06

434 19 3
                                    

Hardhandig wordt ik uit mijn slaap getrokken door iemand die aan mijn armen en benen trekt. Verwilderd kijk ik om me heen.

Vandaag ga ik naar huis.

Als ik me dat weer realiseer verschijnt er voor het eerst sinds lange tijd een glimlach op mijn gezicht.

'Staan.' beveelt de jongen die me los aan het maken is. Er komt nog iemand anders naar binnen lopen. Hem heb ik nog nooit gezien.

Ik kom langzaam omhoog, maar omdat ik al zolang niet meer bewogen heb en zo zwak ben, heb ik geen kracht om te staan. Ik zak door mijn benen en val op de grond.

'Til haar op.' bromt de nieuwe jongen.

De andere jongen doet wat hij zegt en tilt me op. Ik voel me er niet fijn bij, maar laat het gebeuren. Het enige wat ik nu wil is naar huis.

Ik word allemaal gangen door getild die ik nog niet eerder gezien heb. Dan lopen we naar buiten. Het felle licht doet pijn aan mijn ogen en ik krimp in elkaar.

Ik word een busje ingelegd en de deuren worden dicht geslagen. Omdat het hier iets donkerder is begin ik een beetje aan het zonlicht te wennen. De bus komt ik beweging en voor ik het weet zijn we aan het rijden.

Op weg naar huis. Terug naar mijn familie en vrienden. Ik kan gewoon niet geloven dat ik ze echt weer ga zien. Ik had niet verwacht dat ik hier levend uit zou komen.

Ik probeer uit het raampje te kijken maar dat lukt niet echt. We rijden lang, ik heb geen idee hoe lang, maar het voelt als uren als we ineens tot stilstand komen.

Ik hoor de mensen voorin het busje fluisteren. Blijkbaar zijn een paar anderen nu de afgesproken plek aan het verkennen en als het veilig is rijden wij erheen.

'Veilig!' hoor ik dan door een telefoon. Het busje begint langzaam weer te rijden en stopt dan weer. De mensen die voorin zitten stappen uit.

'Éen hand omhoog, degene met het geld vooruit!' zegt iemand.

Mijn ogen worden groot. Is dat Niall?

'Leg maar neer en loop weer terug. Als je ver genoeg bent droppen wij haar hier en rijden we weg. Als je ook maar iets probeert, schieten we haar dood.'

Ik probeer te luisteren naar wat er allemaal gezegd wordt, als de deuren van het busje ineens open gaan. De twee jongens die me net ook naar buiten gebracht hebben, grijpen me vast en zetten een pistool tegen mijn hoofd. Een van hen legt zijn vinger tegen mijn lippen als teken dat ik stil moet zijn.

Even is het stil. Ik heb geen idee wat er gebeurt.

'Voordat je het geld pakt wil ik haar eerst zien!'

De tranen springen in mijn ogen. Niall is echt gekomen. Hij komt me halen.

'Prima.' wordt er geantwoord. De twee jongens die me vasthebben duwen me naar buiten, me aan mijn armen vasthoudend. We zijn op een open veld, omringt door bos. Ik tuur in de verte, zoekend naar Niall.

En dan zie ik hem. Tussen de bomen vandaan komt een blonde jongen mijn kant op rennen. Ik herken hem uit duizenden.

'Niall!' schreeuw ik hard, zo hard heb ik nog nooit geschreeuwd. Ik sla met alle kracht die ik heb de handen die me vasthielden van me af en begin te rennen.

'Roos!' schreeuwt hij huilend. 'Roos!'

Het is hem echt. Hij is hier gewoon. Hij komt me halen en we gaan weer veilig naar huis.

'Niall!' gil ik, steeds dichterbij komend.

En dan blijft mijn voet haken en struikel ik. Mijn lichaam valt over de grond en rolt door het gras. Snel wil ik weer opstaan, maar wordt vastgegrepen en terug getrokken.

'Nee!' schreeuw ik, de tranen over mijn wangen rollend. 'Nee!!' Ik sla en schop hem aan alle kanten maar de jongens hebben me stevig vast. Ik kijk om en zie dat Niall steeds dichterbij komt. In de verte herken ik ook vaag Bryan, June en Zayn die naar me toe komen rennen.

'Dit was niet de afspraak!' brult weer een andere jongen die ik nog nooit eerder heb gezien. Hij grijpt de zak met geld en gooit die in de bus. 'Je zou alleen komen!'

Hij pakt een pistool en richt die op Niall. Mijn ogen worden groot. 'Niall! Stop!' gil ik zo hard als ik kan.

Pang!

'Niall!' huil ik. Ik probeer weer los te komen maar er word nu ook een pistool tegen mijn hoofd gezet. Huilend zak ik neer op de grond en kijk hoe bijna al mijn familie en vrienden tussen de bomen vandaan komen en naar Niall en mij toerennen.

Niall ligt op de grond en er ligt een rood plasje met bloed om hem heen. Ik weet niet waar, maar hij is geraakt.

De jongens die me vast hebben slepen me terug naar de bus. Bryan, die nog steeds onderweg is naar mij toe, ziet het gebeuren en begint te schreeuwen. 'Roos!'

'Bryan, stop!' roep ik in paniek. Straks wordt hij ook nog neer geschoten.

'Ik hou van je!' huilt hij. Dan zie ik niks meer en wordt ik weer terug in de bus gegooid. De bus scheurt weg en ik hoor nog een schot.

Huilend en helemaal in paniek zak ik in elkaar, en niet veel later verlies ik mijn bewustzijn.

-

Sorry, ik had het gister echt heel erg druk dus het hoofdstuk is iets later!

Young 2 || Niall HoranWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu