hoofdstuk 46

251 13 0
                                        

Koen slaat de laatste bladzijde om in zijn stapel nakijkwerk waar hij momenteel doorheen probeert te komen, terwijl hij zijn vermoeide ogen wrijft in een poging zijn zicht te verhelderen.

Hij is momenteel alleen op Matthy's kamer - nou ja, alleen aan Matthy's kant van de kamer; de andere kant is afgescheiden door het gordijn, maar hij probeert die helft te vergeten, het geluid van tienergelach en gefluister negerend.

Matthy is bij fysiotherapie met Frank, en hoe dankbaar Koen ook is voor de tijd alleen die hem de kans geeft om wat van zijn achterstallige nakijkwerk te doen waar zijn studenten hem al tijden om zeuren, kan hij niet helpen maar denken dat hij meer nodig is thuis vandaag.

Het is niet dat hij niet bij Matt wil zijn - helemaal niet. Hij houdt ervan tijd door te brengen met het kind, en God weet dat de dertienjarige al te veel tijd alleen doorbrengt in deze plek zoals het is. Het is gewoon dat hij niet het gevoel had dat het verlaten van het huis vanochtend de beste keuze was; hij had meer nodig daar op dit moment.

Milo is ziek als een hond, de arme jongen. Hij is de hele nacht wakker geweest en heeft een hoge koorts. Koen heeft de hele nacht geprobeerd de jongen af te koelen, en toen Rob vanochtend thuiskwam na een nachtdienst, was hij meer dan uitgeput. Het voelde gewoon niet goed om zijn uitgeputte echtgenoot alleen achter te laten om voor hun zieke kind te zorgen.

Natuurlijk weet hij dat als hij was gebleven, hij zich vreselijk zou hebben gevoeld om Matthy hier weer alleen achter te laten. Hij voelt zich gewoon gevangen tussen twee helften van hetzelfde geheel. Het is zo lang geleden dat ze allemaal samen waren; één sterke familie-eenheid. Hij herinnert zich niet eens meer wanneer hij en Rob meer dan een uur samen hebben doorgebracht; de tijd die ze wel hebben is altijd goed maar zo vluchtig.

Ze hadden het afgelopen weekend samen kerstinkopen gedaan, en het had hem er alleen maar aan herinnerd hoe erg hij zijn man miste, ondanks dat hij niet helemaal bij hem vandaan was. Hij wenste alleen dat Matt eens serieus zou nadenken over verlof van thuis. Op die manier kunnen ze allemaal weer samen zijn; vooral met kerst, hij gruwt van het idee dat ze de dag in deze verdomde kamer moeten doorbrengen.

Natuurlijk weet hij dat het niet zo makkelijk is als gewoon het ziekenhuis verlaten voor Matt. Hij is hier al zes maanden; het idee dat het kind naar huis komt, is zenuwslopend voor hen allemaal, vooral voor Matthyas...

Hij zucht, schuift zijn nakijkwerk opzij en zakt neer in de fauteuil naast het lege bed van zijn zoon, wrijft vermoeid met zijn hand over zijn gezicht en knijpt vermoeid in de brug van zijn neus. Hij voelt zich schuldig omdat hij wenst dat hij nu thuis kon zijn. Matthyas heeft hem ook nodig; hij zou nooit een van zijn kinderen boven de ander kiezen.

De deur zwaait open en verrast hem. Hij schrikt een beetje, kijkt naar zijn horloge en merkt dat hij echt de tijd niet uit het oog heeft verloren; Matthyas is veel eerder klaar met fysiotherapie dan verwacht.

Die verrassing verandert in bezorgdheid wanneer Frank Matthyas's stoel de kamer in duwt en de jongen geen klachten maakt. Sterker nog, hij lijkt zich niet eens bewust; zijn huid is bleek en klam, zijn hoofd gebogen en zijn ogen dichtgeknepen, zijn handen knijpen in de bovenkant van zijn dijen, het materiaal van zijn broek in een witte knokkelsgreep.

"Matt? Alles goed, jongen?" Vraagt hij onmiddellijk, zonder enige reactie van de jongen behalve zwaar ademen. Koen staat op uit de stoel en kijkt de fysiotherapeut verward aan. "Wat is er aan de hand? Hij was prima voordat hij vertrok," zegt hij.

Frank perst zijn lippen op elkaar, rijdt Matthyas naar zijn bed en tilt hem dan op als Koen de dekens terugtrekt. Opnieuw maakt Matthyas geen bezwaar, hij staat het gewoon toe. "Die jongen besloot dat het een goed idee was om niemand te vertellen dat zijn benen de hele nacht krampen hadden. We waren nauwelijks vijf minuten aan het werk voordat hij weer begon te stuiptrekken," vertelt Frank met een zucht, grimassend als Matthy's ademhaling versnelt en hij zijn benen naar zichzelf toe krult, nog steeds zijn dijen knijpend

op eigen benenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu