13

392 18 10
                                    

Pov Rozemarijn

De deur van mijn kamer rommelt en van schrik kijk ik op. Met een knal zwaait hij open en Spike komt met ogen die vuur spuwen naar binnen.

Hij pakt me ruw bij mijn arm vast en trekt me mee.

'Auw.' kreun ik. Gauw sla ik mijn hand voor mijn mond.

Ik word naar beneden getrokken en strompel meerdere keren over mijn eigen voeten. Heb ik wat verkeerd gedaan? Ik voel mijn ademhaling versnellen.

'Spike!' hoor ik Iris roepen terwijl we de voordeur uitlopen. 'Dit is niet verstandig!'

Spike luistert niet en trekt me mee naar de auto. Hij doet de achterdeur open en wil mij erin zetten, maar wordt tegen gehouden door Iris. Ik kijk om en zie dat Joshua en Finn ook meegelopen zijn.

'Je gaat hier spijt van krijgen.' sist ze. 'Je brengt ons allemaal in gevaar.'

'Ik weet wat ik doe.' mompelt Spike en gooit haar met een harde duw van zich af, waardoor ze op de grond belandt.

'Hey, we zijn een team toch?' vraag Joshua. 'Moeten we dit soort dingen niet met z'n allen bespreken?'

Spike reageert niet en zet me in de auto. Ik heb een eigen plek met handboeien aan de stoel waar hij me aan vastbindt. Hij gooit de deur dicht en gaat voor Joshua staan. Ik kan niet meer horen wat ze zeggen, maar ik zie wel dat Spike heel boos is. Ineens geeft Spike Joshua een flinke klap en stapt dan in de auto. Geschrokken kijk ik naar Joshua die met een flinke bloedlip ons nakijkt.

In stilte wacht ik af waar we heen gaan. Het gaat vast niks goeds zijn. We rijden veel te hard en sommige bochten halen we echt nog maar net.

Mijn hart racet in mijn borstkas. Ik weet niet of ik banger ben dat we deze reis niet halen, of dat wat er na komt. Misschien heb ik liever dat we gewoon crashen. Dan ben ik van deze constante angst af.

Na een poosje komt de auto tot stilstand. Midden in de stad. Zoveel ergs kan hier niet gebeuren dan toch? Misschien ben ik toch wel blij dat we het overleeft hebben.

Zodra Spike uitstapt komen er vier grote mannen op ons afgestapt. Spike wordt vastgepakt en tegen zijn auto aan geduwd. De rest van de mannen gaan er om heen staan zodat niemand ziet wat er gebeurt.

Plots wordt er een pistool getrokken en tegen zijn voorhoofd gezet. Oh nee. Wat als ze hem doodschieten en mij meenemen? Ik vind het niet leuk bij deze mensen, maar ze laten me grotendeels met rust. Wie weet wat zij met me zouden doen.

Of zou het undercover politie zijn? Zouden ze me gevonden hebben?

Als ik zie dat er nog een enorm pistool getrokken wordt zakt mijn kleine beetje hoop weg. Politie agenten lopen echt niet met zulke pistolen rond en ze gaan ook niet zo te werk.

Met het pistool tegen zijn hoofd en de ander in zijn zij, dwingen ze hem om naar mijn deur te lopen. Spike opent mijn autodeur en angstig knijp ik mijn ogen dicht.

'Is het haar echt?'

'Holy shit.'

Ik word uit de auto getrokken en er wordt ook een pistool tegen mijn hoofd gezet. Ik slik en open mijn ogen.

'Rozemarijn Dekker, hmm?' mompelt een van de mannen.

Ik kijk naar de grond en knik. Het gevoel van het stukje staal waar elk moment een kogel uit kan komen tegen je hoofd went nooit. Elke seconde kan de laatste zijn. Valt het echt niemand wat hier gebeurt?

'Dus zoals je ziet, met haar heb ik het geld verdient. En ik twijfelde nog wat ik met haar wil doen. Nog een keer om losgeld vragen misschien. Daar vielen ze als een blok voor.' zegt Spike.

'Ze zou veel kunnen verdienen in de prostitutie.' mompelt een van de mannen en bekijkt me van top tot teen. Ik ril bij de gedachte.

'Voor vier valse paspoorten mag je haar hebben. Mag je ermee doen wat je wil.' antwoordt Spike.

Wat?

'Nee.' zeg ik zacht en kijk Spike smekend aan. Ik had nooit gedacht dat ik mijn ontvoerder zou smeken om bij hem te blijven. Maar het is beter dan bij deze mannen.

'Nee?' vraagt een van de mannen spottend en komt dicht tegen me aan staan. Hij legt zijn hand over die van mij, brengt hem naar zijn geslachtsdeel en knijpt erin. Geschrokken trek ik mijn hand terug en kijk Spike met tranen in mijn ogen aan. Hij zou me misschien wel pijn doen, maar niet op deze manier.

Hij kijkt me niet eens aan. Ik voel me machteloos. Misschien is dit het moment dat ik moet proberen weg te lopen. Er is een grote kans dat ik wordt beschoten, maar dat heb ik liever dan met deze mannen mee te moeten.

Wazig staar ik voor me uit terwijl de mannen met elkaar onderhandelen. Er staat nog steeds een pistool tegen mijn hoofd dus ik kan niet wegkomen.

Dan valt me een rood stipje op. Op de schouder van de man die mij net mishandelde.

Het is geen vlekje, het beweegt een heel klein beetje. Het is een lichtje ofzo. Wie schijnt er nou met een lichtje op zijn schouder?

Ik volg met mijn ogen naar waar het lichtje vandaan komt en het eindigt bij een paar bosjes. Ik zie niks.

Dan zie een politiepetje uitsteken. Het zal toch niet..?

Ik probeer te zien wie er achter de bosjes zit. De politieagent merkt dat ik hem zie en steekt voorzichtig zijn hoofd omhoog. Hij legt zijn vinger tegen zijn lippen.

Mijn ogen worden groot en er vormen opnieuw tranen in mijn ogen. Ze hebben me gevonden! Ze komen me redden!

Iets achter de politieagent zie ik een paar blonde haren. Ik leg mijn hand op mijn hart. Nee... Nee dat kan niet.

Nialls gezicht komt boven de bosjes uit en ik gil. Het is hem echt. Ik voel een diepe steek in mijn hart nu ik me weer realiseer hoe erg ik hem mis. Het doet echt pijn.

Hoestend val ik op de grond en denk weer aan wat de agent deed. Ik mag niet laten merken dat ze er zijn. Maar ze zijn er. Ze komen me helpen.

Allemaal mensen kijken onze kant op waardoor de pistolen gauw weg getrokken worden.

'Kom.' zegt Spike als de mannen even niet weten wat ze moeten doen. Hij gooit me de auto in en stapt zelf ook snel in. Hij scheurt er vandoor en ik zak onderuit.

'Bedankt.' mompel ik als we een tijdje onderweg zijn.

'Denk maar niet dat ik het voor jou deed. Ik kan nog steeds veel geld verdienen met je, dat is de reden dat ik je niet liet gaan.' snauwt Spike.

'Alsnog bedankt.'

Young 2 || Niall HoranWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu