Hoofdstuk 7

332 9 0
                                    

Pov Jayro

Toen ik die vader ontmoette en ik de reacties bestudeerde die Lexie had op hem vertrouwde ik het al niet helemaal. Of hij doet haar iets aan of heeft haar ooit iets aangedaan. Het is nu drie dagen geleden dat ik Alexa heb ontmoet en ik moet zeggen ik ben meteen veel om haar gaan geven. Maar ik weet niet of het wederzijds is. Ik heb haar namelijk al drie dagen lang berichtjes gestuurd waar ze nog niet op heeft gereageerd.

Ik zucht nogmaals diep. 'Dude heb je nog steeds niets van haar gehoord?' vroeg Draven. Ik schudde mijn hoofd van niet. 'Misschien is er wel iets gebeurd dat ze niet reageert. Ik bedoel je kon aan haar zien dat ze bang was voor Ricardo. Misschien is er wat tussen hun gebeurd en ligt het niet aan jou.' 'Zo had ik er nog niet over nagedacht. Maar als dat echt zo is had ik liever dat ze me negeerde. Stel dat er echt iets met haar is gebeurd?' 'Waarom ga je niet bij der langs? Gewoon om de waarheid te achterhalen.' Ik knikte en stond op. 'Dan ga ik me klaar maken.' 'Moet ik anders met je mee dude?' 'Nee ik red het zelf wel.' hij knikte en liep mijn kamer uit.

Ik zucht nog eens diep en liep mijn badkamer in. Ik heb al sinds het moment dat ik daar weg ging zo'n slecht gevoel. En die is nog niet over. Ik hoop zo erg dat ik me aanstel en er niets aan de hand is. Maar ook daar kom je maar op een manier achter. Ik zette de douche aan en stapte onder de koude stralen. De rillingen liepen over mijn rug. "Daar word je hard van boy" zei mijn vader altijd. Ik rolde met mijn ogen en begon mezelf te wassen.

Ik zit nu in mijn zwarte Aston Martin DB5 onderweg naar Alexa. Het is een halfuurtje rijden dus ik ben er bijna. Ik moet alleen nog hier de straat uit en daar de verlaten weg in om bij hun landhuis aan te komen. Dat is dan wel weer een voordeel als je maffiabaas bent. Geld zat. Maar natuurlijk ook vijanden zat en noem al die andere shit maar op. Ik reed de oprit op van het reusachtige landhuis en zette de motor af. Net toen ik uitstapte kwam een van de drie broers op me aflopen. 'Waarom ben je hier? Als je iets met vader moet bespreken hij is er niet.' ik knikte 'maar daarom ben ik ook niet hier.'

'Ooh je bent hier voor Lex.' ik knikte. 'Nou ik weet niet of ze je wilt zien. Aangezien ze ons drieën ook niet wilt zien. Maar het is het proberen waard.' 'Waarom wil ze jullie niet zien?' hij haalde zijn schouders op. 'Ik weet niet maar ik hoor haar s'nachts huilen en ze komt haar kamer niet af. En zo gaat het al drie dagen.' Ik keek hem geschrokken aan. 'Eet ze dan wel?' hij knikte. We brengen haar eten en krijgen altijd een leeg bord terug dus ik ga ervan uit dat ze eet. Maar ja eten is ook haar grote liefde. Dat is ten minste wat ze zelf altijd zegt. Dus ik betwijfel of ze dat ook echt aan de kant kan zetten.' ik knikte.

'Nou laten we je maar naar der toe brengen.' Ik knikte opnieuw en liep der broer achter na. Ik heb geen idee meer wie dit precies is. Zondag had Lexie het me super goed uitgelegd maar ik ben het gewoon vergeten. Kan gebeuren toch? Toch? 'Nou je weet haar kamer te vinden ik denk dat het, het verstandigst is als je alleen gaat.' Ik knikte en liep de trap op laatste deur aan de linkerkant. Jepp hier is het. Ik klopte aan maar kreeg geen gehoor.

'Lex?' vroeg ik bezorgt. Ik hoorde wat gestommel. 'Black? Ben jij dat?' vroeg ze schor. Ik knikte maar kreeg door dat ze dat natuurlijk niet kon zien. Ooh my god stupid. Ik rolde met mijn ogen. 'Uh ja ik ben het. Wil je de deur opendoen?' vroeg ik. 'Maar dan zie je me.' zei ze terug. 'Dat is de bedoeling wijsneus.' zei ik grinnikend. Ik hoorde een zachte grinnik. 'Niet schrikken oké?' Vroeg ze. Ik slikte en bereed me voor op het ergste.

'Ik zal niet schrikken dat beloof ik.' 'Zijn mijn broers bij je?' vroeg ze nog. 'Nee ik ben hier alleen je broers zijn beneden. Ten minste eentje. Ik heb de andere twee niet gezien.' 'Wie is er beneden?' vroeg ze. Ik krapte op mijn achterhoofd. 'Uhm ja...' zei ik aarzelend. Ik hoorde weer een zachte grinnik en nog wat gestommel. 'Beloof je niet te schrikken?' hoorde ik nu een zachte schorre stem zeggen van vlak achter de deur. 'Ik zweer het op alle skittels in de wereld.' zei ik terwijl ik mijn hand op mijn borst legde ter hoogte van mijn hart. Ik hoorde haar diep zuchten en hoorde het slot dat werd omgedraaid en daarna ging heel voorzichtig de deur een stukje open.

Ik duwde de deur voorzichtig verder open en liep haar kamer in. Ik hoorde de deur achter me dicht gaan en daarna weer op slot. Ik draaide me om en zag haar daar staan. Ze had haar hand op haar onderbuik. Ik zag diepe sneeën op haar beide enkels en polsen en keek haar toen bezorgt aan. Ik kon der gezicht niet goed zien wat haar eens zo mooie zwarte glanzende haar hing er nu futloos voor. Ik zette voorzichtig een stap dichter naar der toe waardoor ze meteen een achteruit zette.

Ik bleef meteen stil staan. 'Ik zal je nooit wat aandoen Angel.' ze tilde haar hoofd iets op bij het horen van de bijnaam Angel. Ik zette weer voorzichtig een klein stapje naar der toe. Ditmaal bleef ze wel op der plek staan. Ik zette steeds een klein stapje dichter naar der toe totdat ik recht voor der stond. Ze had haar hand nog steeds op haar onderbuik liggen. 'Heb je pijn?' vroeg ik bezorgd. Ze knikte ligt met haar hoofd. Die persoon die haar dit heeft aangedaan gaat boeten.

'Heb ik toestemming om je haar uit je gezicht te halen?' vroeg ik voordat ik een verkeerde beweging zou maken en ze zou denken dat ik haar wil slaan. Ze bleef aarzelend stil staan maar knikte toen uiteindelijk voorzichtig. Ik bracht mijn hand voorzichtig naar haar gezicht toe en hing de plukken haar achter haar oren. Toen ik daarmee klaar was zag ik dat ze een heel blauw jukbeen had en er ook een snee in haar gezicht zat. Ik voelde mijn hart in mijn keel bonken. 'Wie heeft dit gedaan?' vroeg ik kalm maar bezorgd.

Ze keek voorzichtig op. Haar prachtige ogen waar ik in kon verdrinken stonden nu dof. Ik kon pijn en leed in ze zien weerspiegelen. 'Je bent nog steeds prachtig Angel. Ook nu je een blauw jukbeen hebt en een snee in je gezicht. En ogen die dof staan. Weetje, het moment dat ik je zag dacht ik Wow. Zij is echt prachtig. En toen keek je me aan me die prachtige ogen van je. En ik verdronk er meteen in. En dat gevoel is niet weg. Je bent nog steeds even prachtig ondanks de verwondingen. En ik kan nog steeds in je ogen verdrinken ook al staan ze nu dof.'

Ik pakte voorzichtig haar gezicht vast tussen mijn handen zodat ze me moest aankijken. 'Angel je bent echt prachtig. Ik snap het als je daar nu zelf niet in geloofd. Maar hoor het dan van mij. Je bent nog steeds dezelfde meid als drie dagen terug. Met dezelfde schoonheid and a fire burning in your soul. Remember that alright?' ze keek me strak aan en ik zag de tranen in haar ogen vormen en nog geen paar seconden later stroomde ze over haar wangen. Ik veegde ze weg met mijn duimen.

'Vind je dat echt?' vroeg ze op fluistertoon. Ik knikte 'ieder woord. Dus laat je niet wijsmaken dat het anders is. Niet door jezelf, niet door iemand anders. Oké? Jij bent prachtig en daar is niets aan te veranderen al zit je nog helemaal onder de littekens. Dat maakt niet uit. Je schoonheid lijdt er niet om. Voor mij tenminste niet. Echte schoonheid zit diep van binnen en jij Angel hebt en hart van goud.'

Er kroop een kleine glimlach op haar gezicht. Ze liet voorzichtig haar buik los en sloeg haar armen om mij heen. Ik wist niet waar ze nog meer was toegetakeld dus ik sloeg voorzichtig mijn armen om haar heen. Na ik denk vijf minuten liet ze me los. 'Dankje' zei ze. 'Graag gedaan Angel' ik keek in haar ogen en zag dat ze al iets minder dof stonden. Oké nu wordt het mijn taak om mijn Angel haar ogen weer te laten schijnen als voorheen. Het boeit me niet hoelang het me gaat duren. Dit wordt mijn taak en ik ga hem voltooien ook.

My Loving Maffia KingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu