Hoofdstuk 37

274 18 5
                                    

"Je bent stil, wat zit je dwars?" Fenna's fysiotherapeut – Olivier – kijkt haar aandachtig aan. Met zijn bruine ogen, donkere haren en gespierde lijf maakt hij een intimiderende indruk, maar hij is heel erg zachtaardig, en voelt haar vlekkeloos aan. Fenna haalt haar schouders op en stopt met de oefening waar ze mee bezig was. "Het plan is dat ik weer ga werken." Antwoordt ze toonloos. Olivier kijkt naar haar. "En jij vindt dat geen goed plan?" Vraagt hij haar aarzelend. Weer haalt ze haar schouders op. "Ik zie er best wel tegenop... Ik heb het gevoel dat ik er nog niet klaar voor ben." Ze slikt, haalt diep adem en herpakt zichzelf dan. "Maar dat is niet jouw probleem, daar heb ik m'n psycholoog voor." Ze forceert een klein glimlachje.

Olivier kijkt naar Fenna, die na haar woorden weer door is gegaan met de oefening waar ze mee bezig was. Hij volgt haar beweging een paar seconden, maar blijft het gevoel houden dat het gesprek – dat zij zo abrupt beëindigde – nog niet helemaal ten einde was. "Fenna? Als je er nog niet klaar voor bent moet je het niet doen hè? Als het niet goed voelt-" "Olivier," Fenna onderbreekt hem voor hij zijn zin af kan maken, "dat is niet waar ik het met je over wilde hebben. Ik wilde aan jou vragen of jij denkt dat ik fysiek weer klaar ben om te werken." Haar bruine ogen richten zich op hem, en ze kijkt hem vragend aan.

"Fysiek..." Olivier fronst. "Je bent een heel eind, maar je kan zeker nog geen veldwerk aan." Zegt hij voorzichtig. Fenna knikt snel. "Ja, tuurlijk, dat snap ik," ze glimlacht zwakjes, "maar... bureauwerk?" Ze bijt op haar lip. Olivier kijkt haar aan, met een klein glimlachje rond zijn lippen. "Dat kan je zeker, Fenna. Ik weet dat je aan jezelf twijfelt, maar je arm kan kleine taken als schrijven of typen prima aan. Zo lang je niet met een wapen rond gaat rennen moet werk geen probleem zijn." Vertelt hij haar. Fenna knikt, en wendt haar blik af. Ze had stiekem nog gehoopt dat Olivier zou zeggen dat ze niet zou kunnen werken, dan zou ze een excuus gehad hebben. Nu moet ze wel.

Twee dagen later zitten Fenna en Evert samen te ontbijten. Vandaag gaat Fenna voor het eerst weer werken. Toen ze aan Evert vertelde wat Peter had gezegd, was hij behoorlijk verbaasd geweest. Ze had het hele onderwerp tot dan toe zo veel mogelijk vermeden en nu vond ze het ineens oké om weer te gaan werken. Hij had er geen goed gevoel bij, zeker omdat hij de spanning op haar gezicht kon zien. Hij had herhaaldelijk gevraagd of ze het echt wil, of ze er echt achter staat, maar ze houdt vol dat ze het gewoon gaat doen. Evert accepteert het, maar hij heeft besloten dat hij haar wel heel goed in de gaten gaat houden, en zodra hij het idee krijgt dat ze het niet meer trekt, brengt hij haar gewoon weer naar huis.

"Fen?" Het blonde duo zit in de auto, die Evert net voor het bureau geparkeerd heeft. Fenna heeft de hele rit zwijgend uit het zijraam zitten staren. Alles aan haar straalt spanning uit, van de blik in haar ogen tot haar constant op en neer tikkende linkervoet, de manier waarop ze haar handen samengeknepen heeft en haar gespannen schouders. "Fenna?" Evert vraagt zich af of ze überhaupt meekrijgt dat ze gearriveerd zijn. Ze draait haar hoofd naar hem toe, en kijkt hem aan. "Het gaat wel," beantwoordt ze zijn vraag voor hij hem gesteld heeft, "beetje zenuwachtig, maar komt goed." Ze dwingt zichzelf om te glimlachen. Evert legt zijn hand tegen haar gezicht en wrijft met zijn duim over haar wang. "Zeg je het als je het echt niet trekt?" Vraagt hij haar. Ze knikt, en leunt dan naar hem toe. Ze kust hem zacht. "Komt goed." Fluistert ze.

"Fenna!" Bram springt overeind als hij haar binnen ziet komen. Ze heeft bij het lopen nog steeds haar ene kruk nodig, en het gaat nog zeer traag, maar ze loopt weer en het gaat nu al soepeler dan een week geleden. Zodra ze dichtbij genoeg is, slaat Bram zijn armen om haar heen. "Good to have you back." Glimlacht hij. Fenna houdt zich stevig aan hem vast. Zijn enthousiasme doet iets met haar, en ze begint er een klein beetje in te geloven dat het misschien toch goed is om hier te zijn. Over Brams schouder ziet ze Liselotte, en even later wordt ze opnieuw stevig omhelst. "Oh Fen," de brunette wrijft over Fenna's arm, "eindelijk wordt alles weer een beetje normaal."

—————————

Moordvrouw net jongens... niet oké 🙃

(Privéberichtje sturen als je erover wil praten kan altijd 😊)

Een Nieuw BeginWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu