Hoofdstuk 48

274 19 4
                                    

"Fenna?" Van Zijverden fronst verbaasd als hij de blondine in de kantoortuin ziet zitten. "Wat doe jij nou hier?"  Ze kijkt naar hem op. "Ik was in die juwelierszaak." Antwoordt ze. Van Zijverden knikt langzaam. "Ben je oké?" Als ze knikt is hij gerustgesteld, en draait hij zich weer om. Evert blijft Fenna nog een tijdje aankijken. Ze zit in zijn bureaustoel, haar handen om een kop koffie heen geklemd. Zelf leunt hij tegen de rand van zijn bureau, met een bezorgde frons op zijn gezicht die verraadt hoe hij zich voelt. Fenna laat hem een klein glimlachje zien, "het is goed, echt. Ik ben oké." Verzekert ze hem. Voor hij door kan vragen komt Bram aanlopen. "Die mafkezen zeggen geen woord. Het is wachten op videobeelden, Lies is er nu mee bezig." Vertelt hij. Evert knikt wat afwezig, de voortgang van deze zaak kan hem gestolen worden, Fenna is veilig en dat is voor hem nu het belangrijkste. Bram laat zijn blik ook op Fenna vallen. "Fen... Zou jij een verklaring af kunnen leggen?" Vraagt hij haar dan. Ze hoeft nauwelijks na te denken voor ze knikt. "Natuurlijk, doe ik." Besluit ze.

Evert is het iets minder met Fenna's besluit eens. "Wacht even," hij kijkt Bram aan met een strenge blik. De jonge rechercheur snapt de hint en draait zich weer om. "Ik ga even bij Lies kijken." Deelt hij mee terwijl hij weer terug naar het lab loopt. Evert kijkt Fenna aan, zijn armen over elkaar heen gevouwen. "Weet je zeker dat het met je gaat, Fen? Wat is er gebeurd daar?" Fenna kijkt met grote ogen naar hem. "Het gaat goed met me, dat heb ik al vier keer tegen je gezegd." Er klinkt irritatie in haar antwoord door. Van de huilende, trillende Fenna die Evert een uurtje geleden in zijn armen had is weinig meer over. "Echt, lieverd," ze staat op en legt haar hand tegen zijn arm, "het gaat prima met me... Het was even schrikken, meer niet."

Evert knikt, en glimlacht dan zwakjes naar Fenna. "Als jij het zegt..." Hij legt zijn handen op haar heupen en trekt haar wat dichter naar hem toe. Hij geeft haar een zachte, tedere kus. "Wil je vertellen wat er is gebeurd, Fen?" Vraagt hij dan voorzichtig. Ze haalt haar schouders op en laat zich weer in de bureaustoel zakken. "Pak ook een stoel," ze kijkt Evert aan, "dat praat wat fijner." Als hij de bureaustoel van een ander bureau heeft weggetrokken en naast Fenna is gaan zitten, kijkt ze even naar haar handen. Dan richt ze haar blik weer op Evert. "Ik was dus bij de juwelier," begint ze, "en de winkelier had me net dat armbandje van Brecht gegeven toen die mannen binnenkwamen."

Eventjes is Fenna stil, omdat ze naar de juiste woorden moet zoeken. In haar hoofd ziet ze het nog zo voor zich. "Ze hadden beiden een wapen," omschrijft ze de situatie, "en het was makkelijk voor ze, want behalve de winkelier en ik was er niemand in de winkel. Ze wilden eerst alleen het geld uit de kassa, dus dat kregen ze. Maar toen wilden ze ook sieraden hebben. En daar waren ze heel specifiek in. Dat duurde behoorlijk lang..." Ze haalt haar hand door haar haren. "Ik hoopte dat ze daarna weg zouden gaan, als ze hadden gekregen wat ze wilden. Rustig afwachten, dat was het enige wat ik dacht." Ze staart afwezig voor haar uit, in haar hoofd weer terug in het moment. De adrenaline die door haar lijf gierde, maar haar verstand dat haar vertelde dat ze stil moest blijven staan, dat ze rustig moest blijven en op hulp moest wachten.

"Voordat die mannen klaar waren, hoorde ik jullie sirene..." Fenna richt haar blik weer op Evert. "Er gebeurde niks, dus ik dacht dat jullie geen manier konden vinden om veilig binnen te komen. Toen gaf ik die man achter me die elleboog, want ik dacht dat jullie in de chaos die ik daardoor zou creëren wel binnen zouden kunnen komen." Een klein glimlachje speelt om haar lippen. "En dat lukte." Evert knikt, een frons op zijn voorhoofd. "En je dacht niet dat die andere kerel je neer zou knallen?" Vraagt hij zich hardop af. Fenna haalt haar schouders op. "Dan had hij het alleen maar erger gemaakt voor zichzelf... En ik had het gevoel dat hij het niet zou durven." Evert kan het niet laten om met zijn ogen te rollen. "Een gevoel, Fen? Op basis van een gevoel heb je je eigen leven én dat van die winkelier in gevaar gebracht?" Fenna kijkt hem enigszins schuldbewust aan. "Ik dacht er niet zo bij na... Maar het is goed afgelopen toch?" Evert knikt, en besluit er verder geen punt van te maken. "En je bent echt helemaal oké? Dit gaat niet zoiets worden dat je eerst negeert en dan er toch uitkomt?" Vraagt hij voor de zekerheid. Fenna schudt haar hoofd. "Echt oké, maak je geen zorgen, lieve Evert." Glimlacht ze.

Een Nieuw BeginWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu