Hoofdstuk 31

20 3 0
                                    

Binnen zitten Max en ik met onze rug tegen de verwarming om op te warmen. We hebben onze natte kleren ten droge gelegd op de verwarmingen boven en ik heb Max' kleren weer aan. Max zelf heeft een joggingsbroek en een trui aan. Ik ril nog steeds een beetje van de kou, maar dat gaat wel over.
'Ik hoop dat de sneeuw morgen weg is,' zeg ik dan. Max draait zijn hoofd naar dat van mij en onze ogen vinden elkaar bijna meteen.
'Waarom?' vraagt Max.
'Anders ben ik veel te laat op school en daar heb ik geen zin in,' zeg ik.
'O, ik dacht dat je bang was om sneeuwballen tegen je te krijgen,' zegt Max.
'Euhm ...' zeg ik zacht. 'Vorig jaar werd ik wel een beetje het mikpunt.'
'O, sorry,' zegt hij snel en hij glimlacht verontschuldigend.
'Maakt niet uit,' zeg ik. Dan is het even stil. Max trekt zijn benen op en botst die dan tegen de mijne. Ik bots terug. Max glimlacht en tikt opnieuw tegen mijn benen. Ik doe het terug. We doen het steeds opnieuw, alsof we dat spelletje aan het imiteren zijn met die balletjes.
'Ik vond het trouwens heel rot dat we ruzie hadden. Ik wou gewoon dat je wist dat er iemand achter je staat. Dat er wel iemand voor je is,' zegt Max.
'Oké,' zeg ik zacht. 'Ik bedoel, bedankt, maar het pakte waarschijnlijk niet zo uit zoals je gehoopt had.'
'Nee, niet echt,' zegt hij en hij bots opnieuw tegen mijn benen.
'Ik vond het wel lief,' zeg ik om dat rotgevoel dat hij misschien nog heeft weg te nemen. 'Zoiets heeft nog nooit iemand voor me gedaan.'
Max glimlacht naar me en ik bots met mijn knieën tegen de zijne.
'Hoe reageerde ze?' vraag ik ongemakkelijk.
'Zoals ik verwachte. Eerst zei ze niks meer tegen me. Toen zei ze dat ze me wel wou vergeven als ik haar trakteerde op een drankje na school. We waren vrijdag op een "date" geweest,' zegt Max en hij stopt met het spelletje wat we speelden. Het is wel stom.
'O, hoe was het?' vraag ik.
'Saai, we zijn naar de film gegaan. Ik ben in slaap gevallen en toen ik wakker werd, was de film nog steeds bezig. Daarna zijn we even naar haar thuis gegaan. Er was niemand. Weet je hoeveel keer ze me heeft proberen te kussen? Om ziek van te worden,' zegt Max en hij haalt een hand door zijn haar. Ik kijk naar hem en hij naar mij en heel even, maar heel even kijk ik naar zijn lippen.
Ik snap de Ijsprinses wel.
'Wat heb je toen gedaan?' vraag ik om mezelf van zijn lippen af te leiden. Het liefst zou ik mijn hoofd op zijn schouder leggen, maar is dat niet raar? Voor hem zijn we enkel vrienden.
'Haar afgewezen. Daarna heb ik wat gedronken. Ze bood me eerst whisky aan van haar vader. Ik sloeg het af. Ze wou me dronken maken en het dan waarschijnlijk nog eens proberen,' zegt hij en hij kijkt terug voor zich.
'Vond je het helemaal niet fijn?' vraag ik.
'Niet echt. Ik had het leuker voorgesteld,' zegt hij.
'Misschien lag het aan de persoon met wie je uitging,' zeg ik.
'Dus ik moet met iemand anders daten?'
'Ja, er zijn zoveel meisjes die aan je voeten liggen.'
'Wie dan?'
'Dat weet ik niet,' zeg ik. 'Iemand die bij je past.'
Ben ik hem nu liefdesadvies geven?
'Zei je niet dat je iemand leuk vond?' vraag ik.
'O, euhm, ja,' zegt hij en hij bloost.
'Ik dacht eerst dat zíj dat was, maar vermits de date slecht gegaan was, is zij het waarschijnlijk niet,' zeg ik en ik probeer zijn blik te vangen, maar hij kijkt niet naar mij.
'Nee,' lacht Max, deels om zijn wangen te verbergen en deels omdat het onzin is.
'Misschien moet je haar mee uit vragen,' zeg ik.
'Ik zal erover nadenken?' zegt Max. 'Vind jij ondertussen al iemand leuk?'
'Nee,' zeg ik snel, misschien iets té snel. Mijn wangen worden rood.
Dit is een teken dat je hem leuk vind.
'Je kan het tegen me zeggen, hoor,' zegt Max. 'Ik hoef niet te weten wie.'
'Oké,' zeg ik.
'Oké, ik vind iemand leuk? Of oké, ik zal het je laten weten als dat gebeurd?'
'Euhm ... de eerste?'
Dit is zo dom!
Wat als hij erachter komt dat ik hem bedoel?
'Ik bedoel, ik denk het toch. Het voelt alsof ik hem leuk vind,' zeg ik.
'Je moet niet denken,' zegt Max. 'Je moet voelen.'
'Oké,' zeg ik.
'Wat voel je als je bij hem bent?' vraagt hij. Het lijkt alsof hij moeite moet doen om de vraag er uit te persen. Alsof hij de vraag van zichzelf móét stellen.
'Warm? En misschien een beetje bang omdat ik dit gevoel niet ken?'
'O, mag ik toch vragen wie het is?'
'Tuurlijk,' zeg ik.
Kom met een smoes. Kom met een smoes. Kom met een smoes!
'Ik moet met iemand zingen,' flap ik eruit. 'Dat is een jongen en hij is ...'
'Ja?' vraagt Max en hij kijkt van me weg. Ik had moeten zeggen dat ik op niemand verliefd ben! Wat als de Ijsprinses hier achter komt.
Waar maak jij je zorgen over? Het boeit haar niet eens. Je hebt net gelogen tegen hem! Leugenaar!
'Leuk,' zeg ik zwak. Max kijkt me nog steeds niet aan. Wat is er met hem?
Hij weet dat je liegt! Leugenaar!
'Zullen we ons anders omkleden?' vraag ik en ik sta al recht.
'Als je me recht helpt,' zegt Max en ik help hem recht nadat hij zijn hand heeft uitgestoken. Zijn handen zijn warm en ik moet mezelf dwingen om hem los te laten.

Misschien niet zo andersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu