POV Timo
Het is in een redelijk dicht begroeid bos. Ik loop met grote passen door het kiezelpad en de kleine steentjes kraken onder mijn voeten. Ik herken het van vroeger. Ik schop gefrustreerd een paar stenen weg van het pad. Hoe heb ik mij zo kunnen vergissen in iemand. Een zacht geluidje klinkt een stukje verder op. Het klinkt alsof het steentje tegen iets aan is geschoten. Ik kijk en zie een busje staan. Het staat tegen een boom aan. Geschrokken schiet mijn hartslag omhoog en verschuil mij achter een boom. Ze moeten dichtbij zijn. Ik zak op mijn hurken en pak mijn pistool vanuit mijn broeksband. Ik tuur tussen de blaadjes. Hier ergens moet het zijn. Ik knijp mijn ogen tot spleetjes en zie het kleine huisje in de verte. Voorzichtig kruip ik op mijn knieën verder naar de volgende boom, zodat het vakantiehuisje wat beter kan bekijken. Ik bijt door de stekels en de brandnetels die mijn handen pijn laten doen wanneer ik kruip. Bij deze boom heb ik beter zicht op het huisje. Ik pak mijn telefoon. Ik bel het alarmnummer.
"Dit is het alarmnummer. Met wie moet ik u doorverbinden?"
"De politie." Mijn stem is gejaagd en snel. Ik adem hevig en zwaar. Daarnaast is het moeilijk om niet te hard te praten. Misschien hoort Sem mij dan. Ik wordt doorverbonden en een man met een zware stem neemt de telefoon op.
"Waar bevind u zich?"
Ik zeg hem het adres.
"Het gaat over de zaak van het vermiste meisje Fay. Ik ben bij plaats delict en volgens mij zijn ze aanwezig."
Ik hoor hem wat mompelen en wat zeggen tegen iemand anders.
"We komen eraan, handelt u niet als er geen activiteit bezig is. Houd uzelf in veiligheid."
Ik hang op en staar naar de deur. Wachtend op de politie die elk moment moet komen. Na nog geen halve minuut gewacht te hebben komt Fay naar buiten strompelen. Mijn hart gaat als een razende op en neer in mijn borstkas. Mijn maag maakt een driedubbele salto en de groep met vlinders spat uit elkaar en zorgen voor een prettig gevoel in mijn buik. Ze ziet er slecht uit. Fay struikelt over de deurpost en een steek gaat door mij heen. Sem stapt over haar
heen. Woede borrelt in mij op. Ik kan zijn gezichtsuitdrukking niet zien, maar ik neem aan dat hij gemeen staat te lachen. Mijn handen tintelen om er naar toe te rennen, Fay te troosten en veilig in haar bed te leggen waar ik mijn armen om haar heen kan sluiten en haar toefluisteren dat ik haar voor altijd zal beschermen. Maar dat kan niet.Een andere jongeman komt uit het huisje. Hij heeft dezelfde kleur haar als Sem, maar hij is iets kleiner dan hem. Ik zie dat hij zijn hoofd schud en tegen een paal aan leunt.
Fay schreeuwt van de pijn. Het geluid gaat door merg en been. Ze probeert op te staan. Door ik zie dat ze zo'n pijn heeft kan ik niet meer normaal ademhalen. Mijn handen grijpen in de grond en ik probeer mijn woede te beheersen. Alles wat er voor mij gebeurd gaat in een waas voorbij. Tranen beginnen mijn zicht te vertroebelen. Ik wrijf mijn tranen woest weg met mijn mouw. Na een minuut houd ik mij niet meer. Die jongens gaan boeten voor wat ze haar hebben aangedaan.
Waar is Valerie eigenlijk?
Zou ze al in het busje zitten?
Ik werp nog 1 blik op het drietal en sluip dan zo zacht mogelijk naar achteren. Zodra ik ver genoeg ben weggeslopen, recht ik mijn rug. Ik loop voorzichtig naar het busje toe, mijn hand rustend op het pistool. Klaar om aan te vallen. Ik heb geen idee of ik kan schieten, ik heb het nog nooit gedaan. Zo moeilijk lijkt het mij niet. Als die hersenloze gangsters het kunnen, kan ik het vast ook wel.
Het grind kraakt onder mijn voeten. Zelfs de takjes waarop ik sta lijken een veel te hard geluid te maken. Angstzweet druppelt van mijn voorhoofd. Het lijkt alsof het busje wel een kilometer ver van mij af staat, terwijl hij werkelijk maar 20 meter van mij af staat. Als ik er eindelijk ben laat ik mijn adem ontsnappen. Ik trek aan de hendel van de deur en met gekraak gaat de achterklep open. Niet erg slim van Sem om de auto niet op slot te doen. Ik kijk snel in het busje, maar zie niemand zitten.
"Wat ben je naar op zoek?" Vraagt een o zo bekende stem. De stem laat mij diep van binnen rillen. Ik grijp zo snel als ik kan naar mijn pistool in mijn broeksband. Ik draai mij met een ruk om. Daar staat hij. Lachend en nonchalant. Het lijkt erop alsof hij niet bang is. Ik richt het pistool op zijn voorhoofd. Zijn mondhoeken trillen kort, maar hij verbergt het met een spottende lach. Ik stap voorzichtig uit het busje. Ik drijf Sem tegen de auto aan waar ik hem boos aan blijf kijken.
"Je hebt ons gevonden," begint hij met spreken. "Wat gezellig om je weer is te zien,"
Ik grom boos naar hem. "Waar is Fay." Zeg ik, mijn stem trillend en stotterend van angst en boosheid. "Daar," Sem knikt met zijn hoofd naar de links. Daar komen ze aangelopen. "O mijn god." Hoor ik een jongen zeggen. Fay staat daar met haar armen vast gegrepen door de jongeman van net. Nu ik hem van dichterbij zie weet ik dat het Alex is. De tweelingbroer van Sem die ik ooit in mijn tienerjaren heb ontmoet. Fay staart mij aan. Ik staar terug, recht in haar ogen. Ze staan niet verdrietig, niet blij dat ik er ben. Nee, ze staan boos. Alsof er elk moment vuur uit kan komen. Haar ogen zijn grijs, niet meer blauw zoals ze vroeger waren. Haar haar is rood. Niet meer blond. Haar lichaam is een beetje in elkaar gedoken en heeft een teruggetrokken houding aangenomen.
"Wat heb je met haar gedaan!" Schreeuw ik met tranen in mijn ogen. "Ze is haar zelf niet meer!" Mijn handen beginnen te trillen en het pistool begint te bewegen. Ik moet mijzelf sterk houden. Verdriet maakt plaats voor woede. Mijn handen trillen niet meer, ik voel mij sterk en machtig. Ik kijk terug naar Sem die grijzend en triomfantelijk naar mij staat te kijken. Het lijkt wel alsof hij het geweldig vind wat er aan de hand is.
"Wie denk je wel niet wie je bent! Klootzak!" Schreeuw ik naar hem. Hij lacht schamper.
"Je durft niet eens, je hebt nooit de moeite gedaan om ons op te zoeken. Dit is allemaal jouw eigen schuld dat het zo ver heeft kunnen komen." Zegt hij sluw. Hij werpt een blik op Fay. "Je gaf zelf de opdracht om haar te ontvoeren."
Er knapt iets in mij. Hij heeft haar laten geloven dat ik het al die tijd was die de opdracht gaf haar te ontvoeren. Ik kijk naar Fay die vol afschuw mij aankijkt. Hoe durft Sem! Ik kijk terug boos naar Sem. Die zijn grijs heeft verwisseld met een boze blik. Voordat ik het weet voel ik zijn vuist in mijn buik terechtkomen. Een withete pijnscheut schiet door mijn lichaam heen en beneemt mijn adem kort. Ik hap naar adem en probeer zo snel mogelijk weer te herstellen en Sem onder vuur te houden. Sem is mij echter te sterk en stompt mij nog een keer, dit keer op mijn schouder. Ik deins naar achteren, waardoor Sem de kans grijpt en wegvlucht van de muur. Ik draai mij zo snel mogelijk weer om. Sem staat stil en vlucht niet weg, maar haalt vanuit zijn broekzak een mes vandaan. Ik slik en hoor geschreeuw van Fay. Angstig kijk ik snel wat er aan de hand is. Alex houd een mes op de keel van Fay.
"Als je Sem neerschiet zal je meisje de buitenwereld nooit levend bereiken."
Ik sta in het midden van twee gestoorde jongens die bewapend zijn en ik heb nog nooit met een pistool geschoten.
Oh fuck. Tijd om in paniek te raken.

JE LEEST
De Ontmoeting
Teen FictionFay is achttien en net klaar met haar school als haar hart wordt gebroken door Morgan. Ze wil het liefste zichzelf nooit meer te vertonen aan de buitenwereld en al haar gevoelens wegeten. Ze besluit dat ze nooit meer naar jongens zou omkijken, omdat...