Hoofstuk 26

21 2 0
                                    

Na school ga ik naar de begraafplaats waar ik mijn huiswerk maak.
'Moet ik je komen halen?' vraagt mijn vader als hij rond half zeven het kamertje in wandelt en de computer opstart.
'Nee,' zeg ik en ik voel mijn wangen een beetje branden.
'Neem wel een fluohesje mee voor in het donker,' zegt hij en hij gooit er eentje vanuit zijn bureaula naar me toe.
'Pap,' zeg ik.
'Ik wil niet dat je wordt aangereden. Desnoods laat je Max het maar dragen,' zegt hij en ondertussen tikt hij wat op de computer. Ik raap mijn spullen bij elkaar waaronder mijn teksten en drinken en, speciaal voor mijn vader, het fluohesje. en niet te vergeten, Max' bril.
'Wacht even. Ik moet nog een mail versturen. Er komt iemand die wat foto's wil nemen voor de 100jarige herdenking van WOII,' zegt mijn vader en hij tikt wat op de computer. Ik zie hem tabbladen sluiten en dan een andere openen. Hij schrijft een hele tekst en verstuurd die.
'We kunnen gaan,' zegt hij en hij houdt de deur voor me open.
We vertrekken naar de zangles.
En ik ben op van de zenuwen.

Merije heeft net meegedeeld dat ik met iemand anders ga zingen als ik mee doe aan de opendeurdag. Ze heeft me nog een extra week gegeven. Ik denk dat ze dat gaat blijven doen totdat ik "ja" zeg.
'Hoor je de achtergrond zangers bij het refrein als Koen Wouters iets anders zingt?' vraagt Merije en ze zet het liedje Zij aan zij op.
'Ja,' zeg ik als ze de muziek heeft afgezet.
'Jij moet de voorgrond zingen omdat ik vind dat dat bij jouw stem past. De ander gaat de achtergrond zingen, maar een halve toon lager,' zegt Merije.
'Waarom laat je mij dat dan niet zingen?' vraag ik.
'Zelfvertrouwen,' zegt ze.
'Huh?' zeg ik.
'Ik denk dat jij dat meer hebt dan de ander,' zegt ze.
'Oké,' zeg ik argwanend. Ik denk dat ze me een grotere rol wilt geven zodat ik ga mee doen.
'Goed, volgende week is de zangles op donderdag avond want dan heeft de ander ook zangles,' zegt Merije en ze speelt de intro al van Zij aan zij.
'Nu gaan we dit nog een keer doen en dan mag je doorgaan,' zegt ze en ik kijk op de klok. Zeven voor acht. Ik heb nog even.
'Cool en zelf voldaan, tikt het noodlot aan. En schud alles door elkaar. Heel m'n wereld door elkaar,' zing ik terwijl Merijes vingers over de toetsen glijden. Als ik aan het refrein begin, zie ik iets in mijn ooghoeken bewegen. Ik draai me een beetje en zie dan de warme, bruine ogen van Max. Het lijkt alsof de tijd even blijft stilstaan en daarna vergeet ik de tekst van het liedje. Merije heeft niks door en zingt de tekst voor me voor. Snel herpak ik me en zing de tekst terug en kijk naar Merije in plaats van naar Max.
'Je waakt over mij, ik waak over jou. Ik wou, dat er niets gebeuren kon,' zing ik verder en daarna zing ik het stukje nog eens en Merije zingt met haar stem de achtergrondmelodie.
Daarna zegt Merije nog mijn werkpunten, maar ik luister niet. Mijn hoofd vult zich met miljoen vragen want wat doet hij nu al hier?
'Tot volgende week,' zegt ze dan. 'En niet vergeten, volgende week dinsdag én donderdag!'
Eerst wil ik nog zeggen dat ik niet kan, maar ik kan wel want ik had het project met Max afgezegd.
Als ik buiten kom nadat ik mijn spullen heb gepakt, zie ik Max naar me toe lopen.
'Kunnen we buiten praten?' vraag ik voordat Max iets kan zeggen.
'Tuurlijk,' zegt hij en we wandelen in stilte naar buiten. We nemen een straatje langs het muziekgebouw en daar doorbreekt Max de stilte.
'Ik wist niet dat je kon zingen,' zegt hij. Ik haal mijn schouders op.
Hoe moet ik dit gesprek beginnen?
'Mijn moeder stuurde me ernaar toe omdat ik altijd in de douche zong,' zeg ik.
'Over sturen gesproken, ik ben blij dat je dat berichtje stuurde,' zegt hij.
'Sorry, daarvoor,' zeg ik en Max kijkt me niet-begrijpend aan.
'Omdat ik je vijf dagen heb genegeerd. Omdat ik van je weg liep. Omdat ik je heb achtergelaten bij háár,' veduidlijk ik mezelf.
'O, dat,' zegt Max zacht en ik knik.
'Sorry,' herhaal ik.
'Geeft niet,' zegt Max. 'Het was een beetje mijn eigen schuld.'
'Hoezo?' vraag ik.
'Ik had er zo niet tussen moeten komen,' zegt hij.
Hij had gezegd dat hij van me hield.
Meteen gaat er een warm gevoel door me heen.
Shit.
'O, dat. Het is oké,' zeg ik.
'Wil je me nu wel helpen?' vraagt Max hoopvol en we slenteren een nieuw straatje in.
'Ik weet het niet,' zeg ik. 'Ik kan zaterdag wel nog meegaan en als dat je vader is moet je verder met hem. Zo niet, dan weet ik het niet,' zeg ik en ik steek mijn handen dieper in de zakken van de jas. Ik heb hem aangedaan omdat ik weet dat ik lang ga praten met Max en ik wist niet of we snel binnen zouden zitten, of niet.
'Juist,' zegt Max en hij knikt.
'Maar zoals ik al zei. Ik wil wel mee,' zeg ik. Max draait zijn hoofd richting dat van mij. Een kleine glimlach kan ervan af. Meteen denk ik terug aan zijn ineengedoken gestalte toen hij zaterdag avond weg liep.
'Waarom kwam je zaterdag toch?' vraag ik.
'Ik dacht dat je misschien wel wou meegaan, het was een stomme gedachte,' zegt hij. Ik zeg niks terug.
'Dus je gaat deze zaterdag wel mee?' vraagt hij voor de zekerheid en ik knik.
'Hoe zit het nu met ons Englesverslag?' vraagt Max.
'Ik heb het af,' zeg ik.
'O,' zegt Max. 'Dus ik moet er niks aan veranderen?'
'Nee, en zoals ik al zei, we krijgen een tien,' zeg ik.
'Hoezo?' vraagt hij. Ik haal mijn schouders op.
'Ik weet het gewoon,' zeg ik.
'Waar gaan we eigenlijk naar toe?' vraagt Max als we even in stilte hebben doorgewandeld.
'Vertel het maar, zolang er koffie of warme chocomelk is, is alles goed,' zeg ik.
'We zullen naar mijn thuis gaan. Ik ken de rest van de stad nog steeds niet,' zegt Max en we lopen naar zijn thuis.

Misschien niet zo andersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu