Pov Rozemarijn
'Niet uitdoen, anders zwaait er wat.' mompelt Iris tegen me als we weer in de Jeep zitten. Ze heeft het over mijn lippiericing. Ook heeft ze mijn haar weer bijgeverfd naar zwart, heb ik bruine contactlenzen in en een bril op. En mijn neus staat natuurlijk nog steeds niet recht. Het is 35 graden buiten maar ik moet ook een sjaal om die de onderkant van mijn gezicht bedekt.
Vandaag mag ik mee naar de stad. Ik weet niet precies waarom, maar ze worden steeds losser. Ik mag ook rondlopen in het huis en zwemmen buiten als er maar iemand toezicht houdt.
De auto komt tot stilstand en Iris maakt mijn gordel los. 'Uitstappen.' beveelt ze. Gauw doe ik wat er van me wordt gevraagd.
Verbaasd kijk ik in het rond. Het is hier erg druk. Zou niemand weten wie ik ben? Zijn ze me echt allemaal al vergeten?
Iris geeft me een duwtje vooruit en ik loop tussen de groep in. Het voelt zo raar om weer tussen andere mensen te lopen. Wat als ik nu begin te gillen? Zouden mensen me dan komen helpen?
Ik kan ook gewoon heel hard wegrennen. Ik kijk om me heen waar ik mogelijk heen zou kunnen rennen.
Ik probeer mensen aan te kijken om oogcontact te maken maar niemand heeft aandacht voor mij. Alle mensen zijn te druk bezig met hun telefoon of lopen gehaast langs ons.
'Recht vooruit kijken.' sist Iris en zet met haar handen mijn hoofd recht. Ik knik en houd mijn hoofd recht.
Zal ik gaan gillen? Dan zullen mensen toch wel omkijken?
Nerveus speel ik met mijn handen. Wat als ik nooit meer zo'n kans krijg?
Dan lopen we een winkeltje in. Hier zijn geen mensen. Hier kan ik dus ook niet wegkomen.
De bel die boven de deur hangt ringelt als we binnen komen. Even later komt er een jongen door een deur gelopen de winkel in. Hij begint te praten in het Thai.
Ik versta er niks van, maar het klinkt als een begroeting. Spike zegt het zelfde tegen hem terug en loopt dan naar hem toe om verder te praten. Hij begint in dezelfde taal terug te praten. Blijkbaar kan hij ook Thai.
De jongen kijkt schichtig om zich heen en geeft dan een klein pakketje aan Spike. Hij stopt het snel in zijn jaszak en draait zich dan weer om.
'We gaan weer.' bromt Spike en loopt voorop de winkel weer uit. Zodra de rest in beweging komt begin ik ook te lopen.
De bel ringelt weer als we naar buiten lopen.
We lopen weer met z'n vijven door de straten van de drukke stad. Ik probeer de omgeving te onthouden zodat als ik een keer weet weg te komen, ik de omgeving een beetje ken.
'Zullen we hier gaan eten?' vraagt Iris ineens enthousiast. We lopen langs een luxe en mooi restaurant.
'Ja, wow! Kijk wat ze allemaal op het menu hebben staan!' zegt Finn die al een menukaart in zijn handen heeft.
'Nee.' bromt Spike. 'Doorlopen.'
'Ah, please? Kijk nou, we kunnen echt wel zo'n heerlijke maaltijd gebruiken.' smeekt Iris. Ik heb ondertussen ook gemerkt dat Iris de enige is die tegen Spike in kan en durft te gaan. Als Finn of Joshua dat doet gaat hij gelijk door het lint.
Spike kijkt haar met gespleten ogen aan en zucht dan. 'Maar wat moeten we dan met haar?' vraagt hij, doelend op mij.
'Zij kan ook best wat krijgen. We hebben geld zat en ik wil niet dat zij ons tegen houdt om leuke dingen te gaan doen.' zegt Iris en kijkt me aan. Ik sla mijn ogen neer en schuifel naar achter.
Niemand zegt wat.
'Mooi! We gaan uiteten!' zegt Iris blij en gaat al op een stoeltje zitten. De rest gaat ook zitten en ik ga er ongemakkelijk bij zitten.
Er komt direct al een ober aan die in het Thai begint te praten met Spike. Blijkbaar kunnen niet veel mensen Engels hier. Of ze proberen het gewoon niet omdat Spike hun taal spreekt.
Ik krijg een menukaart aangeboden die ik aanneem. Ik wacht tot de anderen hun kaart geopend hebben en doe dat dan ook. Mag ik nu ook wat bestellen? Iris zei van wel toch?
Mijn ogen scannen het eten en de prijzen. Het is echt verschrikkelijk duur. 2711 THB voor een broodje met wat vlees? Als ik het goed heb is dat ongeveer 70 euro. En dat is een van de goedkopere dingen die ze hebben.
Ze willen vast niet dat ik hier wat neem. Ik klap mijn menukaart weer dicht en leg hem weer op de tafel.
Om me heen lopen allemaal mensen voorbij. Zou helemaal niemand me herkennen? Misschien heb ik geluk en loopt er toevallig een fan van de jongens langs die me ziet. Maar ik zie er natuurlijk heel anders uit. Ik herken mezelf haast niet eens terug.
De ober komt weer terug om onze bestellingen op te nemen. Spike vraagt aan iedereen wat ze willen. Dan komt hij bij mij aan.
'Wat wil jij?' vraagt hij en kijkt me aan. Gauw kijk ik naar de tafel.
'Ik hoef niks.' mompel ik.
'Je moet.' sist hij en ik kijk hem bang aan. 'Anders valt het op.'
'Doe maar nummer 38 dan alsjeblieft.' zeg ik zacht. Spike geeft het door aan de ober en hij loopt weer weg. Ik durf niemand aan te kijken dus kijk maar naar de tafel.
Gelukkig wordt al snel het eten voor ons neergezet. Mijn ogen worden groot van het lekkere eten wat er voor me staat. De heerlijke geur dringt mijn neusgaten binnen. Het is echt lang geleden dat ik een normale maaltijd gegeten heb.
Gelijk pak ik het broodje en neem er een aantal happen van. Dan zie ik dat Spike me een waarschuwende blik geeft dus leg ik snel het broodje weer neer.
'We zitten in een net restaurant. Eet met mes en vork. Je bent toch geen fucking varken.' zegt hij en ik knik.
Zodra ik weer verder eet vergeet ik alweer wat voor opmerking hij maakte. Dit eten is echt verrukkelijk.
Het voelt bijna alsof ik op vakantie ben.
Bijna.
JE LEEST
Young 2 || Niall Horan
FanfictionRozemarijn Dekker en Niall Horan "We've been friends for so long I can't remember which one of us is the bad influence" Vervolg op Young