Hoofdstuk 42

1.9K 109 3
                                    

Neville kijkt kwaad naar Voldemort. 'Ik sluit me nooit bij je aan! Nooit!' gilt Neville. 'Dumbledore's Army!' De mensen naast ons op het bordes juichen. Ik zou willen dat ik mee kon juichen, maar ik houd me stil. Het zou Draco en mij verraden en dat is wel het laatste wat ik op mijn geweten zou willen hebben.

'Het zij zo. Als je er zo over denkt, Longbottom, dan grijpen we terug op het oorspronkelijke plan. Je hebt je keuze gemaakt.' Mijn hart klopt in mijn keel bij het horen van zijn woorden. Voldemort heeft zijn toverstok al opgeheven om Neville te vermoorden. Ik knijp hard in Draco's hand. Nu? Draco beweegt zijn mond geluidloos. Ik knik. Dit is het moment. Langzaam lopen we de trappen af, tot we een paar meter van Voldemort verwijderd zijn.

Maar Voldemort spreekt geen vloek uit. Hij beweegt zijn toverstok en er vliegt iets uit één van de kapotte ramen van het kasteel naar buiten. Het belandt in de handen van Voldemort. De Sorteerhoed. Al eeuwen wordt de hoed gebruikt om leerlingen op hun eerste dag op Hogwarts in één van de huizen te plaatsen.

'Er wordt voortaan niet meer Gesorteerd op Hogwarts. Er zullen geen verschillende afdelingen meer bestaan. Het embleem, het wapen en de kleuren van mijn nobele voorouder Salazar Slytherin zullen van nu af aan voor iedereen voldoende zijn. Ook voor jou, Neville Longbottom!' Geen huizen meer. Ik kan me geen Hogwarts zonder Gryffindor, Hufflepuff en Ravenclaw voorstellen. Ik wil me ook geen Hogwarts zonder die drie afdelingen voorstellen. Zeker niet onder leiding van Voldemort.

Voldemort richt zijn toverstok op Neville, die onmiddellijk verstijft. Daarna laat Voldemort de Sorteerhoed op het hoofd van Neville belanden. Op het bordes wordt het onrustig, waardoor de dooddoeners hun toverstok oprichten en ze op de mensen op het bordes richten. Draco en ik staan er nog steeds tussenin. Zacht wil ik hem meetrekken, terug naar het bordes. Hij staart als versteend naar de dooddoeners. Als ik zijn blik volg, zie ik waar hij naar kijkt. Zijn ouders staan tussen de dooddoeners. Ze doen met ze mee alsof ze één van hun zijn, maar ondertussen zie ik dat ze doodsbang zijn. Weer trek ik aan Draco's hand. Dit keer geeft hij wel mee en we lopen terug naar het bordes. Terug op onze plek duw ik mezelf tegen Draco aan, om hem gerust te stellen.

'Neville zal ons laten zien wat er gebeurt als iemand dwaas genoeg is om zich tegen mij te blijven verzetten,' zegt Voldemort. Met een zwiepje van zijn toverstok vliegt de Sorteerhoed in brand. Neville kan zich niet verroeren. De mensen op het bordes zijn nu niet meer te houden. Er klinkt geschreeuw en gegil.

Op dat moment gebeurt er van alles tegelijk. In de verte hoor ik een luid kabaal, alsof er honderden mensen over de muren van het schoolterrein klimmen en naar het kasteel stormen. Op hetzelfde moment komt er een reus om de hoek van het kasteel heen. 'Hagger!' brult hij. Vanaf Voldemorts kant komen er nu ook reuzen aan, die de reus aan onze kant bestormen. Ook klinkt er hoefgetrappel en het geluid van pijlen, die tussen de dooddoeners neerdalen. Er verschijnen wezens die half mens, half paard zijn. Zij staan dus aan onze kant!

Ik kan mijn ogen niet geloven als ik zie dat Harry beweegt en plotseling verdwenen is. Ook Neville komt in actie. Hij verbreekt de vloek waardoor hij zich niet kon bewegen. De hoed valt van zijn hoofd af en er steekt iets van fonkelend zilver uit. Neville trekt het uit de hoed. Het is een zilver zwaard, met rode stenen erop. Het zwaard van Godric Gryffindor. Vol verbazing volg ik de bewegingen van Neville. Hij doet een stap naar voren, waar de slang van Voldemort op de grond ligt. Die was me nog niet eens opgevallen door alle drukte. In één beweging zwaait hij het zwaard naar beneden. De kop van de slang vliegt door de lucht en het lijf smakt op de grond neer.

'Harry! Harry- waar is Harry?' schreeuwt Hagrid. Zijn stem komt maar net boven het lawaai van de chaos uit. De dooddoeners worden uiteen gedreven door de centauren. Door het gestamp van de reuzen vluchten mensen en dooddoeners weg. Boven onze hoofden vliegen grote, gevleugelde wezens. Ze krabben naar de ogen van de reuzen van de dooddoeners. Langzaam wordt iedereen terug gedreven naar het kasteel.

Nu we samen zijnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu