15.0

232 33 15
                                    

Zaterdag vroeg in de morgen. Ik word opgebeld door het tehuis. Er is wat met mijn moeder. Binnen twee minuten zit ik in de auto en niet meer in mijn bed.

Wat ik daar aantref is heftig. Het is mijn moeder die in een ambulance gezet wordt. Mijn vader staat verderop met een agent te praten. Zonder ook maar na te denken ren ik naar hem toe en sla hem vol op zijn kaak. Ik scheld hem uit en sla hem hard op zijn gezicht terwijl ik geslagen en getrokken word door twee agenten. Ik krijg een taser in mijn zij en van de pijn verkreukel ik. Hardhandig duwen ze mij tegen de grond aan. Ik kijk mijn vader met haat aan. Mijn gezicht ligt op de grond terwijl ik hem aankijk. Zijn gezicht zit onder het bloed. Voor ik het weet word ik in de boeien geslagen en in de wagen geduwd. 

Zo'n twee uur later word ik door Nancy opgehaald. Zij heeft mijn borg betaald. 'Waar is mijn ma?' Vraag ik aan haar. Ze kijkt me kort aan en slikt.  'In het ziekenhuis. Ze mag geen bezoek ontvangen op het moment. ' Zegt Nancy. 'Wat is er aan de hand?' Vraag ik. 'Niets. Het komt goed.' Zegt ze zacht.  Ik kijk uit het raam terwijl de auto rijdt. De rit naar huis is het stil. Pas thuis ontploft de boel. 'Waar zat je met je hoofd? Zomaar hem slaan?' Vraagt ze dan boos. 'Wat deed hij bij haar? Waarom werd ze meegenomen door een ambulance? Wat gebeurt er allemaal?' Vraag ik en negeer de vraag. 'Hij wilde je moeder spreken over iets.' Zegt ze. 'Over wat?' Vraag ik. 'Is niet duidelijk. Beide willen ze er niet over praten.' Zegt ze. 'Ik moet naar haar toe. Ze vertelt me wat hij wilde.' Zeg ik. 'Wat jij moet doen is chillen. Je hebt geluk dat hij je niet aangeklaagd heeft.' Zegt Jan boos. 'Ik heb geluk? Waarom the fucking fuck zat hij bij mijn moeder? Na alles wat hij haar aangedaan heeft!' Schreeuw ik. Nancy en Jan zijn stil. Ze kijken elkaar enkel kort aan. 'Wat vertel je me niet?' Vraag ik dan angstig. Het is even stil. 'Je moeder, ze, ze raakte in shock toen je vader verscheen. Ze hebben over iets gepraat en toen lag ze trillend op de grond. We weten niet hoe het met haar is.' Zegt Jan dan. Ik kijk ze met tranen over mijn wangen aan. 'Ik moet hier weg. Ik moet naar haar toe.' Zeg ik en storm de deur uit. 

In het ziekenhuis aangekomen word ik tegengehouden door Youssef en Imran. 'Laat me naar binnen! Laat me erin!' Zeg ik hard terwijl er tranen over mijn wangen glijden. Ik duw ze weg en storm de kamer in. Mijn moeder ligt op bed. Ze rilt als een vis en er komt schuim uit haar mond. Ik word weggetrokken door Youssef en Imran. Er komt een bewaker aan, maar Imran stelt hem gerust. 'Rustig. Rustig of we worden weggestuurd. Kalm.' Zegt Youssef tegen me en houdt me strak vast. 'Waarom mogen we haar niet zien? Wat is er aan de hand?' Vraag ik huilend. 

A  weird love storyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu