Hoofdstuk 56

1.9K 116 11
                                    

Alexander en ik staan weer stil voor het huis van de Malfoys. Zodra hij me loslaat, ren ik de poort door. Hijgend blijf ik voor de deur staan, waar ik vervolgens hard op klop. De tranen stromen langzaam over mijn wangen naar beneden. Met de mouw van mijn gewaad veeg ik ze steeds weer weg.

Het lijkt uren te duren voor de deur open gaat. Narcissa staat in de deuropening. Ze kijkt me met een bezorgde blik aan. 'Gaat alles goed?' vraagt ze. Het liefst duw ik haar aan de kant, zodat ik naar binnen kan. Maar het zou onbeleefd zijn om haar compleet te negeren. Ze is tenslotte wel de moeder van Draco. 'Het gaat niet. Ik moet Draco vinden,' zeg ik. Mijn stem klinkt bibberig, maar ik weet de zin er helemaal uit te krijgen. 'Draco is op zijn kamer,' zegt Narcissa, terwijl ze een stap opzij doet. Ik knik naar haar en zonder nog iets te zeggen ren ik langs haar.

De hal door, naar de trap. De trap op, naar de lange gang. Daar sta ik stil. Ik weet niet eens waar zijn kamer is, bedenk ik me. Ik ben er niet eerder geweest. 'Tweede deur rechts,' hoor ik ineens een stem. Lucius Malfoy staat op de trap. Zijn blik is zacht, zo heb ik hem niet eerder meegemaakt. Dankbaar knik ik, voor ik naar de juiste deur toeloop. Ik zucht diep voor ik de deurklink naar beneden duw.

Vanuit de deuropening kijk ik de kamer rond. De muren zijn lichtgrijs, de kleur die me doet denken aan Draco's ogen. Voor de hoge ramen hangen donkergroene gordijnen, de kleur van Slytherin. Aan de muren hangen Quidditch posters, een familiefoto en het embleem van Slytherin. Tussen de twee hoge ramen in staat een donkerbruin houten bed. Verder staat er een kast, bureau en een grote donkergroene fauteuil. In de fauteuil zit Draco, met zijn rug naar me toe.

'Ik zei toch dat ik met rust gelaten wilde worden?' klinkt zijn boze stem. Zachtjes sluit ik de deur, terwijl ik bedenk wat ik hem kan antwoorden. Als ik te lang stil blijft, draait hij zich om. Zijn kwade blik verandert als hij mij ziet staan. 'Ellie,' zegt hij zacht. Langzaam loop ik naar hem toe. 'Wat doe je hier?' vraagt hij. Dan begin ik te praten. Er volgt een stortvloed aan woorden, waar ik zelf niet eens op voorbereid was.

'Draco, het spijt me dat ik niets tegen je wilde zeggen. Of dat ik niet naar je luisterde, toen je zei dat ik mee moest komen. Zo lang mijn gedachten in mijn hoofd zitten, is het veilig. Zo lijkt het tenminste voor mij. Het voelt dat als ik erover ga praten, het steeds echter wordt. Ik ben bang dat het dan zo hard aankomt, dat ik het niet meer aan kan. Elk moment ben ik bang mijn vader te verliezen. Maandenlang heb ik het geblokkeerd, maar nu is het gevoel te sterk aanwezig. Ik kan mijn vader kwijtraken. Zelfs nu Voldemort dood is, doet hij ons nog pijn. Kijk waar we nu zijn. Hij maakt alles kapot. Het enige dat ik van je vraag is om er voor me te zijn. Ik wil niet over mijn gevoelens en gedachten praten. Ik wil mijn vader terug. Maar zo lang dat niet kan, wil ik met jou zijn. Je bent de enige die mij nog rustig kan maken. Zonder jou ben ik helemaal verloren. Dus sorry als ik niet praat of niet luister. Ik kan niets anders. Ik ben doodop. Ik wil in je armen liggen en niet meer wakker worden tot alles goed is. Ik wil deze gebrokenheid niet meer. Al bijna een jaar voel ik me ellendig. Ik leef wel, maar beleef het niet echt. Dit houd ik niet meer vol zo.'

Ergens halverwege mijn verhaal ben ik vergeten dat ik het niet over mijn gevoelens en gedachten wilde hebben. Of het door Draco's aanwezigheid komt, weet ik niet, maar ik vertel hem alles wat op mijn hart ligt. Alles wat ik eerder niet durfde te vertellen.

'Ik ben doodsbang, Draco. Niet voor Voldemort, ik weet dat hij niet meer terugkomt. Dat heb ik met mijn eigen ogen kunnen zien. Ik ben bang voor de toekomst. Wat als mijn vader niet meer ontwaakt? Wat als ik jou ergens in deze tijden kwijtraak? Ik heb maanden gedacht dat ik je niet meer terug zou zien. Het waren de vreselijkste tijden die ik heb meegemaakt. Zelfs nu je hier voor me staat, kan ik niet gelukkig zijn. Wat als ik nooit meer gelukkig word? Vanbinnen voel ik me zo leeg. Zo alleen. Wanneer houdt het op?'

Nu we samen zijnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu