#77

11.5K 472 71
                                    

Rachida

Ik voelde de brok in mijn keel steeds groter en groter worden. Ik probeerde het weg te slikken, maar tevergeefs het werd alleen maar groter.
Ik probeerde mijn blik weg te wenden, maar het lukte niet. Zijn mooie ogen die verdriet en pijn uitstraalde lieten me niet los.
Ik voelde de tranen achter mijn oogleden branden, proberend te ontsnappen. Ik voelde hoe Redouan zachtjes in me hand kneep en me geruststellend aankeek. Ik zag hoe Brahim me aanbleef staren en hoe hij er zo zielig bij stond. Kom op Rachida, niet huilen, niet nu. Ik probeerde me zelf sterk te houden en op een 1 of andere manier lukte mij dat ook.
Ik zag hoe de persoon die met Brahim was terug kwam lopen. 'Ah sahbi! Ik ga alleen naar buiten en jij staat hier rustig nog te zwerveren' Ik keek naar de gene die blijkbaar zo boos was dat zijn vriend hem niet gevolgd was naar buiten. Ik zag aan de achterkant van die gene dat het Jaouad was. Alleen hij staat zo. Er vormde een kleine glimlach op mijn mond, maar die verdween al snel toen ik gevangen werd door de blik van Brahim. Toen Jawad merkte dat hij geen antwoord kreeg, volgde hij de blik van Brahim. Die strak op mij gericht was. Ik zag dat mijn broertje aanstalte maakte om op te staan
'Kom Rachida zo is het genoeg geweest' voordat ik kon opstaan en mijn spullen kon pakken, had Jaouad me al in de gaten gekregen. Ik zag hoe zijn blik van boos naar verdrietig veranderde en vervolgens weer naar vrolijk. 'Heeyy Rachida, zozo das lang geleden. Kifesh, waar ben je allemaal geweest' ondertussen liep Jaouad naar me toe en trok Brahim met zich mee. Ik zag hoe hij Brahim vervolgens los liet en mij stevig knuffelde. Ik ving de blik op van Brahim. Ik zag in zijn ogen dat hij het niet leuk vond dat mijn contact met Jaouad beter was dan die van ons. Tjah vind je het gek? Jaouad heeft me niet bedrogen.

Brahim

Ik zat lachend met Jaouad aan een tafel. Hij was de enige die me aan het lachen kreeg sinds de dag dat Rachida me verlaten heeft. Bij die gedachte voel ik me weer verdrietig worden. Oeff wat mis ik me engeltje vreselijk man. Ik vraag me af hoe ik het zo lang zonder haar heb volgehouden.
Ik word uit me gedachtes gehaald door Jaouad die weer eens ze mond niet kan houden en maar blijft door praten. Na wat gegeten te hebben, want we hadden echt honger, geen trek, maar honger! Stonden we op en liepen vervolgens terug naar mijn auto. Jaouad had het koud en liep alvast voor me uit richting de auto.
'Wees snel, ik wil zo snel mogelijk onder de dekens kruipen of wat nog beter is, liggend onder de zon van Marokko' hoorde ik hem zeggen.
Ik keek hem aan en schudde me hoofd afkeurend. Ik liep langs een meisje met mooie lange krullen. Haar haar deed me denken aan Rachida. Ik liep langs en ik kon het niet laten om te kijken, wie weet was het me engeltje wel. Ik moest lachen om die gedachten. Als dat gebeurd dan is het wel héél toevallig. Tjah toeval bestaat niet, dan is het gewoon voorbestemd om bij elkaar te zijn en dan weet ik dat ik haar nooit maar dan ook nooit meer zal laten gaan. Ik keek snel achterom en me hart stond letterlijk voor een minuutje stil. Ik leek wel te hallucineren. Ik keek haar aan en ik kon het niet geloven. De pijn die ik toen voelde was onbeschrijflijk. Het leek erop dat mijn hart uit mijn borst werd gerukt. Ik zag dat Rachida me in de gaten begon te krijgen en zag dat ze schrok. Die ogen die me even de wereld om me heen lieten vergeten.
Ik hapte naar adem. Ze was nog mooier geworden. Ik dacht niet dat het kon, maar het is haar wel gelukt.
Ze was adembenemend. We bleven elkaar een aantal minuten aankijken. Ik zag dat ze weg keek, wat me ongelofelijk pijn deed. Ik wou dat ze nooit meer van me weg keek. Ik kon voor eeuwig in haar ogen kijken, maar even later had ik door dat ze Jaouad in de gaten had gekregen die nog heel boos aan het praten was.
Dat hij op me zat te wachten en dat hij de auto niet in kon en allerlei dingen.
De helft was me ontgaan, want ik had alleen maar oog voor 1 iemand, namelijk Rachida. Ik zag hoe Jaouad haar in de gaten kreeg en hoe hij me meetrok naar haar toe. Ik zag hoe hij haar uitbundig begroette en hoe hij haar vervolgens knuffelde. Ik werd groen van jaloezie. Het idee dat hij dat wel kon doen en ik niet maakte me gek. Terwijl hij haar omhelsde, keek Rachida me aan. Ik zag dat haar wangetjes rood kleurde, dat maakte me nog gekker. Er ging van alles door me heen. Spijt dat ik haar zo veel pijn bezorgt had, verdriet om het feit dat ik haar verloren ben door een leugen, woede dat ze me niet wilde geloven en dat ze dacht dat ik was vreemd gegaan, verlangen, ik verlangde ernaar om haar in me armen te nemen en om haar nooit meer los te laten, ik verlangde naar haar lippen op de mijne,ik miste haar grappen, haar aanwezigheid. Ik kon er niet meer tegen dat ze niet in ons huis aanwezig was en ben toen terug bij mijn ouders gaan wonen. Mijn huis is er nog, maar is onbewoond.
Te veel dingen deden me aan haar denken. Het deed me zoveel pijn om de dingen te zien die me aan haar herinnerde. Ik werd gehaald uit mijn gedachtes door haar lieve stem.

Brahim & Rachida (af)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu