Hoofdstuk 10

25 5 1
                                    

Na een slechte nachtrust en de zware twee eerste uren, moet ik even naar buiten gaan want anders val ik nog in slaap. Ik steek mijn oortjes in en sluit mijn ogen, maar die gaan al snel terug open als mijn oortjes worden uitgerukt.
'Hoe was het gisteren met Max?' vraagt de Ijsprinses en ze gooit haar haar over haar schouder. Gelukkig is ze alleen.
'Goed,' zeg ik.
'Leugenaar,' zegt ze en ze hangt met haar gezicht voor dat van mij. 'Je bent wat gaan wandelen. Of wacht ... was je pappie je vergeten op te halen van school?' zegt ze dan gespeeld beteuterd. Ik sla mijn ogen neer. Zo lang ze maar niet weet dat ik op zangles ga.
'Dat dacht ik al. Wanneer gaan jullie nu werken aan zijn wiskunde?' vraagt ze.
'Donderdag,' zeg ik.
'Ik dacht dinsdag,' zegt ze nadenkend.
'We hebben het verzet,' zeg ik.
'Mhm ...'
'Astrid!' roept dan een zeer bekende stem en we kijken allebei naar de jongen die op ons afkomt.
'Oh, Max, ik was even een praatje aan het maken met onze lieve Rosa,' zegt de Ijsprinses dan en ze glimlacht lief naar hem. Max kijkt me even aan en dan glimlacht hij ook naar de Ijsprinses.
'Ik kon gisteren niet, dus we hebben de bijles verzet naar donderdag. Ik dacht dat ik je dat gezegd had,' zegt Max.
Hoe wist hij waar we het over hadden?
'O, dat weet ik niet meer,' zegt de Ijsprinses en ze fronst een beetje.
'Maakt niet uit, maar we zien elkaar morgen,' zegt Max tegen mij. Ik knik en Max en de Ijsprinses lopen weg. Ik zucht opgelucht en steek mijn oortjes terug in. Mijn ogen vallen vanzelf dicht.

Donderdag komt sneller dan verwacht, vermits ik de hele woensdagnamiddag heb geslapen en af en toe geleerd. Ook heb ik een beetje gelezen, waardoor ik nog maar tien pagina's te gaan heb.
Als het laatste uur ingaat, zie ik dat de Ijsprinses me waarschuwende blikken geeft. Ze denkt dat ik er weer onderuit wil komen, en misschien is dat wel zo.
Ik heb mijn vader gisteren verteld dat ik Max bijles geef. Hij was er wel oké mee omdat ik zo misschien toch vrienden krijg. Ik heb met mijn ogen gerold.
'Trouwens, over de opdracht die jullie met twee gaan maken. De datum is vastgelegd over twee weken, vrijdag,' zegt mijn Engels leerkracht. Ik kijk vlug naar Max die gewoon voor zich uitspaart. Op dat moment gaat de bel en wandel ik naar de ingang van de kluisjesgang. Ik zie de Ijsprinses nog bij haar kluisje staan met Max. Ze zijn in gesprek totdat Max omkijkt. Hij glimlacht, zegt nog wat tegen de Ijsprinses en wandelt naar me toe. Ik wandel al weg waardoor Max een beetje moet joggen om me in te halen.
'Hey,' zegt hij en ik knik.
'Patricia komt ons ophalen,' zegt Max.
'Waarom gaan we niet met de bus?' vraag ik.
'Dat wil Patricia niet,' zegt Max. Ik knik alsof ik het begrijp, maar ik begrijp het niet. Niemand zou ooit zó bezorgt om mij zijn. Misschien mijn moeder, maar ...
'O, daar staat ze al,' zegt Max en ik schrik op uit mijn gedachte.
'Hallo, Rosa, was het toch?' zegt Patricia als we dichterbij komen en ik knik. Ze geeft Max een kus op zijn voorhoofd.
'Hoe was school?' vraagt ze aan ons. Ik knik opnieuw. Max kijkt naar me, in de hoop dat ik iets ga zeggen. Dat doe ik niet dus praat hij.
'Het was leuk. Wat toetsen opgekregen van biologie en wiskunde,' zegt hij.
'O ja, jullie gingen wiskunde leren. Ik dacht dat een sterk vak was?' vraagt Patricia aan Max. Hij kijkt kort naar mij en dan terug naar Patricia.
'Ja, maar deze leerstof snap ik niet al te goed,' zegt hij.
'O, oké,' zegt Patricia en ze stapt ze de auto in. Als ook Max dat wil doen, hou ik hem tegen.
'Weet ze het niet dat je je vader wilt zoeken?' vraag ik fluisterend.
'Nee, ze zou het nooit toelaten,' zegt hij.
'Hoe kom je dan hier?' vraag ik.
'Ik had gezegd dat ik mijn moeders stad wou bezoeken en even rust wou,' zegt Max en dan stapt hij in. Ik wandel naar de andere kant en stap ook in.

Parricia rijdt de oprit op van een groot, modern huis. Ik kijk ernaar met ogen zo groot als schoteltjes.
'Wonen jullie hier?' vraag ik.
'Ja,' zegt Max en hij sjort zijn rugzak over zijn schouder.
'Kom, ik laat jullie zo snel mogelijk beginnen,' zegt Patricia en we worden naar binnen geleid.
We komen uit bij een grote hal die prachtig verlicht is. Er hangen foto's en schilderijen en ik weet niet waar ik het eerst moet kijken.
'We zullen naar boven gaan,' zegt Max en hij gaat naar de trap. Als ik niet volg roept hij mijn naam.
'Rosalien? Kom je?' vraagt hij.
'Rosalien?' vraagt Patricia die haar jas ophangt aan een kapstok. Ik knik.
'Dat is mijn hele naam,' zeg ik. 'Maar Rosa is ook goed.'
'O, oké. Weet je, Max is ook niet zijn hele naam. Hij heet eigenlijk Maxiem,' zegt Patricia zachter en ze lacht een beetje.
'Cia,' zegt Max en Patricia lacht nog een beetje na als ze wegloopt.
'Rosa? Eet je straks mee?' vraagt Patricia voordat ze de hal uitloopt.
'Als dat kan, graag,' zeg ik. Mijn vader is vandaag nog lang op het kerkhof en hij had gisteren al gezegd dat ik alleen mocht eten. Dus waarom thuis alleen eten als ik hier naar Patricia en Max kan zijn? En daarbij, ik kan de Ijsprinses een beetje jaloers maken en haar terugpakken voor dat gedoe met mijn vader.
'Je moet niet op haar letten,' zegt Max dan. Ik knik en glimlach een beetje.
'Doe ik niet, Maxiem,' zeg ik als ik langs hem doorloop.

Misschien niet zo andersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu