"Slaap lekker lieverd, tot morgen." Evert geeft Brecht nog een kus op haar voorhoofd en loopt dan de kamer uit. Het is kwart voor tien, zijn dochters liggen eindelijk in bed, en zijn plan is om Fenna nu ook zo snel mogelijk te laten slapen. Als hij de woonkamer weer binnenkomt, ziet hij dat zijn vriendin een beetje afwezig naar de tv ligt te kijken. Ze hoort zijn voetstappen en kijkt naar hem op. Hij komt op de rand van de bank zitten en kijkt naar haar. "Gaan wij ook naar bed?" Vraagt hij. Ze schudt haar hoofd, en richt haar blik weer op de tv. Evert wrijft zacht over haar bovenbeen. Hij weet dat ze goed tegen weinig slaap kan. Voordat alles gebeurde – toen ze nog gewoon werkte – kon ze een aantal nachten op rij doorhalen zonder dat ze er heel veel last van had. Daarna had ze wel een paar nachten extra slaap nodig, maar weinig slaap ging altijd prima. Vandaag leek ze ook redelijk te functioneren, de hele middag heeft ze het gezellig gehad met de meisjes, maar nu zie ze er heel moe uit.
Fenna houdt haar blik een tijdje op de tv gericht, maar ze voelt dat Evert naar haar kijkt. Hij is bezorgd, dat weet ze, maar ze weet niet hoe ze met hem moet praten. "Wat zijn ze groot geworden," fluistert ze uiteindelijk. Evert kijkt haar aan. "Ja... Nynke in de brugklas, Brecht in groep zeven. Ze worden zo snel volwassen, Fen." Zucht hij. Fenna slikt. "Ik heb zo veel gemist, Evert..." Ze bijt even op haar lip. "Ik ben zo lang... Weggeweest. Ik-ik..." Eindelijk richten haar bruine ogen zich op hem. "Ik heb zo veel gemist, in al jullie levens." Ze wendt haar blik weer af, en knippert een paar keer snel met haar ogen om de opkomende tranen te verdringen.
Voorzichtig gaat Evert naast Fenna op de bank liggen. Haar gegipste arm ligt een beetje in de weg, maar toch slaat hij een arm om haar schouders heen. "Waarom raakt dat je zo, Fen?" Vraagt hij zacht. Ze heeft dit verdriet nog niet eerder laten zien, en hij weet niet of ze het simpelweg verborgen heeft gehouden of dat ze zich nu pas iets beseft. Fenna legt haar hoofd tegen Everts schouder. "Het raakt me zo omdat..." Ze haalt kort haar schouders op. "Jullie zijn allemaal doorgegaan, jullie hebben dingen gedaan, dingen meegemaakt... Ik heb daar vastgezeten, Evert, anderhalf jaar. En in die tijd hebben jullie levens niet stilgestaan." Ze voelt de tranen achter haar ogen branden en haar stem klinkt raar door de brok in haar keel. "Jij en Isabel, Bram en Liselotte... Nynke, Brecht en Thomas zijn groot geworden... Alles is doorgegaan en ik voel me zo-zo... Misplaatst nu. Alsof ik hier niet hoor."
Evert trekt Fenna wat dichter tegen hem aan en geeft een kus op haar wang. "Je hoort hier wel Fen, je hoort bij ons... Bij mij." Fluistert hij in haar oor. Ze draait haar hoofd naar hem toe, hij ziet de tranen glinsteren in haar ogen. "Dat weet ik ook wel..." Mompelt ze. "In m'n hoofd weet ik het wel... Maar het voelt niet zo. Ik ben... Weggerukt uit ons leven, en er nu weer in teruggeplaatst. En het past niet. Dat kan niet zomaar." Tranen banen zich een weg over haar wangen. Ze sluit haar ogen en bijt op haar lip. Evert slaat ook zijn andere arm om Fenna heen. Zo stevig als hij kan houdt hij haar vast. "Liefje... Je past hier wel... Echt. Je hoort hier. Ik heb jou nodig."
Het is even stil, alleen Fenna's trillerige ademhaling is hoorbaar in de woonkamer. "Waarom voelt het dan zo-zo...?" Vraagt ze zich na een tijdje hardop af. Evert weet het antwoord ook eigenlijk niet. "Omdat..." Hij zucht. "Omdat je zo veel hebt meegemaakt, Fenna. Je hebt van alles meegemaakt in die anderhalf jaar, en je praat er niet over," hij bijt op zijn lip, "je draagt zo veel vreselijke gebeurtenissen met je mee, die moet je denk ik verwerken voor je je weer een beetje normaal kan voelen." Fenna haalt haar schouders op, en kijkt Evert aan. "Moet ik met iemand praten, denk je? Professionele hulp zoeken?" Vraagt ze aarzelend. Evert wrijft zacht over haar arm. "Ik weet het niet, liefje... Ik weet niet wat je moet doen, ik weet niet hoe je je voelt... Wat jij hebt meegemaakt..." Hij zucht. "Ik weet dat het niet echt vergelijkbaar is, maar toen ik in Duitsland was geweest..." Hij haalt diep adem. "Het heeft geholpen om te praten, zowel met jou als met een psycholoog." Vertelt hij haar. Fenna kijkt hem aan. Met de mouw van haar vest veegt ze de tranen van haar gezicht. "Misschien moet ik weer met die-die... Peter gaan praten." Besluit ze. Evert geeft een zachte kus op haar wang. "Als jij dat wil lijkt me dat een goed plan. Wat je ook doet of wil, ik sta achter je, lieve Fenna, beloofd." Ze kijkt naar hem, en er vormt een dankbaar, waterig glimlachje op haar gezicht. "Je bent lief." Mompelt ze.

JE LEEST
Een Nieuw Begin
أدب الهواة[Vervolg op 'Opoffering'] Nieuw begin, schone lei. Een wereld van mogelijkheden. Maar wat voor avontuur je ook start, je bent nog steeds jezelf. Je brengt jezelf mee in elk nieuw begin. Dus hoe anders kan het zijn?