Hoofdstuk 40

1.9K 109 1
                                    


Ik kom aan in de gang waar ik Draco een uur geleden heb achtergelaten. In dat uur is er veel gebeurt. Ginny en ik hebben het weer goedgemaakt, samen hebben we een gewonde jongen verzorgd. Voldemort heeft verteld dat de strijd is afgelopen, omdat Harry dood is. En Neville heeft net zijn liefde aan mij verklaard? Daar ben ik nog niet helemaal zeker over. Hij zei dat ik bijzonder ben, daar kan hij natuurlijk van alles mee bedoelen. De afgelopen weken hebben we veel met elkaar meegemaakt, maar ik heb nooit het idee gehad dat hij mij als iets anders dan een vriend zag. Ik zag hem ieder geval als niet als iets anders. De enige persoon voor wie ik op die manier liefde voel, is Draco. Naar hem ben ik nu op zoek.

Ik sta stil in het midden van de gang, zodat ik om me heen kan kijken. De gang ziet er verlaten uit. Bijna triest, door de afwezigheid van de personen in de schilderijen en de brokstukken van de muren op de grond. 'Draco?' fluister ik. Hij is nergens te bekennen. Ik loop een stukje verder en kijk in de hoeken van de gang. Aan het eind van de gang zie ik iets bewegen. Voor mijn eigen veiligheid druk ik mezelf tegen de muur, zodat ik minder gemakkelijk te zien ben. Ondertussen probeer ik te zien wat er aan het eind van de gang is. Het lijkt weer verlaten. Langzaam beweeg ik me verder de gang in. Waarom is Draco er niet gewoon? Hij zou hier op me wachten.

'Ellie!' Zijn stem zorgt ervoor dat mijn hart een sprongetje maakt. Zoekend kijk ik om me heen. 'Draco?' Van achter een muurtje komt hij tevoorschijn. Hij ziet er gebroken uit. Zijn ogen zijn rood en zijn gezicht is witter dan zijn haar. 'Hé,' zeg ik zacht. Hij loopt naar me toe en slaat zijn armen om me heen. Een warm gevoel verspreidt zich door mijn lichaam. 'Ik was even bang dat je niet meer zou komen,' zegt hij. 'Ik was bang dat je er niet meer zou zijn,' zeg ik. Draco houdt me een stukje van zich af. 'Die fout maak ik nooit meer. Ik laat je niet meer gaan.' Zijn ogen zijn rustiger geworden. Voorzichtig glimlach ik en druk vervolgens een kus op zijn wang.

'Heb je het ook gehoord?' Ik hoef niet eens uit te leggen wat ik met mijn vraag bedoel. Natuurlijk heeft Draco ook gehoord wat Voldemort gezegd heeft. Hij knikt. 'Het is voorbij,' zegt hij. 'Wat nu?' vraag ik. Hij kijkt nadenkend voor zich uit, terwijl hij met de punten van mijn haar speelt.

'We gaan naar buiten.' Hij klinkt zeker van zijn zaak. 'En dan? Denk je dat het slim is als Voldemort ons samen ziet?' Draco glimlacht en kijkt naar mijn hals. Even vraag ik me af waarom hij dat doet, maar dan bedenk ik me wat er om mijn hals hangt. 'De ketting!' 'Als we ons onzichtbaar kunnen houden, moet er een manier zijn waarop we Voldemort kunnen uitschakelen,' zegt Draco. 'Hem uitschakelen?' Ik ben verbaasd door de plotselinge moed van Draco. 'Ja, als hij dood is zijn de dooddoeners niets meer waard.' Het klinkt erg onrealistisch wat hij zegt. Wij zijn nooit in de positie om hem uit te schakelen. 'Succes daarmee. We kunnen beter eerst kijken wat er nu gaat gebeuren,' zeg ik. Draco kijkt me twijfelend aan. 'Oké, maar als er iets misgaat, schakelen we hem uit.' Hij lijkt tevreden met deze afspraak.

Mijn buik doet zeer. Straks zien we Voldemort weer. De persoon door wie ik nachtmerries heb gehad en mijn leven niet zeker was. Hij heeft mijn moeder vermoord en mijn vader gemarteld. Nu heeft hij de toverwereld in zijn macht. Ik weet nu al dat het niet goed kan aflopen. Toch ga ik met Draco naar buiten, onzichtbaar dat wel.

'Ben je er klaar voor?' We staan nog in de gang en op het punt om richting de binnenplaats van de school te lopen. Ik knik en pak Draco's hand vast. Hij trekt me terug als ik weg wil lopen. 'Je weet nooit wanneer je elkaar voor het laatst kust,' fluistert hij. Zacht trekt hij zich tegen me aan. Als ik zijn lippen op die van mij voel, vergeet ik bijna wat we gaan doen. Maar zijn woorden zorgen voor een zware lading op mijn hart. Wat als dit de laatste keer is?

Draco pakt mijn hand weer vast. Met mijn vrije hand omsluit ik de ketting die om mijn hals hangt. 'Daar gaan we,' zegt hij. 

'Laat me niet los.' 'Nooit.'

Nu we samen zijnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu