Hoofdstuk 31

2K 126 17
                                    

De tijd lijkt stil te staan als ik Draco zie. Hij duwt de takken opzij en houdt het boekje, waar ik net nog naar op zoek was, omhoog. Zijn gezicht staat plagerig, maar in zijn ogen een mix van angst en blijdschap.

Ik wil niet geloven dat hij het is. Het kan niet waar zijn. Het is hetzelfde als toen ik mijn moeders stem hoorde, dat was ook niet echt. Ik word gek. Mijn wanhoop drijft me tot waanbeelden. Ook al is dit het moment waar ik al maanden op heb gewacht, kan ik het niet geloven. Hij kan hier niet zomaar zijn. Ik knijp mijn ogen dicht en schud mijn hoofd. 'Je bent niet echt.' Aan de voetstappen hoor ik dat hij dichterbij komt. Dan voel ik een vinger onder mijn kin, die me dwingt omhoog te kijken. Hij zit op zijn hurken voor me. 'Ik ben het echt, Ellie,' fluistert hij.

Als ik in zijn ogen kijk, voel ik de wereld om ons heen verdwijnen. Het voelt zo echt, maar weer schud ik mijn hoofd. 'Ik geloof het niet.' Hij legt ook zijn andere hand onder mijn kin en buigt zich naar me toe. Als hij zijn lippen op die van mij legt, gaat er een schok door me heen. Ik duw hem van me af. In zijn ogen zie ik hoeveel pijn het doet, dat ik zijn kus niet beantwoord.

'Wat is er?' Zijn stem klinkt gebroken. 'Je bent het echt,' zeg ik zacht. Hij knikt, terwijl hij opstaat. Ook ik ga staan en leun met mijn rug tegen de boom. Aan de ene kant wil ik hem plat knuffelen en nooit meer loslaten. Maar tegelijk durf ik het niet, omdat ik mezelf wil beschermen. Wat als hij straks weer weg is? Het is al eerder gebeurt dat ik hem kwijtraakte. Ik durf mezelf geen valse hoop te geven. Hoe graag ik hem ook zou willen terug kussen.

'Wat is er?' Zijn stem klinkt onzeker, het doet me pijn. 'Ik ben bang,' zeg ik. 'Waarvoor?' 'Dat je straks weer weg bent. Ik weet niet of ik dat aan kan,' zeg ik eerlijk. 'Het was ook niet mijn plan om zo lang van je weg te blijven. Ik kon niet anders,' zegt hij wanhopig. 'Wat is er gebeurt?' Ik hoor dat mijn stem afstandelijk klinkt. De pijn in zijn ogen is nog niet weg. Ik probeer me groot te houden en te doen alsof het me niets doet. De laatste maanden heb ik geleerd dat ik niet zonder hem kan. Maar nu hij hier staat voel ik dat hij zo weer weg kan gaan.

'Ik kwam je halen van de bruiloft. Op de afgesproken tijd stond ik op de afgesproken plek. Het was een grote chaos. Ik wilde je zoeken, maar een dooddoener vond mij eerst. Hij herkende me en voor ik iets kon doen waren we weg. Voldemort vond mij niet belangrijk genoeg op dat moment; hij was op zoek naar Harry Potter. Ik heb al die maanden in ons huis geleefd. Voldemort voelt dat mijn ouders en ik niet helemaal achter hem staan, dus onderdrukt hij ons. Ik kon niets anders dan naar hem luisteren. Anders had ik hier niet gestaan.' Hij kijkt me wanhopig aan. 'Alles wat ik deed, deed ik voor jou. Om uiteindelijk weer met jou te kunnen zijn,' voegt hij er aan toe. Mijn hart breekt bij zijn woorden. Ik weet dat hij van me houdt, meer dan van wat dan ook. Vanaf mijn kant is het precies hetzelfde. Maar ik durf het niet. Ik durf mijn armen niet om zijn nek te slaan en me weer volledig aan hem te geven.

'Wat wil Voldemort doen nu hij hier is met zijn dooddoeners?' 'Harry Potter doden. Het gaat hem allemaal om Harry. Ik zag Harry net.' In zijn ogen zie ik ineens een intense haat. 'Wat heb je gedaan?' Ik zet een stap van hem vandaan. Als hij Harry iets heeft aangedaan, vergeef ik hem dat nooit. Ginny zou het niet aankunnen als Harry niet meer leeft. 'Harry redde me van de dood. Waarom is die jongen zo vreselijk aardig?' 'Hij redde je, zoals jij hem hebt gered?' vraag ik. 'Hoe weet je dat?' Zijn ogen schieten onrustig heen en weer. 'Hermione vertelde het me. Je hebt haar verrast met die actie,' leg ik uit. 'Ik deed het voor jou. Omdat ik wist dat je me niet zou vergeven als ik zou toelaten dat er iets met Harry gebeurde,' zegt hij zacht. Het is alsof hij mijn gedachten leest. 'Klopt.' 'Dan heb ik dus de juiste keus gemaakt,' zegt hij. Ik knik instemmend. Hij glimlacht even voorzichtig naar me. Lachen lukt me niet op het moment. Mijn hoofd zit vol. Ik ben in de war door zijn aanwezigheid. Het moment dat we elkaar weer zouden zien is heel anders gegaan dan dat ik me had voorgesteld.


He's back! Wooooh. Leven jullie nog? Haha. Love, Lynn.

Nu we samen zijnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu