80.0

172 13 2
                                    

Terwijl Laila en ik onderweg naar huis zijn worden we door mijn moeder gebeld.

Ahmed heeft een aanval gehad. Zijn longen stopte gedeeltelijk met werken en hij kon amper nog ademen. Hij ligt nu aan de beademing in het ziekenhuis.

Laila hangt op en veegt haar bezweette handen aan haar broek.

Ik ben automatisch al veel harder gaan rijden.

'Nog een half uur en dan zijn we er pas. Nog een half uur.' Zegt Laila tegen haarzelf.

Ik negeer haar en focus me op de weg. Ik rijd kei en keihard.

Na tien minuten in plaats van een half uur rijd ik de oprit van het ziekenhuis op.

Laila zeg ik bij de deur af. Ze rent naar binnen.

Ik parkeer de auto en haast me dan ook naar binnen.

Op de juiste verdieping zoek ik de kamer, maar vind het al als ik Laila bij de deur zie praten met een dokter.

Ik loop langs hun naar binnen.

Ahmed ligt op bed met allerlei draadjes in zich en met een beademingsapparaat aan zijn mond.

Hij brabbelt wat naar me.

'He kanjer.' Zeg ik en knuffel hem voor zover het kan.

Hij kijkt me met grote ogen aan en doet alsof hij praat.

Af en toe komt er gebrabbel uit zijn mond, maar dat was het wel.

Ik zie mijn moeder betraand zitten met Aaliyah op haar schoot.

Ik groet mijn moeder en neem Aaliyah over.

'Waarom praat hij niet meer papa?' Vraagt Aaliyah aan mij.

Ik kijk haar strak aan en kijk daarna naar Ahmed.

'Papa is zo terug. Blijf maar bij oma.' Zeg ik en leg haar neer.

Ik loop naar de gang. Ik zie Laila nergens en bel haar.

Ik: waar ben je?

Laila: "gesnik"

Ik: Laila

Laila: in de auto

Ik hang op en loop richting de lift.

Bij de auto aangekomen zie ik haar zitten.

Ik stap in en kijk haar vragend aan.

'Reservesleutels.'

Ik knik goedkeurend.

'Dus wat doe je hier?' Vraag ik.

Ze kijkt voor zich uit en zegt niks.

'Laila.'

'Hij zal niet meer praten. Niet meer zoals eerst tenminste.' Legt ze uit.

'Hoe bedoel je? Dit is tijdelijk.' Zeg ik.

'Zijn hersenen gaan achteruit. Het gaat slechter dan eerst.' Snikt ze.

Ik kijk voor me uit en bedwing mijn tranen.

'We konden er niks aan doen.' Zeg ik dan.

Huilend kijkt ze me aan.

'Zijn lichaam kan het niet aan. Niemand kon het voorkomen.'

'Misschien konden we dat wel.' Snikt ze.

'Onzin Laila. Dit kon niet voorkomen worden. God heeft het zo gewild.'

Lang kijkt ze me aan.

'Hij leeft nog. El hamdoulilah.'

Langzaam knikt ze en leunt met haar hoofd tegen me aan.

A  weird love storyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu