Beschermend houd ik mijn handen voor mijn gezicht, maar er gebeurt niets. De dooddoener had zijn toverstok op de dooddoener, die mij net had aangevallen, gericht. De dooddoener staat langzaam weer op. Hij wankelt kort, maar richt zich dan weer op mij. Blijkbaar heeft die spreuk ervoor gezorgd dat hij niet meer verlamd is. Veel tijd om daarvan te balen heb ik niet, want hij vecht gelijk door.
Plotseling krijg ik een idee. In een snelle beweging pak ik mijn ketting vast, waardoor ik onzichtbaar wordt. De dooddoener is duidelijk van zijn stuk gebracht door mijn actie. Zachtjes loop ik op hem af, tot ik een paar meter voor hem sta zodat ik niet kan missen.
'Detentio,' fluister ik. Uit mijn toverstok schieten touwen, die zich razendsnel om de dooddoener heen wikkelen. Hij is te verbaasd om te reageren en valt op de grond. Voor de andere dooddoeners iets kunnen doen, spreek ik de spreuk in een rap tempo nog een aantal keer uit. De dooddoeners in de hal liggen allemaal strak in touwen gewikkeld. De leerlingen kijken verbaasd om zich heen. De touwen zijn uit het niets gekomen, zo lijkt het. Even twijfel ik of ik de ketting los moet laten, maar ik besluit het niet te doen. Ik wil niet met de eer strijken en daarbij kan het gevaarlijk zijn als ze weten dat ik onzichtbaar kan worden. Met mijn vingers om de ketting heen, loop ik naar de muur. Daar laat ik me uitgeput tegenaan zakken. Nu pas voel ik hoe mijn hart als een razende tekeer gaat. Het vechten heeft me doodmoe gemaakt.
Een aantal leerlingen durven het aan om de vloek des doods uit te spreken over de dooddoeners die op de grond liggen. Zelf zou ik dat niet durven. Het lijkt me verschrikkelijk om iemands dood op mijn geweten te hebben. Ik wend dan ook mijn blik af als de vloek wordt uitgesproken.
De hal stroomt langzaam leeg, tot ik alleen overblijf met de dode lichamen van de dooddoeners. Verderop hoor ik nog vechtgeluiden, maar ik ben nu te moe om iets te ondernemen. De slapeloze nachten van het afgelopen jaar begin ik te voelen. Omdat ik de laatste weken niet veel meer deed, had ik ook niet zoveel energie nodig. Nu merk ik het toch wel. Vermoeid leg ik mijn hoofd op mijn knieën. Het verlangen naar een warm veilig bed, bij de mensen die ik liefheb in de buurt, is ontzettend groot. Om mijn verlangen te stillen wil ik het boekje uit de zak van mijn gewaad pakken. Als ik mijn hand in de zak steek, voel ik dat het leeg is. Ik voel dat mijn hart sneller gaat kloppen. Snel sta ik op om ook in de andere zak te voelen. Leeg.
Ik probeer na te denken waar ik het voor het laatst heb gezien. 'De boom,' fluister ik. Voor ik het door heb sprint ik naar de deur, het kasteel uit. De tuin lijkt groter dan anders, het duurt minutenlang voor ik bij de boom ben. Snel duw ik de takken weg, zodat ik bij de stam kom. Er gaat dit keer geen warm en rustig gevoel door me heen. Het voelt helemaal leeg.
Ik weet zeker dat ik het boekje hier nog had. Ik heb naar de foto's gekeken. Verwoed onderzoek ik de grond rondom de stam. Er ligt niets. Het boekje is nergens te bekennen. Met tranen in mijn ogen kijk ik om me heen. De afgelopen tijd is het zo belangrijk voor me geworden. Er staat zoveel in. Alles wat er is gebeurt sinds Draco en ik van elkaar gescheiden zijn. Al mijn frustratie en verdriet. Het kan niet zomaar weg zijn.
Een uur geleden was ik hier nog, met het boekje. Zou er in die tijd iemand bij de boom geweest zijn? Wie neemt er op dit moment de tijd om naar de boom te gaan? Ik deed het omdat ik hier een geschiedenis heb, maar er is toch niemand anders die dat ook heeft. De boom was een speciale plek voor mij. En Draco. Maar Draco kan hier niet geweest zijn. Hij zou op me gewacht hebben, zodat hij het boekje aan me kon geven. Het kan Draco niet geweest zijn, ik had het geweten als hij hier was.
Waarom neemt iemand het boekje mee? Gefrustreerd zak ik tegen de boom aan. Het voelt alsof iemand opnieuw alles van me heeft afgenomen. Er branden tranen in mijn ogen, maar ik veeg ze kwaad weg. Het is mijn eigen schuld. Ik was onvoorzichtig. Binnen een paar minuten is mijn strijdlust helemaal weg. Ik ben moe, kwaad op mezelf en verdrietig. Ik leg mijn hoofd tegen de stam en sluit mijn ogen.
'Zoek je dit soms?'
2k reads. Zoveel dank! Love, Lynn.
JE LEEST
Nu we samen zijn
Fanfiction'Nu we samen zijn' is het vervolg op 'Nu ik hem ken'. Ellie Smith heeft al een heleboel meegemaakt tijdens haar vijfde jaar op Hogwarts en de zomervakantie die daarop volgt. Het boek zal iets anders in elkaar zitten dan het vorige, maar je zult weer...