Nadat we, te laat, binnenkomen en zijn gaan zitten op onze vasten plaatsen, gaat er een geroezemoes de klas rond.
Tijdens de urenwisseling vang ik een roddel op. Max is weer bij de Ijsprinses gaan staan en hij lacht wat.
'Ik heb gehoord dat iemand Rosa en Max samen heeft gezien in het dorpje hierlangs. Ze kwamen uit een koffiehuisje,' zegt het meisje achter me.
'Daten ze? Ik dacht dat Max en Astrid wat hadden?' zegt de ander.
'Blijkbaar niet want als ik Astrid was, had ik Max al lang bij me gehouden. Ik zou hem al nooit met háár laten omgaan,' zegt de eerste weer. Ik staar uit het raam en negeer het gesprek verder.
Tijdens de les heb ik me enorm moeten inspannen om de woorden op te schrijven. Gelukkig had Max dat gezien en mompelde daarna altijd alles wat hij opschreef. Ik glimlachte bijna, maar wist het niet te doen in het bijzijn van de hele klas.
Tijdens de pauze zit ik in de eetzaal met mijn dienblad voor me. Ik ga niet naar buiten omdat ik niet wil dat mensen me in de jas zien. Niet dat ik hem aan moet doen, maar ik voel dat het kouder is dan vorige week.
'Wat is er met je bril gebeurd?' vraagt de Ijsprinses die voor mijn tafel tot stilstand is gekomen. Haar vriendinnen lopen schuins achter haar en lachen zoals duivels zouden doen.
'Dat kan ik beter aan jou vragen,' zeg ik. Max en ik hadden de scherven opgeruimd nadat we de wc hadden verlaten. Of ja, Max had de scherven opgeruimd, ik kon mijn vingers amper bewegen omdat de pleisters in de plooien van mijn hand zaten.
'Ik vond alleen dat je oude bril eens vernieuwd mocht worden,' zegt de Ijsprinses en ze kijkt naar Max' bril.
'Deze staat je beter,' zegt ze alsof ze iets goeds voor de wereld heeft gedaan.
'Hij is niet van mij,' zeg ik.
'Van wie dan wel?'
'Heb je hem uit een vuilnisbak gehaald?' vraagt de rechter Ijsspegel spottend. Ik kijk haar recht aan en haar lach wordt enkel luider. Mijn oren doen er pijn van.
'Nee, je ziet toch dat ze deze van iemand gestolen heeft,' zegt de linkse Ijsspegel en ik kijk haar met vuur in mijn ogen aan, in de hoop dat ze gaat smelten en als een plasje op de grond ligt. Dat doet ze niet.
Helaas.
Ik zou zo graag willen zeggen dat deze bril van Max is, maar dat lijkt me niet zo een slim idee. Ik denk dat niet iedereen weet dat hij een bril moet dragen en ik denk dat de Ijsprinses de bril van mijn neus zou trekken en hem in haar kamer ophangen. Ze zou een roddel verspreiden dat ik de bril gestolen zou hebben. In dat gedoe heb ik geen zin.
'Astrid?' zegt Max en hij komt voor me staan. 'Er zitten eerste jaars aan je tafel.'
'Alweer?' zegt de Ijsprinses en ze wandelt zuchtend weg met haar twee vriendinnen in haar kielzog.
'Max?' zeg ik nog voordat hij ook wil weglopen.
'Ik kan woensdag niet,' zeg ik.
'Waarom niet?' vraagt hij en hij gaat tegenover me op het bankje zitten. Max heeft niet door dat er mensen naar ons omkijken. Ik voel me er ongemakkelijk bij.
'Geen tijd,' zeg ik.
'Wat ga je doen?' vraagt hij.
'Ik moet mijn vader helpen,' zeg ik zacht in de hoop dat alleen Max me hoort.
'Moet ik helpen?' vraagt Max. Ik kijk hem vreemd aan. Waarom zou hij helpen?
'Waarom?' vraag ik.
'Zo kunnen we toch iets doen. Misschien kan ik al aan ons verslag beginnen,' zegt Max. Ik sla mijn ogen neer.
'Daar ben ik al aan begonnen,' zeg ik.
'O. Is het af?' vraagt hij.
'Nee. Ik zit aan de helft van het verhaal, maar het vertalen lukt niet zo goed,' zeg ik.
'Ik kom woensdag langs en dan help ik jou en je vader,' zegt Max.
'Nee, nee, dat hoeft niet. Ik kan prima zelf vertalen en -
'Rosali- Rosa, laat iemand je eens helpen,' zegt Max en ik kijk op.
Misschien moet ik het gewoon accepteren.
'Prima,' zeg ik zuchtend.
'Mag ik erbij komen zitten?' vraagt hij
'Nee,' zeg ik snel, ook al zit hij al.
'Wil je dan bij mij komen zitten?' vraagt Max. Ik moet erom lachen.
'Ik ga nog liever dood dan dat ik dáár ga zitten,' zeg ik en ik wijs over zijn schouder naar de tafel waar de Ijsprinses is gaan zitten met haar Spegels. Ze zal de eerstejaars wel weggejaagd hebben met haar ijzige ogen.
'Waarom niet?' vraagt hij.
'Waarom wel?' vraag ik.
'Omdat ik daar ga zitten,' zegt Max.
Betekent dat dat hij hier weggaat? Wil ik dat wel? Ik heb nog nooit iemand gehad die aan mijn tafel is gaan zítten. De meeste mensen lopen erlangs of kijken er alleen naar.
'Ik weet zeker dat zíj daar niet blij mee gaat zijn als ik bij jullie kom zitten,' zeg ik en ik neem een hap van mijn puree. Misschien moet ik dit toch opeten. Gelukkig biedt de school het eten aan en kon je op het begin van het schooljaar een formulier invullen als je wel of niet een dienblad met eten van de school wou. Hoe meer mensen het doen, hoe minder het kost en op de schoolrekening wordt gezet.
'Je gaat gewoon aan de andere kant van de tafel zitten,' zegt Max.
'Ik zal erover nadenken,' zeg ik, maar ik meen het niet. Nooit ga ik bij háár aan tafel zitten. Dat we in dezelfde klas zitten, kan ik nog aan, maar dezelfde bank delen? Dat gaat te ver.
'Mag ik dan nog even hier blijven zitten?' vraagt hij.
'Dat gaat niet,' zeg ik.
'Omdat er dan roddels opkomen?' vraagt Max en ik zucht. Als je het hardop zegt, klinkt het stom.
Ik ben bang voor roddels, wie zegt dat nu? Misschien moet ik hem hier laten zitten zodat ik me sterker ga voelen tegen de Ijsprinses.
'Oké,' zeg ik zacht. 'Je kan er wel nog even bij komen zitten.'
Vreemd genoeg staat Max op en ik denk dat hij gaat wegwandelen, maar hij loopt de tafel rond en gaat langs me zitten.
Wat?
'Je kon ook daar blijven zitten,' zeg ik.
'Ik wil zien welk uitzicht je hebt. Dit is veel beter dan aan Astrids tafel,' zegt Max en hij kijkt de ruimte rond.
'Ach ja, ik heb de juiste tafel uitgekozen zeker?' vraag ik en ik kijk naar Max.
'Ja,' zegt hij en hij draait zich naar mij. Dan bestudeert hij mijn gezicht en kijk ik snel weg.
'Ik vind dat die bril je wel staat,' zegt Max zodat hij mijn aandacht weer trekt.
'Jóúw bril,' zeg ik en ik neem nog een hap, maar het is al koud geworden dus schuif ik het dienblad iets verder weg.
'Misschien moet dit je nieuwe bril worden,' zegt hij.
'Jouw bril?' vraag ik nu.
'Nee, de vorm en het materiaal past beter bij je gezichtsvorm,' zegt hij.
'Ik weet niet of ik zelfs ooit een nieuwe bril krijg,' mompel ik.
'Hoezo niet?'
'Hoor je altijd wat ik zeg als ik mompel?' vraag ik om zijn onderwerp te ontwijken.
'Ja, meestal wel. Fotografen doen het ook soms als ik iets verkeerds doe. Dan mompelen ze vloekwoorden,' zegt hij. Ik knik.
Het is even stil.
'Waarom kan je nu geen nieuwe bril kopen?' vraagt Max, de stilte doorbrekend.
'Gewoon, een bril is duur,' zeg ik.
'Dat is waar,' zegt Max en dat is ook het enige wat hij erover zegt.~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Ik ben dus morgen jarig dus ik ga heel veel hoofdstukken online gooien van dit boek! (Tot hoofdstuk 33, verder heb ik nog niet geschreven)
Nog veel leesplezier lieve lezertjes
JE LEEST
Misschien niet zo anders
Roman d'amourRosalien heeft een bleke huid, spierwitte haren en een bril. Ze heeft nog net geen rode ogen. Korter gezegd: ze is een albino. Op school heeft ze het moeilijk maar waneer Max Moons ter tonele verschijnt lijkt alles gemakkelijker te gaan. Ze moet o...