Alexander heeft gelijk, dat weet ik maar al te goed. Alles wat hij zei, zei hij uit liefde voor mij. Ik weet dat hij het beste voor me wilt. Alles in mij is het ook met hem eens. Maar toch kan ik niets terugzeggen. Ik staar voor me uit. Mijn hoofd doet pijn als ik teveel erover nadenk. Ik wil niet meer nadenken. 'Ellie, ik laat je nu weer alleen. Doe met mijn advies wat je wilt, maar wees het slimme meisje dat ik heb leren kennen.' Na die woorden hoor ik de deur en is Alexander weer verdwenen. De stilte overvalt me. Het voelt gelijk weer zo eenzaam.
Tegelijkertijd moet ik er niet aan denken om Draco onder ogen te komen. Zijn treurige gezicht staat nog op mijn netvlies gebrand. Ik heb hem zoveel pijn gedaan. Dat realiseer ik me maar al te goed. Ook weet ik dat hier blijven zitten geen optie is. Er moet iets veranderen.
Op het moment dat ik uit de vensterbank stap, wordt de deur opengegooid. Draco staat in de deuropening. Zijn haar zit in de war en hij heeft zijn zwarte jas in zijn armen geklemd. Een beetje verbaasd kijk ik hem aan. 'Ellie, je moet meekomen naar het ziekenhuis. Je vader is wakker,' zegt hij. Hij spreekt de woorden uit die ik al een tijd zo graag wil horen. Nu durf ik hem bijna niet te geloven. Ik reageer niet, maar loop naar hem toe. Draco steekt zijn arm uit. Voor ik het door heb zijn we aan het Verdwijnselen. Weg uit de slaapkamer. Voor het ziekenhuis komen we weer tot stilstand. Zonder iets te zeggen loopt Draco het ziekenhuis binnen. Ik volg hem. Hij meldt ons aan bij de balie. Ondertussen loop ik zenuwachtig tussen de stoelen door. Mijn vader is wakker. Hoe zou hij eraan toe zijn? Veel tijd om na te denken heb ik niet; we worden door een zuster opgehaald. Ze brengt ons naar de kamer van mijn vader. Ik herken het van de vorige keren dat we er waren. 'Geef hem even rustig de tijd,' zegt de zuster, voor ze de deur opent. Met een luid bonzend hart stap ik naar binnen. Het liefst zou ik Draco's hand vastpakken, maar ik weet dat ik die kans verpest heb. Mijn vader zit rechtop in bed. Zijn gezicht is nog steeds grauw, maar door zijn geopende ogen ziet hij er een stuk beter uit. Zijn haar zit slordig. Het ziet er verwaarloost uit, wat ook niet zo vreemd is na maanden gevangenschap. Ik voel dat er een glimlach op mijn gezicht ontstaat. Mijn vader leeft nog!
In een paar stappen ben ik bij zijn bed. Van blijdschap en verwarring weet ik niet wat ik moet zeggen. Ik sta als een idioot naar hem te grijnzen. Hij lacht niet terug. Zijn gezicht staat nors, bijna boos. Voor ik mijn mond kan opendoen om iets te zeggen, is hij me voor. 'Wie ben jij?' Mijn hart zinkt naar mijn schoenen. Hoe erg ik zijn stem ook heb gemist, zijn dit niet de woorden die ik wilde horen. Het blije gevoel dat ik net even had, is verdwenen. 'Wie ben je en wat doe je in mijn kamer?' Geschrokken kijk ik van mijn vader naar Draco. Ook Draco staat verward naar mijn vader te kijken. 'Pap? Ik ben het, Ellie. Ik ben je dochter,' zeg ik zacht. Mijn vader fronst zijn wenkbrauwen. 'Dochter?' Er klinkt ongeloof in zijn stem. 'Ja, ik ben je dochter!' Ik verhef mijn stem iets, met de hoop dat het dan tot hem doordringt. 'Nee, ik heb geen dochter.' De woorden slaan in als een bom. Hij herkent me niet. Hij weet niet eens wie ik ben! Hulpeloos kijk ik nu naar Draco. 'Zuster!' Mijn blik wordt weer naar mijn vader getrokken. Hij kijkt angstig van mij naar Draco. Er komt een zuster de kamer binnen. 'Ja, meneer Smith?' 'Haal deze kinderen hier weg. Ze beweert dat ze mijn dochter is,' zegt mijn vader. De zuster duwt me zacht aan de kant, zodat ze naast mijn vader staat. 'Gaat u maar even rusten, meneer. Ik zorg ervoor dat ze weggaan,' zegt ze. Mijn vader laat zich achterover in zijn kussen zakken. 'Een dochter,' mompelt hij. 'Ik heb geeneens een vrouw.' Mijn ogen vullen zich met tranen. Hij weet niets meer. Zelfs mijn moeder herinnert hij zich niet! 'Ga maar,' fluistert de zuster tegen ons. 'Kom morgen terug. Dit heeft tijd nodig.' Als verdoofd loop ik de kamer uit. De tranen lopen nu over mijn wangen naar beneden. Voor ik kan inzakken van verdriet, voel ik twee sterke, vertrouwde armen om me heen.
JE LEEST
Nu we samen zijn
Fanfiction'Nu we samen zijn' is het vervolg op 'Nu ik hem ken'. Ellie Smith heeft al een heleboel meegemaakt tijdens haar vijfde jaar op Hogwarts en de zomervakantie die daarop volgt. Het boek zal iets anders in elkaar zitten dan het vorige, maar je zult weer...