De volgende ochtend ontwaakt Evert in een bed dat – op hem na – leeg is. Gelijk nemen zorgen zijn vermoeide brein over, en schiet hij overeind in bed. "Fenna?" Roept hij hardop. Als hij geen reactie krijgt, stapt hij uit bed. Hij trekt een shirt aan terwijl hij de trap afloopt, naar de woonkamer. "Fen?" Weer roept hij haar naam. Hij loopt de woonkamer in voor hij reactie krijgt. Eenmaal daar is hij gelijk gerustgesteld. Fenna ligt op de bank, onder een dekentje. Nu hij binnenkomt richt ze zich iets op. "Hey," ze glimlacht zwakjes naar hem. Hij gaat naast haar op de bank zitten. "Wat doe je hier, liefje? Waarom was je niet meer in bed?" Hij strijkt met zijn wijsvinger over haar wang.
Fenna haalt haar schouders op en wrijft even met haar hand over haar gezicht. "Kon niet meer slapen, en wilde jou niet wakker maken." Ze glimlacht vermoeid. Evert wrijft over haar been. "En toen ben je hier maar gaan slapen?" Grinnikt hij. Fenna schudt haar hoofd, "nee..." Mompelt ze, "nee, ik ging dit kijken." Ze gebaart naar de tv, waar de Olympische Spelen aanstaan. Evert grijnst licht. "Je ziet er niet uit alsof je ook maar iets hebt meegekregen van wat hier gebeurt," hij geeft een snelle kus op haar wang, "geef nou maar toe dat je hebt geslapen."
"Nee," protesteert Fenna terwijl ze haar hoofd op zijn schouder legt, "ik heb al heel veel gezien..." Mompelt ze. Evert legt zijn arm om haar middel. "Vertel," fluistert hij, met een plagende toon in zijn stem. Fenna richt zich weer iets op. "Wist je dat het bij curling gebruikelijk is om op te geven als je ver achter staat? Dan geef je de winst gewoon aan je tegenstanders." Ze kijkt naar Evert. "Vond ik gek." Mompelt ze als ze haar hoofd weer laat zakken. Evert kan een lachje niet onderdrukken. "Je hebt echt zitten kijken." Concludeert hij verbaasd. Fenna knikt langzaam. "En skeleton is een hele bizarre sport. Op zo'n sleetje, met je hoofd naar beneden je van zo'n baan storten. Alsof ze dood willen." Mompelt ze nog. Evert lacht zachtjes. "Leuk hè, sport kijken?" Hij geeft een zachte kus op haar hoofd. "Alleen een beetje jammer als het ten koste van slaap gaat."
Een tijdje zitten Evert en Fenna stil tegen elkaar aan. Alles wat er gisteren is gebeurd, wat Fenna heeft verteld, hangt nog in de lucht, maar niet op een nare manier. Het is er gewoon, het is iets wat verwerkt moet worden in de komende tijd. Fenna is ergens diep vanbinnen heel erg opgelucht dat ze het eindelijk heeft verteld, dat ze er nu niet meer alleen voor staat. Tegelijkertijd vindt ze het lastig dat Evert weet wat ze gedaan heeft. Zij is medeplichtig aan de moorden op talloze vrouwen, en ze vindt niet dat hij zomaar kan doen alsof dat oké is. Zelf vindt ze dat in elk geval nog steeds niet.
"Evert?" Na een lange stilte onderbreekt Fenna's stem het commentaar dat uit de tv komt. Evert scheurt zijn blik los van de biatlon, dat hij stiekem toch heel interessant was gaan vinden in het afgelopen halfuur. "Ja, lieverd?" Hij kijkt haar vragend aan. Ze slikt. "Zou je nog steeds van me houden als ik geen rechercheur was?" Vraagt ze dan zacht. Evert fronst. "Hoezo vraag je dat?" Fenna schudt haar hoofd. "Evert? Geef alsjeblieft antwoord op de vraag." Smeekt ze. Hij legt zijn hand tegen haar gezicht. "Natuurlijk, Fen. Ik hou van je en dat zal ik altijd blijven doen, maakt niet uit wat je doet." Stelt hij haar gerust. "Maar waarom wil je dat weten?" Ze wendt haar blik af. "Ik weet gewoon niet of ik het nog kan, Evert." Mompelt ze. "Na alles wat... Wat ik heb gedaan. Het is toch ontzettend hypocriet om dan moordenaars op te gaan pakken, en op te sluiten? Dan zou ik toch zelf ook..." Ze zucht en kijkt Evert dan weer aan. "Dat kan toch niet?"
Het is een tijdje stil. Dan schudt Evert zijn hoofd. "Jij wílde het niet, Fen... Dat is het verschil." Verzekert hij haar. Zij kijkt hem aan, nog steeds niet overtuigd. Hij wrijft met zijn duim over haar wang, hij weet ook niet meer wat hij tegen haar kan zeggen nu. "Fen... Dit moet je met Peter bespreken... Ik weet niet hoe ik je hier echt goed bij kan helpen, sorry, liefje..." Hij bijt op zijn lip. Ze laat haar gezicht tegen zijn hand rusten. "Is goed..." Mompelt ze. "En... Het is goed, alles... Je bent geweldig. Ik had me geen betere vriend kunnen wensen." Ze glimlacht heel zwakjes naar hem. "Ik voel me gewoon klote soms." Evert knikt. Hij drukt een zachte kus op haar voorhoofd. "Het komt goed, lieverd. Uiteindelijk... Of je nou rechercheur blijft of niet... Ik zal altijd van je houden en jij komt hier wel uit. Je bent de sterkste persoon die ik ken." Fluistert hij tegen haar. Ze glimlacht heel zwakjes. "Ik hou van je."
JE LEEST
Een Nieuw Begin
Fanfiction[Vervolg op 'Opoffering'] Nieuw begin, schone lei. Een wereld van mogelijkheden. Maar wat voor avontuur je ook start, je bent nog steeds jezelf. Je brengt jezelf mee in elk nieuw begin. Dus hoe anders kan het zijn?