Hoofdstuk 4

30 5 0
                                    

De volgende morgen komt mijn vader me wakker maken. Hij is al in de weer waardoor ik uit opmaak dat de afspraak van vandaag écht belangrijk is.
'Om tien uur zijn ze er al en, Rosa, zorg dat er niemand anders naar de begraafplaats komt. Ik heb een plaatje gemaakt wat je kan ophangen en -
- Pap, ik snap het. Ik handel dit wel af. Waar moeten de mensen zijn?' onderbreek ik mijn vader voordat hij gaat hyperventileren.
'Bij de soldaten van de tweede Wereldoorlog. Ze gaan rond drie uur weg,' zegt mijn vader en ik knik. Dan pak ik mijn spullen, inclusief het boek van Max Moons. Je weet maar nooit hoe lang ik daar ga zitten. Als mijn vader arriveert ga ik gewoon naar huis om daar verder te leren of een willekeurige horrorfilm ga kijken.

Rond half tien zet mijn vader me af bij de begraafplaats. Ik open de poort, hang het bordje op waar opstaat dat de begraafplaats vandaag gesloten is en ga in het huisje zitten. Ik zet de verwarming af want ik zet het raam aan de kant van de poort open zodat ik de mensen zou horen als ze aankomen. Dan maak ik mijn huiswerk van gisteren af.
Niet veel later wordt de poort geopend en op het raam getikt. Ik kijk op en zie een groepje van vier mensen staan. Twee mannen en twee vrouwen. Ze hebben allemaal wat tassen bij en even denk ik dat het een paranormaal onderzoek gaat zijn op zoek naar spirituele krachten en geesten. Maar dat idee verdwijnt snel als ik twee heel bekende ogen zie.
'Rosa?' zegt Max Moons dan en het enige wat er door mijn hoofd schiet is dat de roddelmolen weer aan het draaien wordt gezet op school.
'Kennen jullie elkaar?' vraagt dan een oudere vrouw. Ze heeft haar donkere haar in een vluchtige knot gedraaid en haar ogen lijken een beetje op die van Max Moons.
'Ja, we zitten samen in de klas,' zegt hij dan. Hij zegt er niet bij dat we samen een project maken.
Dan open ik het raam wat verder.
'Jullie zijn vast de mensen waar mijn vader het over had. Jullie hebben de begraafplaats van de soldaten nodig?' vraag ik dan voor de zekerheid.
'Ja, dat klopt,' zegt een man met een camera in zijn hand en dan valt het kwartje. Ze gaan foto's maken op de begraafplaats met als model Max Moons.
Ik dacht dat je meer mensen nodig had bij een fotoshoot. Of toch zeker een stylist of grote panelen voor het licht.
Misschien hebben ze daarom zoveel tassen bij.
'Dan mogen jullie me volgen,' zeg ik en ik sluit het raam, pak de sleutel van de poort naar de soldaten en wandel naar buiten. Het groepje volgt me en we wandelen naar de soldaten. Daar open ik de poort en laat ze binnen.
'Als jullie iets nodig hebben dan roepen jullie maar,' zeg ik. 'Willen jullie misschien iets drinken?'
Want ze zien er niet echt op voorbereid om hier de hele middag foto's te trekken.
'Dat zou fijn zijn,' zegt de vrouw die in gesprek was met Max Moons.
'We hebben water, bier, cola, fanta, sprite, ...' zeg ik.
'Water is goed,' zegt de vrouw.
'Cola,' zegt de fotograaf.
'Ook water,' zegt de andere vrouw. Ze heeft blond haar en heeft veel, maar mooie make-up op. Misschien is dat een soort styliste.
'Sprite,' zegt Max Moons en hij kijkt me niet begrijpend aan. Hij vind het vast vreemd dat ik hier "werk".
'Oké, ik ben zo terug,' zeg ik en ik wandel weg, terug naar het huisje. Ik sluit de grote poort want mijn vader heeft toch zijn eigen sleutel bij. Dan pak ik het drinken uit de frigo onder mijn vaders bureau. Twee flesjes water, één flesje cola en één flesje sprite. Dan loop ik terug tussen de graven door en open met mijn elleboog de poort naar de soldaten. De fotograaf wandelt rond. Ik denk dat hij aan het kijken is waar hij het beste de foto's zou trekken. Max Moons zit in een stoel en heeft een beetje make-up op zijn gezicht, die door de vrouw met de blonde haren wordt aangebracht. De andere vrouw is met Max Moons aan het praten. Ik breng iedereen zijn drinken en ben net klaar om terug te wandelen als iemand me op mijn schouder tikt. Het is de vrouw met de bruine haren.
'Ik ben Patricia trouwens. Max is mijn zusters kind, maar ze is overleden. Ik ben ook zijn manager maar ik wil je even iets vragen,' zegt ze en ik knik.
'Wil je alsjeblieft niks online zitten. Geen foto's op instagram of op snapchat. Geen tweets of dat soort dingen?' vraagt Patricia.
'Oké,' zeg ik. Patricia glimlacht.
'Wil je anders even helpen met iets. Ond vijfde lid is ziek gevallen en we willen graag het goede licht voor de foto's.'
'Oké,' zeg ik weer. Dan help ik ze met opzetten en af en toe trekt de fotograaf een foto om te kijken hoe het licht is. Max Moons zit nog in zijn stoel en praat wat met de blonde vrouw. Dan staat alles en willen ze beginnen. Ik weet niet waarom, maar ik blijf nog even staan. Max Moons glilacht naar me als hij van de fotograaf op een grafsteen moet gaan staan. Ik zou niet weten of dat mag of niet, maar voor deze ene keer is het niet zo erg.
Dan wil ik omdraaien, maar voordat ik kan wegwandelen, roept er iemand. Als ik me omdraai zie ik Max Moons op de grond liggen.

Misschien niet zo andersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu