Hoofdstuk 9

35 3 3
                                    

Het is dinsdagavond als ik in het kamertje de laatste vijftig pagina's inzet van Twilight. Ik ben benieuwd naar de volgende boeken en natuurlijk ook de films. Ik ben er nog steeds niet zeker van of ik de film vrijdag met Max ga kijken of niet.
'Rosalien! We moeten vertrekken!' roept mijn vader dan en hij komt binnen stormen.
Iedere dinsdagavond ga ik op zangles met mijn lerares, Marije. Ze geeft me al drie jaar les.
'Ik ben klaar,' zeg ik als ik mijn hoody over mijn hoofd heb aangetrokken en mijn spullen in mijn rugzak heb gestoken. We wandelen naar de auto en stappen in. Mijn vader zet de radio op en tikt mee op het stuur.

'Deze moet een sol zijn in de plaats van een la,' zegt Merije en ze laat de juiste noten horen op de piano. Ik zing de sol na.
Ik zing meesral liedjes van Clouseau. Dat is een Belgische band die in het Vlaams zingen. Merije heeft dit keer het liedje Zij aan zij gekozen. Ik vind het een mooi liedje omdat het over twee mensen gaat die onafscheidelijk zijn. Het doet me denken aan mijn ouders vroeger. Je zag de liefde van hen afspatten.
'Zij aan zij gaan we door de storm,' zing ik met de zanger mee, maar ik voel dat het nog niet helemaal zuiver is.
'Blijf oefenen want ik wil dat je dit liedje gaat zingen voor de opendeurdag,' zegt Merije dan.
'Dat kan ik niet,' zeg ik want wat als er mensen van school komen kijken? Ze gaan me uitlachen en dan zorg ik er zelf voor dat de roddelmolen weer aan het draaien wordt gezet.
'Denk erover na,' zegt Merije en ze neemt wat papieren bij elkaar. 'Volgende week gaan we eerst verder met Daar gaat ze en de week daarna ga je dit liedje nog eens zingen. Ik wil dit echt goed hebben, Rosa,' zegt ze en ik knik.
Toen mijn moeder me had ingeschreven voor zangles, had ik eerst een andere docent. Maar die had vaak last van haar stem en uiteindelijk heb ik Merije gekregen. Naderhand hoorde ik van mijn vader dat ze elkaar al kende van de basisschool. Ik had Merije er naar gevraagd, maar pas nadat mijn moeder overleden was. Ze moest zich sterk houden, maar zo ben ik wel te weten gekomen dat mijn moeder ook vaak zong. Dat deed ze niet meer zo heel veel. Ik kon me alleen nog herinneren dat ze me als klein kind in slaap zong.
Merije zei ook dat dat mijn moeders droom was, zangeres worden, maar dat heeft ze opgegeven. Ik weet nog steeds niet waarom, en dat zal ik nooit weten.
'Tot volgende week,' zeg ik dan en ik neem mijn spullen. Als ik buiten het grote gebouw kom, zie ik mijn vaders auto nog nergens. Hij is altijd wel wat later omdat hij vaak de tijd uit het oog verliest, maar als hij er na een kwartier nog niet is, bel ik hem met mijn oude Nokia. De telefoon gaat drie keer over en gaat dan naar de voicemail. Ik zucht en probeer het nog eens. En nog eens. En nog eens.
Steeds gaat hij naar de voicemail en uiteindelijk besluit ik te wandelen. Ik weet de weg naar de begraafplaats en vanaf daar kan ik naar huis gaan.

Ring ring ring.
Ik neem op zonder op het kleine schermpje te kijken.
'Rosalien?' zegt mijn vader van de andere kant van de telefoon. 'Waar ben je? Ik was in slaap gevallen en -
- Het is oké,' onderbreek ik hem. 'Ik ben bij de pizzeria op de hoek.'
'Ik ben er binnen een paar minuten,' zegt mijn vader en dan hangt hij op. Ik slenter nog wat rond en dan komt er een auto langs. Het lijkt alsof alles in slowmotion gaat want de persoon die in de auto zit mag me zo niet zien.
De Ijsprinses zit vanvoor, langs haar moeder. Haar ogen glijden over mijn zwarte kleren en dan worden ze kil.
Ik weet gewoon dat ze me morgen niet zal sparen.

Nadat mijn vader me is komen ophalen en wel duizend keer zijn excuses heeft aangeboden, heeft hij me een warme chocomelk gemaakt. Ik zit in de zetel naar de tv te kijken. De slimste mens ter wereld is op tv, maar ik let niet echt op.
'Het zal niet nog eens gebeuren,' zegt mijn vader dan als hij langs me komt zitten met een mok zwarte koffie in. Hij zet de melk en de suiker op het salontafeltje. Dan zet hij zijn koffie erlangs en giet er melk in.
'Het is oké,' zeg ik en ik neem een slok. Mijn chocomelk is nog warm, maar niet heet.
'Nee, ik had een wekker moeten zetten. Of daar moeten wachten. Ik had mijn telefoon zo hard mogelijk moeten zetten in plaats van op stil. Ik dacht dat ik tijd genoeg had,' zegt mijn vader en hij doet een klontje suiker bij zijn koffie.
'Pap,' zeg ik en ik trek mijn benen op.
'Nee, Rosalien, ik ben een slechte vader geworden en dat spijt me echt heel erg,' zegt hij.
'Zeg dat niet pap,' zeg ik.
'Met je moeder ging het allemaal nog makkelijk, maar ik -
- Pap. Doe het gewoon niet nog een keer,' zeg ik en ik neem een laatste slok van mijn chocomelk, wandel naar de keuken en zet de mok op het aanrecht. Dan wandel ik terug en zeg dat ik ga slapen. Mijn vader mompelt wat, maar wenst me dan een goede nachtrust.
Ik hoop dat ik snel in slaap ga vallen.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Het liedje bovenaan is Zij aan zij. Ik weet dat het wat oude liedjes zijn, maar ik vind ze ook wel tof.
Wat vinden jullie van de liedjes? En van het boek?
Veel plezier lieve lezertjes! x

Misschien niet zo andersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu