Hoofdstuk 45

15 2 1
                                    

Nadat we een paar keer in de blauwe glijbaan zijn geweest, gaan we naar de springplanken. Max maakt een paar salto's en ik zit aan de zijkant en probeer mijn ogen op hem scherp te stellen. Het lukt een beetje.
'Rosalien!' roept Max dan en ik knijp mijn ogen tot spleetjes. Hij staat op de hoogste springplank en zwaait naar me. Ik zwaai terug en dan springt hij met twee salto's in het water.
Waar heeft hij dat allemaal geleerd?
'Wil je ook eens?' vraagt Max als hij helemaal nat langs me gaat zitten.
'Nee,' zeg ik. Ik heb dus al heel lang niet gezwommen en ik weet niet of ik het nog kan.
'Kom op, Rosalien, je gaat er niet dood van,' zegt Max en hij staat op.
'Wel als ik verdrink,' mompel ik.
'Dan kom ik je wel redden,' zegg hij. Ik rol met mijn ogen en sla mijn armen om mijn lichaam heen.
Oké, ik zal het toegeven, ik kan helemaal niet zwemmen, maar ik wou het voor Max doen en ik dacht dat we niet écht gingen zwemmen. Gewoon zijn vader zoeken en wegwezen.
Niet dus.
'Één keer?' vraagt Max en ik schud mijn hoofd.
'Waarom niet?'
Ik kan het beste eerlijk tegen hem zijn.
'Ik kan niet zwemmen,' zeg ik zacht.
'Ik leer het je wel als je wilt,' zegt hij.
'Dat hoeft niet. Zolang we in het ondiepe blijven en ik kan staan, is alles goed,' zeg ik.
'Dan gaan we daar naar toe,' zegt Max en hij pakt mijn hand en trekt me naar het ondiepe, maar als we langs het diepe bad wandelen, zegt Max: 'Hou je adem in.'
'Wacht, wat, Maxiem!' zeg ik en ik wil terugtrekken, maar Max trekt me al mee het water in en ik kan net op tijd mijn adem inhouden. We blijven een paar seconden onder water en ik open mijn ogen om te kijken waar Max is. Natuurlijk is alles wazig, maar ik zie Max' gezicht dicht bij dat van mij. Na nog een paar seconden, wat wel uren lijkt te duren, komen we terug boven water.
'Maxiem! Doe dat alsjeblieft nooit meer,' zeg ik als hij me rond mijn middel pakt en naar de kant zwemt.
'Astrid is hier,' zegt hij en alle lucht wordt uit mijn longen geslagen.
'Wat?' vraag ik en ik pak het muurtje vast en duw mijn hoofd iets meer naar beneden in de hoop dat niemand ons opmerkt, en dan vooral de Ijsprinses niet.
'Verdomme, ik had niet moeten zeggen dat ik ging zwemmen,' zegt Max en hij slaat met zijn hand tegen het muurtje.
'Hey, het maakt niet uit. We doen gewoon voorzichtiger,' zeg ik. 'Ik zal ook rond kijken.'
Max moet erom lachen want hij weet dat ik zo blind als een mol ben.
'En trouwens ze gaat ons toch niet herkennen,' zeg ik.
'Dat doet ze wel,' zegt Max.
'We kunnen ook nu al je vader zoeken en dan naar huis gaan. Dan gaat zíj ook wel thuis zijn,' zeg ik.
'Maar het gaat waarschijnlijk eeuwig duren tot ik hem vind,' zegt Max en hij gaat uit het zwembad en trekt mij er ook uit.
'Zo moeilijk kan het niet zijn. Kijk we zullen het vragen aan die redder,' zeg ik en ik loop naar hem toe. 'Sorry, zou ik iets mogen vragen?'
'Tuurlijk,' antwoordt de man. Hij is iets groter dan Max en heeft bruin haar wat redelijk kort is geknipt. Ik kijk naar Max en hij staart de man aan alsof hij hem ... herkent?
'Bent u Michael Moons?' vraagt hij en zijn ogen worden groter, wanhopig.
'Ja,' zegt de man een beetje wantrouwig. Max kijkt even naar mij en ik knik, ter bevestiging dat dit echt is.
'Ik ben Maxiem Moons,' zegt hij en dan worden de ogen van de man groot.
'Wat?' vraagt hij zacht en de man stapt dichter naar Max toe. Langzaam sluit hij zijn armen om Max heen.
'Zoon?' fluistert hij, maar ik kan het nog net horen. Max glimlacht en zijn ogen haken zich in de mijne en zijn glimlach wordt nog breder.

Ik zit al een half uur in de cafetaria van het zwembad te wachten. Max en Michael zijn naar een kantoortje achterin gegaan. Ik geef ze hun tijd, maar natuurlijk hebben ze niet genoeg want ze moeten acht jaar inhalen.
'Wil je nog wat drinken?' vraagt oprens een jongen en ik schrik op uit mijn gedachte. Ik heb al twee watertjes op.
'Een warme chocomelk,' zeg ik en de jongen knikt en gaat naar de keuken. Pas nu valt het op dat ik als enige in de cafetaria zit. Natuurlijk zijn de meeste mensen aan het genieten van het warme water in het zwembad. Je hebt van hier uitzicht op het zwembad en ik zie de Ijsprinses van een springplank afspringen. Max had gelijk, ze is hier.
'Alsjeblieft,' zegt de jongen en hij zet het kopje voor me neer.
'Dankjewel,' zeg ik.
'Ben je op iemand aan het wachten?' vraagt hij en ik bekijk de jongen eens goed. Hij heeft groene ogen en blond haar. Meteen valt het op dat hij kleiner is dan Max.
'Ja en ik denk dat het nog even gaat duren,' zeg ik.
'Zit hij of zij nog in het zwembad?'
'Nee, hij is met iemand anders,' zeg ik. De jongen kijkt me met een beetje medelijden aan.
'Niet met een meisje, maar met zijn vader,' zeg ik.
'O, ik dacht al,' zegt hij glimlachend. 'Ik ben Gideon, trouwens.'
'Ro -
- Rosalien?' zegt een bekende stem en ik kijk achter de jongen door naar Max.
'We gaan,' bromt hij.
'Euhm ... oké,' zeg ik en ik voel meteen dat er iets niet klopt. Er zit een frons in Max' voorhoofd en hij kijkt naar de grond.
'Waar is Michael?' vraag ik. Max haalt ruw zijn schouders op.
'Tot een volgende keer misschien,' zegt Gideon en ik zwaai hem gedag met een glimlach. Max pakt mijn hand en trekt me mee, naar buiten.
Wat is er gebeurt?

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Wat zal het zijn?
Trouwens als ik schrijffouten maak, sorry :)
Veel leesplezier lieve lezertjes.

Misschien niet zo andersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu