Hoofdstuk 9

2.1K 113 7
                                    

Na de opmerking van Amycus Carrow begon mijn hart sneller te kloppen. Dat kon hij niet menen! Onrustig schoof ik heen en weer op mijn stoel. 'Vrijwilligers?' riep Carrow. Hij keek de klas rond met een gemene grijns op zijn gezicht. Het was doodstil. Natuurlijk bood niemand vrijwillig aan om Neville Longbottom te vervloeken. Hij is één van de vriendelijkste personen die ik ken.

Carrow liep de klas rond en bleef stilstaan bij het tafeltje van Evie Young, een zesdejaars Hufflepuff. Ze zag bleek en sloeg haar ogen neer toen Carrow tegen haar begon te praten. 'Jij ziet eruit alsof je wel wat vrolijkheid kan gebruiken,' zei hij gemeen. Evie zei niets, maar staarde naar haar handen. 'Gebruik de Crutiatusvloek op hem. Dat moet je ook leren in deze lessen,' gromde Carrow. Evie stond twijfelend op en liep naar voren, waar Neville stond. Neville bleef Carrow strak aan kijken. Trillend hief Evie haar toverstok op. Het beeld dat Neville straks gillend op de grond lag bracht me in beweging. Ik wilde niet nog een keer toekijken hoe iemand wordt vervloekt. Voor ik het door had stond ik naast mijn tafel.

'Stop! Dit mag niet gebeuren!' zei ik hard. Evie keek me geschrokken aan, net als de rest van de klas. 'Niet nu, El,' siste Ginny. Ik schudde even mijn hoofd naar haar. De stem van Carrow liet me weer opkijken. Hij keek me geamuseerd aan. 'Jij hebt een bekend koppie,' zei hij. Onmiddellijk had ik spijt van mijn actie, Carrow herkende me natuurlijk. Hij was ook in de schuilplaats van Voldemort geweest. Hij liep langzaam naar me toe en bleef vlak voor me stilstaan. Ik kon zijn smerige adem ruiken. Hij kneep zijn ogen tot spleetjes toen hij me aankeek. Dapper bleef ik hem in zijn ogen kijken. Van binnen ging mijn hart als een razende tekeer. 'Je doet me aan iemand denken. Maar nee, dat kan niet,' mompelde Carrow. Een paar seconde, die uren leken te duren, bleef hij me nog aankijken. Toen gaf hij het op. 'Nee, je kunt niet zijn wie ik denk dat je bent. Zij is dood heeft Malfoy gezegd,' zei hij, terwijl hij zich omdraaide.

Dood? Malfoy? De woorden herhaalde zich in mijn hoofd. Heeft Draco gezegd dat ik dood ben? Waarom heeft hij dat gedaan? Een warm gevoel ging door me heen toen ik bedacht dat hij me op die manier weer eens beschermd had. Ik wilde opgelucht ademhalen, maar Carrow was nog niet uitgesproken. 'Omdat je tegen mij bent ingegaan moet je dezelfde straf als Neville ondergaan.' Mijn hart sloeg een paar slagen over. Er ging een onrustig geluid door de klas heen. 'Nee,' fluisterde ik zacht.

Carrow stond weer vooraan in het lokaal en wenkte me. Neville staarde me ongelovig aan, maar ik bespeurde ook enige dankbaarheid. 'Nu zoek ik twee vrijwilligers,' riep Carrow. Hij duwde Evie aan de kant, die haastig naar haar tafel terugliep. Het bleef weer angstvallig stil, tot er ineens twee mensen opstonden. Ze hadden zich al die tijd stil gehouden, maar nu grepen ze hun kans. Vincent Crabbe en Gregory Goyle stonden, met een gemene grijns op hun gezicht, naast hun tafel. Ze zijn zevendejaars Slytherin, en zijn altijd de beste vrienden met Draco geweest. Als Draco erbij was, schoot door mijn hoofd. Hij was allang opgestaan, een tel nadat ik Evie had gestopt. Hij zou me vastpakken en er niet aan denken dat er nog dertig anderen bij waren.

Carrow keek trots naar de twee jongens die naar voren liepen. 'Zo mag ik het horen. Dit zijn echte toegewijde studenten, die meer willen leren,' zei hij. Crabbe kwam tegenover me staan, met die domme grijns nog steeds op zijn gezicht. Ik maakte oogcontact met Ginny, ze hield angstig haar handen voor haar mond. Tegelijk probeerde ik niet te denken aan de pijn die zou komen. Ook al was het eerder gebeurt, op dat moment wist ik dat het net zo erg zou aanvoelen. 'Hef je toverstok op,' commandeerde Carrow. Crabbe en Goyle gehoorzaamde hem. 'Als je de vloek uitspreekt moet je het echt menen. Je wilt dat ze pijn krijgen. Je wilt ze martelen.' Carrows' stem klonk spottend en tegelijk geamuseerd. 'Spreek de vloek duidelijk uit. Cru-cio,' zei hij langzaam. Even liet ik mijn blik over de klas glijden. Gezichten vol medelijden, angst, maar ook opluchting. Zij hoefden niet op onze plek te staan, of op die van Crabbe en Goyle. 'Probeer maar,' riep Carrow. Hij legde zijn benen op zijn bureau en leunde achterover. Crabbe zwaaide met zijn toverstok en riep de vloek.


Yes, ik ben weer een stuk blijer met dit hoofdstuk. Het is nu vakantie voor mij, dus heb ik ook weer wat meer tijd om er over na te denken :)
Leuk om te lezen dat jullie Draco missen, dat doe ik ook hoor haha! Hij komt snel terug in de verhalen, dat beloof ik! Love, Lynn.

Nu we samen zijnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu