Hoofstuk 30

16 3 0
                                    

Woensdagochtend word ik wakker van haar dat in mijn gezicht kietelt. Ik wrijf het uit mijn gezicht, maar het komt terug. Dan doe ik mijn ogen open en zie dat het niet mijn haar is, maar dat van Max. Hij ligt heel dichtbij en ik voel mijn wangen rood worden. Ik probeer me om te draaien, maar besef dan dat er twee armen om me heen liggen. Mijn arm ligt over Max' middel. Ik slik.
Is het vreemd dat ik hier wil blijven liggen?
Nee, elk verliefd mens wilt bij zijn geliefde zijn.
Ik besluit om Max wakker te maken omdat ik anders toch niet uit zijn armen kom.
'Mhm,' kreunt hij en hij trekt me iets meer tegen zich aan. Ik voel zijn adem op mijn huid en krijg kippenvel.
'Maxiem,' zeg ik nog eens waarop hij langzaam zijn ogen open doet en vrijwel meteen de mijne vinden. We blijven zo liggen en ik sla mijn ogen neer. Onze lichamen plakken bijna tegen elkaar. Als ik opkijk, is Max een beetje rood wat mij ook doet blozen. Meteen laat hij me los en gaat iets meer naar achter waardoor hij op de grond valt. Maar omdat ik hem nog wou vasthouden, val ik met hem mee. Ik beland op hem en slik. Wat is hij dichtbij.
Buig naar hem toe!
'Sorry,' mompel ik in plaats daarvan en ga van hem af.
'Nee, het was mijn schuld,' zegt Max. 'Zullen we gaan eten?'
'Oké,' zeg ik. We gaan naar beneden waar een papiertje op de tafel ligt.
'Cia is al weg. Ze heeft chocobroodjes in de frigo gelegd,' zegt Max en hij opent de frigo en haalt er een zakje uit.
'Warm of koud?' vraagt hij.
'Warm,' zeg ik. Volgens mij ben ik ziek aan het worden want zelfs nu heb ik het al koud. Of misschien komt dat omdat Max' armen niet meer om me heen liggen.

Na het ontbijt gaan we naar boven. Max laat me weer omkleden in de badkamer en deze keer klop ik op de deur als ik terug kom. Gelukkig is hij al omgekleed.
'Zullen we anders naar buiten gaan?' vraagt Max en ik ga naar het raam om naar buiten te kijken. De sneeuw is blijven liggen, een dikke 20 cm. Maar goed dat het vandaag geen school is, anders zouden we heel lang stil staan met de bus.
'Euhm ... oké,' zeg ik en we gaan terug naar beneden. Max trekt een dikke jas, een sjaal en handschoenen aan en ik trek mijn jas aan. We doen onze schoenen aan en gaan naar buiten via de achterdeur. De winterwind is koud en ik rits mijn jas snel dicht.
Ik kijk naar de tuin, maar ik kan weinig zien omdat de sneeuw als een deken alles bedekt. Dan voel ik dat iets kouds langs me heen zoeft. Ik draai me om en zie Max glimlachen. Hij maakt een nieuwe sneeuwbal en net wanneer hij die wil gooien, gooi ik een sneeuwbal naar hem toe. Max ontwijkt hem soepel en gooit de zijne naar mij. Ik ren wat verder de tuin en in en val bijna omdat de sneeuw mijn zwarte All stars opslokt. Max gooit een nieuwe sneeuwbal en hij raakt mijn arm. Ik gooi er één naar hem die vol in zijn gezicht komt.
'Die krijg je terug!' roept hij lachend en bibberend. Hij komt op me aflopen en ik probeer nog weg te komen, maar zijn armen grijpen me al rond mijn middel vast.
'Maxiem!' roep ik als hij me optilt en doet alsof hij me in de sneeuw laat vallen.
'Wil je niet vallen?' vraagt hij.
'Nee, want ik heb geen nieuwe kleren mee,' zeg ik.
'Dan doe je toch gewoon mijn kleren terug aan,' zegt hij en hij doet opnieuw alsof hij me wil laten vallen. Ik schreeuw het uit als een klein kind, maar voor een keertje mag ik doen alsof.
'Je bent net een kleuter,' zegt Max en ik kan ontsnappen uit zijn armen. Mijn haar hangt voor mijn gezicht en snel doe ik het achter mijn oren. Ik raap weer een hoopje sneeuw op en bol het tot een balletje. Max is hetzelfde aan het doen en als ik wil gooien, wil hij hetzelfde doen. We blijven staan. Allebei met een sneeuwbal in onze hand. Max glimlacht en doet een schijnbeweging waardoor ik bijna val.
'Gooi jij maar eerst,' zegt Max.
'Nee, doe jij maar,' zeg ik.
'Lady's first,' zegt hij.
'Oké,' zeg ik en ik gooi de sneeuwbal en duik daarna meteen op de grond. Dat bleek niet zo een slim idee te zijn, want de sneeuw kruipt achter mijn trui, in mijn shirt. Geen pretje. Ik spring terug recht en klop de sneeuw van mijn kleren af en haal het achter mijn shirt vandaan. Dan komt Max op me af en geeft me een paar handschoenen. Hij lacht.
'Hier, die was ik je vergeten te geven,' zegt hij.
'Dat is wel een beetje laat,' zeg ik en ik ril omdat de sneeuw nog niet weg is.
'Wil je binnen opwarmen?' vraagt hij.
'Eerst gaan we nog een sneeuwengel maken,' zeg ik en ik ga naar een plekje in de grote tuin dat nog gespaard is gebleven. Daar ga ik in de sneeuw liggen en maak snel een engel. Ik sta terug recht en kijk ernaar. Hij is nog wel gelukt. Ik kijk naar Max, die rechtstaat maar bijna valt en zo zijn engel verpest.
'Mijne was ook mooi,' zegt hij.
'Totdat je viel,' zeg ik.
'Ja, dat heeft het een beetje verpest,' zegt hij lachend en we draaien ons naar elkaar om. Zijn ogen vinden de mijne en ik voel opeens niks meer van de kou.
'Zullen we naar binnen gaan? Ik weet zeker dat je sokken zeiknat zijn door die pantoffeltjes,' zegt Max en hij wijst naar mijn schoenen. Nu voel ik inderdaad dat mijn tenen kleine ijspegeltjes zijn.
'Kom, dan maak ik een tas chocomelk,' zegt Max en hij slaat een arm om me heen en we wandelen naar binnen.
Ik negeer het warme gevoel wat in mijn maag opborrelt.

Misschien niet zo andersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu