Hoofdstuk 7

39 5 0
                                    

'Rosalien?' zegt iemand van ver en langzaam ontwaak ik uit mijn slaap.
'Ja?' zeg ik en ik wil in mijn ogen wrijven, maar wordt tegengehouden door mijn bril. Ik voel dat iemand die van mijn neus haalt en ik open mijn ogen. Rond me zie ik allemaal lichtjes hangen en ik bedenk me dat ik in de logeerkamer lig met Max langs me.
Wacht wat?
Ik zoek over het dekbed naar mijn bril en die wordt me snel terug opgezet. Voor me zie ik Max verschijnen en zijn haar staat alle kanten op. Zijn pleister zit nog steeds op zijn hoofd en hij heeft één blauwe plek op zijn rechterarm.
'Wat doe jij hier?' vraag ik hem.
'We waren in slaap gevallen,' zegt hij en dan begint hij te lachen. Ik kijk hem vragend aan.
'Je bent met je bril in slaap gevallen en nu heb je die strepen op je gezicht,' zegt hij nog nalachend. Ik haal mijn schouders op want dat is al vaker gebeurd.
'We zullen gaan eten,' zeg ik in plaats van op mijn bril in te gaan en ik sta op en wandel naar beneden.
'Goedemorgen,' zeg ik als ik de keuken binnenkom en mijn vader aan het fornuis zie staan. Op zondag maakt hij altijd pannenkoeken omdat we dan allebei uitslapen en pas wakker worden rond elf uur. Dan is het te laat voor het ontbijt en te vroeg voor het middageten en pannenkoeken kun je terug opwarmen als je rond één uur terug honger hebt.
'Waar is onze speciale gast?' vraagt mijn vader en doet wat deeg in de pan.
'Nog boven, denk ik,' zeg ik. Ik dacht dat hij me gevolgd was.
'Heb jij een beetje goed geslapen in de logeerkamer? Was het er niet te koud?'
'Nee, ik had een extra deken mee,' zeg ik en ik ga zitten aan de houten tafel.
'Ik heb net Patricia aan de lijn gehad en ze komt hem om een uur of één halen. Dan gaan ze de fotoshoot opnieuw doen.'
'Oké, ik moet toch nog wat leren en ... Wat is er?' vraag ik als ik mijn vader hoor zuchten.
'Ik wil dat je hier blijft,' zegt hij.
'Waarom?' vraag ik. 'Is het omdat hij gevallen is? Dat is niet mijn schuld.'
'Nee, ik ga gewoon daarna nog wat dingen regelen en dus hoef je niet mee,' zegt mijn vader en hij draait de pannenkoek om.
'Dan wandel ik naar huis. Pap, je weet dat ik liever niet alleen thuis ben,' zeg ik. Het is misschien wat kinderachtig, maar ik durf het echt niet. Mijn moeder is overleden toen ik alleen thuis was. Ze hadden me opgebeld en gezegd dat we zo snel mogelijk naar het ziekenhuis moesten komen. Ik ben als een gek naar mijn vader toegerend, maar we waren te laat ...
'Goedemorgen!' zegt dan iemand waardoor ik uit mijn gedachte opschrik. Max komt de kamer binnen en draagt de kleren die zijn manager gisteren heeft gebracht.
'Hallo,' zeg ik en mijn vader mompelt wat en legt een pannenkoek op het bord voor me.
'Bedankt, pap,' zeg ik en dan smeer ik siroop op mijn pannenkoek.
'Heb jij ook goed geslapen, Max?' vraagt mijn vader en hij bakt opnieuw een pannenkoek. Max kijkt me kort aan.
'Ja, dank u, en u?' vraagt Max dan.
'Ja, ook goed,' zegt mijn vader en dan kijkt hij naar mij. 'Er waren deze nacht weer wat fotootjes gestolen. Ik heb ze terug gevonden aan de ingang.'
'Moet je dit niet melden?' vraag ik.
'Nee, want ik heb ze teruggevonden. En trouwens, die families kunnen zo een nieuwe foto laten afprinten.' Zegt mijn vader dan en ik knik.
'Welke foto's waren het?' vraag ik.
'Foto's van oudere dames. Waarschijnlijk weer zo een hype om die dingen te stelen,' mompelt mijn vader erachteraan. Ik zucht.

Nadat we onze pannenkoeken ophebben, ga ik naar mijn kamer waar Max zijn spullen bij elkaar pakt.
'Ga je niet mee?' vraagt hij als hij een paar kleren in een sporttas steekt.
'Nee,' zeg ik.
'Maar we hebben een dokter nodig,' zegt Max lachend.
'Je valt niet twee keer,' zeg ik en ik ga weer in mijn favoriete stoel zitten en pak Twilight erbij.
'Ga je het boek uitlezen zodat je vrijdag kan langskomen?' vraagt hij dan. Ik haal mijn schouders op en haal mijn bladwijzer uit het boek zodat ik kan verder lezen.
'Rosalien?' vraagt hij dan.
'Noem me niet zo,' zeg ik bot. Ik ben een beetje prikkelbaar geworden want mijn vader heeft niks meer gezegd over dat alleen thuisblijven, dus moet ik waarschijnlijk hier blijven. Dat komt ook doordat mijn vader tijdens het eten héél geïnteresseerd leek in wat Max doet. Ik kan ook poseren voor een camera.
Alleen denk ik niet dat ik zo "knap" ben. Of zo normaal voor een foto.
'Rosa?' zegt Max dan in plaats daarvan. Ik kijk op. Hij zit op het bed met zijn vingers te spelen.
'Kan ik je iets vragen?'
'Ja,' zeg ik.
'Je kent deze stad goed, toch?' vraagt hij. Ik knik want dat is zo. Ik kan je zelfs blind door de stad rondleiden.
'En je kent hier veel mensen?' vraagt hij.
'Ik ken ze wel, maar praat er niet veel mee,' verbeter ik hem.
'Mhm,' zegt hij nadenkend. 'Kan je goed geheimen bewaren?' Ik knik.
'Wil je me dan helpen met iets?'
'Met wat?'
'Ik ben hier eigenlijk omdat mijn vader hier woont of woonde en ik ben opzoek naar hem. Wil je me helpen met hem te vinden?'
'Wat?' zeg ik. 'Waarom vraag je dat aan mij? Je kan even goed háár vragen of wacht ... het is je geheim en omdat ik het met niemand kan delen vraag je het aan mij?! Nee, ik help je niet,' zeg ik en ik sla mijn boek dicht zonder de bladwijzer ertussen te steken. Ik sta recht en gooi het boek op de stoel.
'Dat is het niet, echt niet, maar als ik het aan Astrid zou vragen dan zou de hele school het weten en -
- En ik kan het niet tegen de school vertellen want ik word uitgescholden door freak en geest!' zeg ik.
'Nee, het is omdat Astrid geen geheimen kan bewaren en we hebben samen een project dus niemand zou het raar vinden,' zegt Max.
Hij weet nog niks van deze school.
'Dat gaan andere mensen juist wél raar vinden. Ik maak de opdrachten altijd alleen dus als ik met jou ga afspreken, gaan ze roddelen en daar heb ik genoeg van,' zeg ik.
'Dat doen ze al, dus waarom niet gewoon mijn vader zoeken?' vraagt hij.
'Nee, ik ga je niet helpen,' zeg ik en op dat moment komt mijn vader de kamer binnen. Hij heeft zijn jas aan en een tas in zijn ene hand.
'We gaan,' zegt hij en dan verdwijnt hij weer. Ik knik en Max pakt zijn sporttas en volgt mijn vader. Zuchtend plof ik op mijn stoel neer, maar ik ga op het boek zitten. Ik zie de bladwijzer nog op mijn bureau liggen en zucht nog eens.
Nu moet ik de juiste pagina nog terug vinden.

Misschien niet zo andersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu