hoofdstuk 49

336 12 0
                                        

Wanneer er nog maar twee weken over zijn tot Kerstmis, begint Matthyas het harnas te gebruiken waar Bram hem eerder over had verteld. Hij heeft de afgelopen week alleen maar geoefend met staan met ondersteuning, en hij vindt het niet leuk, het is gênant, maar hij weet dat het een goede zaak is.

Het is al zes en een half maanden, maar hij telt de dagen niet meer zo religieus, vooral omdat hij meer dingen heeft om zijn tijd mee te vullen.

Er is Bram, natuurlijk, zijn...vriend. Hij heeft nog steeds niet de moed verzameld om met hem over al die dingen te praten, maar ze zijn afgelopen weekend naar de bioscoop geweest en hebben weer gekust, dus tenminste weet hij dat het niet alleen eenmalig was (hoewel hij een beetje in paniek raakte toen Bram tong wilde gebruiken, want hij weet niet echt hoe dat moet, maar Bram heeft hem er niet om uitgelachen).

Bram wordt nu veel zelfverzekerder op zijn benen, en het maakt Matthyas zo blij om dat te zien. Hij had altijd gedacht dat er misschien wat jaloezie zou zijn als het moment kwam dat de andere jongen zou gaan lopen terwijl hij nog leert staan, maar er is niets dan trots voor zijn favoriete persoon.

En zijn eigen zelfvertrouwen groeit ook, met het naar buiten gaan en al dat gedoe. Hij is uit geweest met papa en pap voor eten, Milo en Roel hebben hem meegenomen naar de kerstmarkt, wat heel leuk was, ook al kon hij niet op een van de attracties. Zijn vrienden komen nu ook vaak langs, allemaal, Linde, Alec, Anton. Milo ook, natuurlijk, omdat hij Matthyas' tweelingbroer is en dus, per definitie, zijn beste vriend in de hele wereld. Ze gaan meestal naar het park of naar de stad om rond te hangen, en hoewel hij zich soms laat afleiden door de starende mensen, slagen ze er vrij goed in om hem af te leiden van iedereen (vooral Linde - zij steekt gewoon haar middelvinger op en vraagt of ze nog nooit eerder een persoon in een rolstoel hebben gezien, wat altijd grappig is).

Als hij niet de echte wereld aan het verkennen is, is hij op zijn kamer, het geluid van zijn kamergenoot en haar vriendje buitensluitend terwijl papa hem helpt met wat schoolwerk, of terwijl hij en papa samen een film kijken. Hij heeft vaak sessies met Lieke, en hij wordt beter in het praten over dingen. Frank ook. Hij dwingt zichzelf niet langer om naar fysiotherapie te gaan als hij te veel pijn heeft om zijn uiterste best te doen, wat nog steeds moeilijk is maar wel het beste, weet hij.

Op deze specifieke dag zijn de krampen afwezig, dus gaat hij naar de fysiotherapie en aangezien dit zijn eerste sessie zal zijn waarin hij probeert te staan zonder harnas, slagen zijn papa en pap er allebei in om erbij te zijn.

Frank neemt hem bij de ellebogen en helpt hem uit de stoel. Hij slikt zijn angst weg en grijpt stevig de biceps van de man vast.

Frank ontmoet zijn ogen en glimlacht bemoedigend. "Je komt er wel, kerel."

Hij schudt zijn hoofd, zijn adem stokt in zijn keel. "Wat als ik weer val? Wat als ik weer mijn rug blesseer en dan—"

"Gaat niet gebeuren, maatje," verzekert de man hem. "Ik laat je niet vallen, en als dat wel gebeurt, dan is de vloer tot in de hemel opgevuld. Je zult geen pijn krijgen. Waarschijnlijk zul je zelfs de grond niet raken voordat je vader of papa je als een jonkvrouw in nood komt vangen."

Matthyas beantwoordt dat met een speelse rol met zijn ogen, zijn zenuwen iets verzachtend terwijl hij zich vastklampt aan Franks armen en toestaat dat de man hem positioneert zodat hij staat met zijn voeten plat op de zachte grond van de fysiokamer, bijna volledig leunend tegen de fysiotherapeut voor ondersteuning.

Achter Frank staan zijn vader en papa, breed glimlachend, hun ogen niets minder dan trots. Hij geeft een kleine glimlach terug voordat hij zich weer op Frank richt.

"Laat nog niet los," fluistert hij, een beetje in paniek.

Frank schudt zijn hoofd. "Nog niet, maatje, jij bent hier de baas," zegt hij, ongewoon niet-speels.

op eigen benenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu