Ik trek een trainingspak aan en doe mijn haren snel. Ik pak mijn boeken en vertrek zonder te ontbijten naar school. Op het station ga ik verder met het maken van mijn huiswerk van morgen. In de trein maak ik mijn verslag van morgen en werk hard door. Op school werk ik in al mijn pauzes aan mijn schoolwerk en bereid alles voor. Op de terugweg is het in de trein te vol om te leren en kijk ik vermoeid uit het raam. Ik val steeds bijna in slaap. Ik fiets naar de winkel en haal boodschappen. Gehaast fiets ik naar huis en gapend begin ik met leren. Na anderhalf uur begin ik met koken en eet het eten op terwijl ik aan mijn verslag werk.
'Nerd er staat iemand bij de deur voor je!' Hoor ik Ibrahim hard roepen. Ik reageer niet en werk door. Weet niet eens wie dat kan zijn. Ik ga met niemand om. 'Ook hallo.' Hoor ik Faisal dan zeggen. Oh ja hij bestaat ook nog. Ik draai me om en kijk hem kort aan. 'Wat is er aan de hand?' Vraagt hij en gaat op mijn bed liggen. Ik werk door. 'Niks waarom?' Vraag ik en type door. 'Je reageert al twee dagen niet op mijn appjes en Ibrahim zegt dat je alleen nog maar werkt.' 'Ik was je berichten helemaal vergeten.' Zeg ik zacht. 'En dat tweede ding?' Vraagt hij door. 'Ik werk niet alleen maar.' Zeg ik snel. 'Als dat zo is, waarom ben je dan aan het werk in plaats van in gesprek met mij?' Ik draai me om en zucht. 'Ik moet nog veel dingen doen.' Hij gaat recht zitten en klopt op het plekje naast zich. Ik ga naast hem zitten en kijk voor me uit. 'Is alles wel oke?' Ik knik langzaam. 'Serieus. Je bent zo afwezig. Waarom werk je ineens zo hard?' Vraagt hij door. 'Ik moet dit jaar halen.' Zeg ik zacht. 'Je kan dit jaar onmogelijk halen op deze manier. Je werkt jezelf kapot.' Ik kijk hem aan en voel mijn ogen prikkelen. 'Wat is er aan de hand?' Vraagt hij en aait me over mijn wang. 'Ik moet nog zoveel doen en ik loop achter en ik ben zo in de war. Ik heb al een paar paniekaanvallen gehad en ben zo bang steeds. Het voelt alsof ik niet meer kan ademen en alsof ik langzaam doodga. Alsof ik mezelf dood zie gaan. Keer op keer. En ik krijg het beeld van mijn vader die Ibrahim slaat niet uit mijn hoofd. Ik blijf het zien. De hele dag door. Ik kan er niet meer tegen.' Zeg ik in één adem en barst in huilen uit. Ik kruip in zijn armen en huil het uit.
'Zo dat is geregeld. Je doet je drie jarige opleiding nu een half jaar langer. Zo heb je ander half jaar in plaats van eentje. Ze zullen je alles uitleggen, maar het scheelt heel veel werk.' Zegt Faisal en legt zijn mobiel weg. Ik kijk hem moeilijk aan. 'Ik heb gefaald.' Zeg ik zacht. 'Tuurlijk niet. Doe normaal joh. Ey luister eens, weet je dat ik twee keer ben blijven zitten? Twee keer. Hoe dom kan je zijn.' Lacht hij. Ik moet lachen en denk diep na. 'Waarom ben je hier eigenlijk? Waarom doe je zo aardig?' Vraag ik zacht. Hij kijkt me vreemd aan. Het is even stil. 'Omdat ik verliefd op je ben.' Zegt hij dan. Ik kijk in zin ogen en zucht. 'Hoe kan zo iemand als jij verliefd zijn op zo iemand als mij? Ik zal nooit goed genoeg kunnen zijn.' Zeg ik en werp mijn blik op de grond. 'Ben je altijd al zo onzeker geweest? Of ben je gewoon oerdom? Want elke persoon met ook maar een stukje hersens merkt meteen op dat we perfect voor elkaar zijn.' Ik glimlach. 'Ik weet dat je het niet gelooft, maar het komt wel. Laat me dit vragen. Stel je vind me net zo leuk als ik jou vind he, hoe lang wil je wachten om te trouwen? Ik bedoel we worden oud, maar geen haast ofzo.' Zegt hij en pakt mijn hand. 'Zelfs als ik het zou willen, kan het niet.' Zeg ik zacht. 'Hoe bedoel je? Ik weet dat je niet werkt, maar ik werk hard, heb spaargeld en we kunnen huurtoeslag aanvragen. Ik weet dat het niet ideaal is, maar we zullen samen groeien.' 'Ik bedoel ik kan niet weg. Mijn vader zal daar nog wel een tijdje zitten en ik moet op Ibrahim letten. Hij is mijn verantwoordelijkheid.' Zeg ik. 'Wat nou als ik wat regel. Is het dan mogelijk?' Vraagt hij en speelt met onze handen. 'Hoe bedoel je?' Vraag ik. 'Hij kan bij ons wonen toch? Tot hij oud genoeg is om zelf te wonen en een vrouwtje vind. Of tot je vader in ieder geval vrij is.' Ik denk na en zucht. 'Je wilt de eerste maanden van ons huwelijk met mijn broertje doorbrengen? Ik weet niet. Dat verpest de romantic wel.' Zeg ik. 'Nee echt niet. Geloof mij nou maar. Wat denk je ervan?' Vraagt hij hoopvol. Ik kijk hem aan en kan niet weigeren. Ik knik langzaam. 'Het wordt geweldig.' Zegt hij blij en legt zijn hoofd in mijn nek. Hij drukt kusjes in mijn nek en kijkt me schattig aan. 'We worden oud. Doe het nou maar.' Lach ik en voel mijn wangen rood worden. Hij zoent me en na een tijdje gaan we languit op bed liggen. Hij houdt me vast en ik heb nog nooit zoiets gevoeld.
JE LEEST
Life Of A Nerd {voltooid}
Non-FictionNora el Kabouni. Ze is hoogbegaafd en heeft een fotografisch geheugen. Er word veel van haar verwacht. Soms te veel. Met haar depressieve vader en twee irritante broers wordt het er ook niet simpeler op. Haar moeder is jaren geleden overleden. Het h...