Hoofdstuk 44

274 19 3
                                    

Fenna kijkt Olivier met onzekere bruine ogen aan. De fysiotherapeut glimlacht naar haar. "Gefeliciteerd, Fenna, ik verklaar bij deze dat je helemaal hersteld bent." Hij knikt haar lachend toe. Ze knijpt haar ogen samen en kijkt hem aandachtig aan. "Echt?" Vraagt ze sceptisch. Olivier kijkt naar haar. "Echt, Fenna," hij glimlacht, "geloof het maar, je hebt hier de afgelopen acht maanden voor gewerkt, en nu is het dan eindelijk zo ver. Je hoeft hier nooit meer terug te komen." Fenna knikt, nog steeds wat onzeker. "Ik mag echt alles weer? Geen beperkingen?" Vraagt ze zacht.

Oliviers donkere ogen nemen Fenna onderzoekend in zich op. "Ik had wel iets meer blijdschap verwacht, moet ik zeggen." Hij fronst. "Is alles oké met je?" Fenna knikt snel. "Ik kan het niet geloven, denk ik," mompelt ze, "is het écht weer helemaal goed? Arm, knie, onderbeen? Er is niks wat ik niet mag?" Ze kijkt naar haar handen, die op haar schoot liggen en die ze onbewust heel stevig samengeknepen heeft. Olivier leunt ietsje naar haar toe, hij laat zijn ellebogen op zijn bureau steunen en kijkt naar Fenna. "Alles is helemaal goed, Fenna. Je hebt hier zo hard voor gewerkt, al die maanden. Je hebt nu weer kracht, coördinatie, alles zit helemaal stevig in elkaar. Je zal je conditie nog wat op moeten bouwen, maar daar heb je mij niet bij nodig." Hij glimlacht.

Eindelijk breekt er een zwak glimlachje door op Fenna's gezicht. "Het is weer goed," zucht ze opgelucht. Eigenlijk wist ze dat al, ze voelde de laatste tijd al aan haar lichaam dat het weer goed zat, dat ze weer kon doen wat ze wilde doen zonder beperkingen. Maar om het nu zo te horen klinkt zo officieel. En dan zijn er nog al die andere twijfels... Ze haalt diep adem. Daar hoeft ze nu niet aan te denken, nu mag ze blij zijn met alles wat ze voor elkaar heeft gekregen. Ze mag blij zijn met haar helemaal herstelde lichaam. Haar glimlach wordt nog iets breder als ze Olivier aankijkt. "Dankjewel," zegt ze tegen hem, "heel erg bedankt voor alles."

Een paar uur later, aan het einde van de middag, zit Fenna bij Peter in het kleine kamertje waar hij zijn sessies houdt. Dat doet ze de laatste weken vaker, op één dag beide therapieën inplannen, zodat ze er in een keer vanaf is. Ook hier is ze vooruitgegaan, maar – in tegenstelling tot fysiotherapie – is ze nog lang niet klaar. Het gaat langzaam beter, met kleine stapjes, maar nog steeds wordt ze regelmatig badend in het zweet wakker. Heel af en toe heeft ze ook nog bepaalde triggers, waardoor ze zomaar – op klaarlichte dag – in een flashback belandt, maar dat soort momenten wordt heel zeldzaam. Ze weet inmiddels wat haar triggert, en daardoor kan ze het vermijden, of kan ze eruit komen. Ze weet hoe ze met de panieksituaties moet omgaan, maar het probleem zijn de gedachten die er constant zijn, die ze niet uit haar hoofd krijgt.

"Fenna, hé," Peter kijkt haar bezorgd aan, "je zit helemaal in je eigen hoofd, wat is er aan de hand?" Ze kijkt naar hem en haalt kort haar schouders op. Ze richt haar blik op haar vingers, die ze onbewust in elkaar verstrengeld heeft. Langzaam blaast ze wat lucht uit. De stilte die Peter laat voortduren geeft haar de ruimte om te praten. Ze kent de tactiek, zelf gebruikte ze hem regelmatig bij verhoren. Ze slikt, maar begint dan toch te praten, met haar blik nog steeds op haar handen gericht. "Ik ben klaar met fysiotherapie. Ik ben helemaal hersteld, fysiek." Ze legt de nadruk van haar zin op het laatste woord. Het klinkt als een verwijt, maar het is meer richting haarzelf dan richting Peter bedoeld. De therapeut reageert er ook totaal niet op, hij hoorde vooral het gebrek aan blijdschap in het eerste gedeelte van de zin. "Waarom klink je daar zo neerslachtig over?" Vraagt hij.

"Fysiotherapie... Fysiek nog niet hersteld zijn," Fenna begint aarzelend aan haar zin, "het voelde als een reden om niet aan het werk te gaan... En nu dat is weggevallen weet ik niet hoe... Ik heb het gevoel dat ik weer moet." Geeft ze zacht toe. Peter knikt, de stukjes vallen op de juiste plaats. "Fenna, je hoeft niks hè? Als je niet wil-" Fenna schudt haar hoofd. "Ik-ik kan toch niet voor altijd niks blijven doen?" Vraagt ze zich wanhopig af. Peter kijkt naar haar. "Als jij niet klaar bent hoeft het niet..." Hij ziet veel emotie op haar gezicht. "Bespreek dit anders rustig met Evert, dan hebben we het er volgende week over. Goed plan?" Stelt hij voor. Fenna knikt snel, praten met Evert helpt altijd.

Een Nieuw BeginWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu