hoofdstuk 6

404 22 1
                                    

Rob kijkt niet op terwijl hij spreekt, plukt aan een losse draad aan de onderkant van zijn werkkleding en houdt zijn blik naar beneden gericht. "Ze hebben hem teruggebracht voor een röntgenfoto. Ze moeten zijn rug controleren," hij stopt even om een oppervlakkige ademhaling te halen. "Zorgen dat er niets gebroken is, dat zijn ruggengraat in orde is. Maar – hij probeerde overeind te komen en hij ademde niet goed, dus hebben ze hem gesedeerd en is hij in slaap gevallen."

Koen voelt de schuld opnieuw in zijn borst opvlammen terwijl zijn man snuft,

zijn hoofd schudt en hem met wijd opengesperde bruine ogen en zijn angst die erdoorheen schijnt, bekijkt, altijd het open boek van de twee.

Terwijl Koen opgroeide in een huishouden waar hij en zijn broer nooit veel emotie mochten tonen, heeft Robbie zussen en een vader met een gevoelige kant, en hij is altijd expressiever geweest als gevolg daarvan.

Op dit moment straalt de emotie bijna van hem af — pijn, angst, verdriet, schuldgevoel.

"Doctor Kleinberg sprak met me voordat ze hem meenamen. Ze zei dat er een kans op een ruggenmergletsel is en dat betekent dat ze mogelijk moeten opereren om het te stabiliseren, ervoor zorgen dat hij het niet verergert of erger maakt door te bewegen. Misschien heeft hij dat al gedaan, toen hij in paniek was en —" hij haalt diep adem en gaat rechtop zitten, Koen's hand glijdt van zijn rug. Hij reikt over om de hand van de andere man vast te pakken, rustend op de bovenkant van Rob's dij. "Ik zie dit vaak, ik — ik heb eerder gewerkt met patiënten met rugtrauma, niet alleen met verlamming maar - maar quadriplegie. Het gebeurt vaak dat het onopgemerkt blijft tot ze wakker worden, maar ik heb nog nooit — ik heb medelijden gehad met deze mensen, Koen, maar niet zoals dit. Dat is onze — dat is onze baby. Onze zoon. En hij kan misschien niet meer lopen of rennen of iets doen wat hij dagelijks doet..."

Hij stopt, laat een gebroken snik los. Koen sluit zijn ogen en probeert nog een gelijkmatige ademhaling te halen, de negatieve gedachten opzij duwend. Hij zou goed kunnen zijn, denkt hij bij zichzelf. Hij zou helemaal goed kunnen zijn, dit zou allemaal een nachtmerrie kunnen zijn.

Hij wenst dat het een nachtmerrie zou kunnen zijn. Hij wenst dat hij gewoon wakker kon worden. Zijn vrije hand knijpt in zijn dij bovenop zijn spijkerbroek maar er verandert niets. Hij blijft waar hij is, in het heden, in een moment dat veel te echt en angstaanjagend en pijnlijk is.

Rob knijpt in zijn hand en hij wrijft zachtjes met zijn duim over zijn knokkels in antwoord. Het is de enige troost die ze elkaar kunnen bieden. Woorden bieden op dit moment geen geruststelling.

Als de deur weer opengaat en dezelfde slanke, donkerharige vrouw van daarvoor binnenkomt, haar handen met de tablet tegen haar borst gedrukt over haar witte jas, staan ze allebei op, hoewel hun handen elkaar nooit loslaten. Als er iets is, houden ze elkaar alleen maar steviger vast.

Dokter Kleinberg ziet er dit keer niet zo positief uitziet als de vorige keer; haar glimlach is klein en bijna verontschuldigend, haar ogen zacht terwijl ze zwijgend naar de stoelen wijst. Ze gaan weer zitten en kijken toe hoe de dokter een van de losse stoelen naar hen toe trekt om dichtbij tegenover hen te gaan zitten, het apparaat op haar schoot zettend terwijl ze haar ene been over de andere kruist.

"Is het erg?" vraagt Rob zachtjes, bijna alsof hij wil dat de vrouw het er gewoon uitflapt; goed of slecht, om gewoon te zeggen en wat van de spanning die zwaar in de kamer hangt, te verlichten.

Koen knijpt nog steviger in de hand van de man, verlangend naar het contact alsof het de enige manier is om zich nu bij elkaar te houden — en dat kan wel eens waar zijn, maar hij gaat het niet loslaten en de hypothese testen.

Dokter Kleinberg perst haar lippen samen en kijkt naar het elektronische scherm van de tablet, tikt een paar keer met haar vingers erop totdat een levendige röntgenfoto van wat zelfs Koen, met weinig tot geen medische kennis behalve hoe hij voor een verkouden kind moet zorgen, kan zien, een wervelkolom. De wervelkolom van hun zoon.

op eigen benenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu