Hoofdstuk 1

111 10 20
                                    

Meestal ben ik het gewoon dat iedereen me opnieuw aanstaart als ik na de kerstvakantie de eetzaal inloop, maar vandaag voel ik dat er iets niet pluis is. Alsof er een extra paar ogen op me gericht zijn. Waarschijnlijk zijn het nieuwe leerlingen die van school zijn veranderd. Of een stage-leerkracht.
Toch voelt het anders, dus blijf ik staan en kijk door mijn brillenglazen de eetzaal rond.
Links zijn de voetballers. We hebben niet echt een voetbalteam op school maar na school heb je genoeg tijd om extra hobby's te beoefenen.  
Rechts zitten de slimmeriken. Ik zeg niet graag nerds want niet iedereen van die leerlingen leren graag. Vaak denk ik dat ik daarbij had gezeten als ik een beetje normaler was. Maar dat is niet zo, dus zit ik recht voor me, tegen de muur, vanachter.
Ik zie geen nieuwe ogen en dus draai ik me langzaam met mijn dienblad om. Ik heb geluk dat er nu niemand tegen me opbotst.
In de plaats van eerst tussen alle andere ogen van de eerste, tweede, derde en vierde jaars te zoeken, kijk ik recht in warme, bruine ogen. Het zijn van die ogen die een normaal meisje zouden doen smelten maar vermits ik niet echt normaal ben en weet dat zelfs ogen je erin kunnen luizen, smelt ik niet.
Om niet te lang te blijven staren kijk ik naar de paar ogen langs de warme ogen.
De Ijsprinses.
De enige rede dat ik haar zo noem is dat ze ijskoude, kille ogen heeft.
Voor de rest heeft ze geel-blond haar en een goed gekleurde huid. We weten nu allemaal wie er geld heeft om op vakantie in warme landen te gaan.
Ik kijk terug naar de warme ogen en verruim mijn blik. De ogen zijn van een jongen. En ik geef het niet graag toe, maar hij is behoorlijk knap. Zijn kaaklijn is breed maar mooi breed en zijn jukbeenderen zijn hoger dan normaal, maar mooi hoog. Het enige minpunt is misschien dat zijn huid van ver egaal lijkt, maar dat kan veranderen als ik dichterbij kom. Als ik ooit dichterbij kán komen.
Ik blijf even staan maar zodra ik opmerk dat de Ijsprinses tegen hem staat te praten draai ik me om en been naar mijn vaste, lege tafel. Als ik er eenmaal zit, kijk ik de eetzaal rond. Mijn blik dwaalt weer naar de Ijsprinses en nu pas merk ik op dat er meer mensen zitten dan er zouden moeten zitten.
'Heb je het al gehoord?' zegt dan een meisje aan mijn linkerkant bij de slimmeriken.
'Wat gehoord?' zegt iemand anders. Ik denk ook een meisje, maar door de geroezemoes is het onduidelijk.
'Dat die nieuwe van het vijfde een echt model is,' zegt het eerste meisje weer.
'Model? Hoezo?'
'Zijn moeder kende iemand in de modewereld want zij was zelf model. Dus dat was handig. En natuurlijk was hij ook knap en voilà. Daar was een extra model.'
'Wauw, heeft hij een bekende manager?'
'Eerst was ...' Op dat moment draait het meisje naar me om, staart me even aan en gaat dan zachter praten. Ik blijf hun nog even aankijken maar vang niks op. Dan por ik in mijn eten. Aardappelsla met hesp. Vreemde combinatie volgens mij. Nadat ik mijn eten heb opgegeten en een beetje heb overgelaten ga ik naar het lokaal van biologie. Gelukkig is de deur open want ik wil niet als een idioot aan de deur blijven rondhangen. Ik ga aan het raam zitten, ongeveer mijn vaste plekje. Weg van de populaire en de voetbalfanaten en ik kan wegdromen uit het raam want zelfs al heb ik de vraag niet gehoord, kan ik het juiste antwoord geven als de leerkracht me iets vraagt.
Als de eerste les begint kom ik er achter dat die nieuwe jongen met de misleidende, warme, bruine ogen bij me in de klas zit. En je mag drie keer raden waar hij zit.
Nee, niet bij de populaire want daar zijn alle stoelen bezet en hoe lang de Ijsprinses ook probeert om iemand te verplaatsten, het mislukt omdat de enige vrije plaats langs mij is. En wie wil er nu naast mij zitten? De freak? De geest?
Vermits de jongen nog niet alles weet, of dat hoop ik toch, gaat de jongen met de misleidende, warme, bruine ogen langs me zitten. Daar is de Ijsprinses niet blij mee. Je moest haar gezicht eens zien toen de jongen nonchalant zei dat hij wel ergens anders ging zitten en langs me ging zitten.
Later, als de leerkracht binnenkomt en de aanwezigheden opneemt kom ik er achter de jongen met de misleidende, warme, bruine ogen, Max Moons heet. Echt een modellennaam.
In het tweede uur is Max Moons nog niet veranderd van plaats en vang ik hier en daar een paar roddels op. Maar voor de verandering gaan ze niet over mij. Ze gaan over Max Moons en ik ben zo ontzettend opgelucht dat er niet meer over mij gepraat wordt dat ik mezelf toesta om langer uit her raam te dromen dan normaal. Maar tijdens het dromen vang ik een roddel op die mijn aandacht trekt. Max Moons is bij de Ijsprinses gaan staan en dus praten de meisjes iets luider.
'Naar het schijnt is Max hier omdat zijn moeder vorig jaar is gestorven en nu wil hij haar thuisstad bezoeken,' zegt, ik denk, Maureen achter me tegen haar buurvrouw. Ik doe nog steeds alsof ik naar buiten staar.
'Hoe is ze overleden?' vraagt de andere. Ik denk Lauren.
'Kanker,' antwoordt Maureen. Meteen wordt de weinige kleur die ik in mijn gezicht heb, weggetrokken.
Ik weet goed genoeg dat het een roddel kan zijn om medelijden te wekken maar toch word ik met een ruk naar het verleden gesleurd maar voor ik een beeld van mijn geschiedenis kan opvangen hoor ik de stem van de leerkracht die al mijn gedachten doorprikt. Tijd voor geschiedenis van het land.
Tijdens de wissel van geschiedenis en Engels, hoop ik dat Max Moons van plaats gaat veranderen. Natuurlijk doet hij dat niet want er is nog steeds niemand die vrijwillig langs me wil gaan zitten. De ijsprinses kan nog steeds niet geloven dat hij langs mij is gaan zitten in plaats van langs haar. Want, ik zal het eerlijk zeggen, als Max Moons aan weet ik veel wie had gevraagd of hij op zijn of haar plaats wou gaan zitten had die persoon dat echt wel gedaan.
De les verloopt saai maar net voor de bel gaat de les over naar een chaos.
'Goed omdat het redelijk vroeg is in het semester en jullie nog weinig moeten doen, geef ik jullie een opdracht,' zegt Boost. Meteen begint het geroezemoes.
'Stilte! Jullie gaan samenwerken met jullie buur. De mail met informatie heb ik net verstuurd!'
Op dat moment gaat de bel. Ik moet maken dat ik weg ben dus draai ik me om naar Max Moons. Hij glimlacht naar me maar ik glimlach niet terug. De ijsprinses kan me ieder moment vermoorden.
'Ik maak de opdracht wel. Geen zorgen je krijgt een tien,' en met die woorden ben ik de deur uit. Ik ren zowat door de gang naar buiten en loop naar het park langs de school. Mijn bus komt om het uur en dus heb ik nu nog 43 minuten niks te doen dus ga ik iedere dag naar het park om ... weet ik veel. Tot rust te komen? Vandaag kijk ik wat de opdracht is voor Engels. Hij is best gemakkelijk. We moeten een Engels boek lezen en daarvan de film kijken, zonder ondertiteling. Dan een verslag maken en indienen op de afgesproken datum. Die krijgen we volgende les wel, denk ik.
Ik kijk tussen de mogelijkheden.
Harry Potter. Die heb ik al vaak gezien en gelezen dus dat is geen optie want ik doe graag iets nieuws.
De bijzondere kinderen van mevr. Perigrine. Dat vond ik niet zo een goede film. Wel goede boeken.
Twilight. Die heb ik nog niet gezien of gelezen maar die stond wel altijd bij aangeboden op de website waar ik mijn boeken haal. Ik hou de boeken die ik heb gelezen liever bij. Soms ga ik naar de bib. Maar meestal kom ik er bekende tegen en dat vind ik niet zo een goed iets.
Ik blijf liever op de achtergrond, al is dat niet altijd even gemakkelijk.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Dit is het eerste hoofdstukje van mijn nieuwe verhaal. Ik hoop dat jullie het leuk gaan vinden!
Ik ben trouwens niet zo zeker van de titel, dus als je het een goede titel vind, laat het zeker weten of stuur een nieuwe titel!
Nog veel leesplezier lieve lezertjes!

Misschien niet zo andersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu