin in had maar-" Zijn ratelende uitleg wordt onderbroken door Fenna. "Ik vind het prima." Ze richt zich iets op en haalt haar handen door haar haren. Evert haalt opgelucht adem. "Fijn... Ik dacht dat het misschien juist goed zou zijn ook," legt hij uit, "dat je even met mensen bent, even met iets anders bezig kan zijn."

Everts theorie blijkt juist te zijn. Fenna komt door het gezelschap van Bram en Liselotte even helemaal los. Bram is altijd al in staat om haar te laten lachen, en met een aantal glazen wijn op kan Liselotte er ook wat van. Ze vertelt goede verhalen, maar Fenna kan vooral lachen omdat Liselotte er zelf zo hard om lacht. Ongemerkt wordt het laat. Evert is de enige die ziet dat het al bijna twaalf uur is, maar omdat de rest nog zo vrolijk en ontspannen is besluit hij die kennis voor zich te houden. Iedereen heeft het zich comfortabel gemaakt op de bank, Liselotte met het zoveelste glas wijn in haar hand, Bram in het midden van een goed verhaal, onder invloed van een suikerkick na alle chocola die hij heeft gegeten. Evert zelf zegt niet veel, hij luistert naar Brams actieverhalen, die allemaal net wat heftiger klinken dan hoe het echt was. Fenna is tegen hem aan onderuitgezakt, haar hoofd ligt tegen zijn borst aan. Hij strijkt zachtjes door haar haren, en heeft een arm losjes om haar heen geslagen. Zij houdt zich ook stil, maar Evert voelt aan haar dat ze wel echt ontspannen is.

Midden in een verhaal over een gewapende overval waarbij hij en Evert de daders op heterdaad betrapten, realiseert Bram zich iets. Hij kijkt met grote ogen naar Fenna, die er zonder al het gips een stuk meer uitziet als de Fenna die hij kent. "Hé, jij daar," hij kijkt haar met grote bruine ogen aan, "wanneer kom je weer werken?" Liselotte – die dicht tegen hem aanzit – lacht vrolijk. "Ja, wat een goed plan!" Fenna's spieren spannen zich onwillekeurig, het idee om weer te gaan werken staat haar absoluut niet aan. "Weet ik niet." Antwoordt ze kort. Ze voelt Everts hand op haar schouder, hij heeft de spanning in haar lijf blijkbaar gevoeld. Ze legt haar hand op zijn hand, en knijpt er zacht in. Bram heeft de omgeslagen sfeer absoluut niet door. "Hoezo niet?" Vraagt hij zich hardop af. "Je gips is er weer af, ik dacht dat je eerste vraag aan die therapeut wel zou zijn wanneer je weer mocht werken." Dat zou de Fenna die hij kent gelijk al gevraagd hebben. De Fenna die voor hem zit haalt echter haar schouders op. "Niet gevraagd," mompelt ze. Bram fronst. "Echt niet? Je maakt een grap." Hij is er zeker van, dit meent ze niet. Met pretlichtjes in zijn ogen kijkt hij haar aan. Ze schudt haar hoofd. "Ik heb er gewoon nog even geen zin in, oké?" De toon in haar stem maakt duidelijk dat de discussie nu klaar is. Bram knikt, ietwat geïntimideerd; Fenna die niet wil werken, dat is een verassing voor hem.

Een Nieuw BeginWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu