POV Timo:
Het kan me niets schelen of Vincent mij nog wil zien of niet. Ik ren terug naar de tent van Vincent. Als ik aankom zit hij achter zijn telefoon. Ik val met de deur in huis. "Vincent, ik weet w-" Hij kijkt op en staat gelijk op uit zijn stoel. "Het spijt me Timo ik had je niet zo moeten beoordelen." Onderbreekt hij mij. "Maar-" Probeer ik opnieuw. "Ik had gewoon naar je moeten luisteren." Zucht hij. "Vincent, luister-" "Jij hebt het natuurlijk ook moeilijk." Zegt hij. "Stop." roep ik nu harder. Vincent is abrupt stil. "Ik denk dat ik weet waar Fay is," Zeg ik gehaast. "Wat?" Roept Vincent. "M-maar dat is geweldig." stamelt hij. "Waar is het dan?" Ik vertel hem het verhaal over het huisje. Vincent kijkt geschokkeerd voor zich uit. "Al die tijd ben ik aan het denken waar ze maar kan zijn. Het overvalt mij gewoon een beetje." Ik knik. "Het is nog steeds niet zeker dat we haar kunnen redden, maar we zijn al wat verder dan we gisteren waren." Hij knikt en wrijft met zijn hand over zijn stoppeltjes. "Er is geen tijd te verliezen. We moeten naar Nederland." Besluit hij terwijl hij gelijk de klapstoel dichtklapt. "Ik ga het mijn ouders vertellen. Is het goed dat ik dan met jou meerijd?" vraag ik nog voordat ik terug ren. "Prima."
"Je wilt wat?!" Gilt mijn moeder boos. "Mam, ik-" "Nee jongeman, jij wilt eerst hier nog het liefste je hele vakantie doorbrengen en nu moet je opeens met een vreemde man naar Nederland!" Onderbreekt ze mij. Vandaag laat echt helemaal niemand mij uitpraten. "Mam, het is geen wild vreemde man. Het is Vincent, de vader van mijn vriendin. Hij gaat mij toch niets aandoen." Roep ik verontwaardigd terug. "Dat weet je nooit zeker." Zegt ze eigenwijs. Ik pak haar voorzichtig bij haar armen beet. Ik ben ongeveer 10 cm langer als haar. "Mam, ik moet haar gaan redden. Als het mij niet lukt ga ik daar nooit overheen komen." Haar ogen worden vochtig; "Maar hoe weet je zeker dat het lukt als je daar bent." Een traan loopt over haar wang en ze veegt hem snel weg. "Dat weet ik niet, maar ik kan het tenminste proberen. Als ik het niet probeer lukt het mij al helemaal niet." Zeg ik zachtjes om haar een beetje te kalmeren. "Jullie komen toch ook weer gewoon naar Nederland? Ik ga gewoon twee dagen eerder weg. Als ik met jullie meerijd ben ik nog 3 dagen verder." Leg ik uit. Ze glimlacht "Toen je klein was vond je het altijd erg als we in een keer reden zonder tussenstop. Jij was altijd degene die een hotel midden in de rit wilde." Lacht ze zachtjes. "Maar ja, kinderen worden groot." Zucht ze terwijl ze haar gezicht in een trieste glimlach zet. Een tijdje is het stil. "Vooruit, ga je meisje redden." Ik trek haar in een knuffel "Dankje mam, tot over een paar dagen." Ik klop mijn stiefvader nog op zijn rug en pak dan snel wat nodige spullen. "Doe voorzichtig," roept ze nog als ik weg loop. "Zal ik doen." Ik kijk nog een keer achterom en zie dat mijn stiefvader mijn moeder over haar arm aait. Het enige wat nog ontbreekt is de zakdoek waarmee ze mij uit staat te zwaaien.
Ik gooi mijn tas achterin de kofferbak naast de opgevouwde tent van Vincent. Ik stap in aan de bijrijderskant. Het is in totaal 14 uur rijden. Dat betekend dat we midden in de nacht aankomen. Het is al 1 uur 's middags. Lets go...
Na 8 uur rijden begin het niet meer lekker te zitten. We zijn onderhand al 1 keer gestopt. "Zullen we er weer even uit?" Gaapt Vincent. Ik knik en Vincent stopt de auto bij het dichtstbijzijnde benzinestation. We lopen door naar de wc's. Als ik klaar ben koop ik nog een zak chips en energiedrank voor de reis.
"Zal ik rijden?" stel ik voor. "Heb jij je rijbewijs al?" Vraagt hij verbaast. Ik knik en haal mijn rijbewijs uit mijn rugzak. We lopen naar de auto terug. Ik neem plaats achter het stuur en laat mijn handen het zachte leer omvatten. Ik rijd de parkeerplaats af en ga de snelweg weer op. Normaal rijd ik niet langer dan 3 uur, anders val ik in slaap, maar hopelijk houd ik het met mijn energiedrankje vol.
Na een uur passeren we de grens. Het is al pikdonker. Een lantarenpaal verlicht de weg zwakjes. Ik kan nog net een glimp van het bord opvangen. Het bord is blauw met gele sterren. Ik wijs snel naar het bord. "We zijn in België," glimlach ik terwijl ik mijn hand weer op het stuur leg. "Is het goed als ik even mijn ogen dicht doe?" Vraagt hij moe; "Het is onderhand 10 uur 's avonds." Ik knik en neem een slok van mijn energiedrank. "Maak mij maar wakker als er iets is." Ik knik opnieuw en zet mijn energiedrank weer in de middenconsole.
Na een kwartier kom ik midden in een file terecht. Ik verander de muziek over naar de radio en hoor dat er een ongeluk heeft plaatsgevonden. Ik zucht. Gelukkig rijden we nog door. Na een uur langzaam vooruit gaan, kan het verkeer weer doorrijden.
Na nog half uur rijden ben ik best wel moe geworden. "Vincent," Ik stoot hem zachtjes aan. Ik zet de auto aan de kant bij een best groot benzinestation. Ik maak Vincent wakker. Hij rekt zich uit. "Gaan we even wat eten?" Vraag ik. Hij knikt slaperig en we lopen naar binnen. Er is een klein café en een La Place. Ik pak een kom soep en een broodje en wil afrekenen als ik word tegengehouden door Vincent. "Ik betaal wel," zegt hij als hij zijn dienblad naast die van mij zet. Ik knik dankbaar en na het afrekenen ga ik ergens bij een tafel zitten. We praten wat en eten alles op en gaan dan weer naar de auto. Ik bibber als er een koude windvlaag langs waait. Het is kwart over 1 midden in de nacht. Dan is het niet erg gek dat het koud is.
We moeten nog 3 uur rijden en Vincent zegt dat hij de rest zal rijden. Ik leg mijn hoofd tegen de deur van de auto aan met mijn jas eronder. Langzaam val ik in slaap.
JE LEEST
De Ontmoeting
Roman pour AdolescentsFay is achttien en net klaar met haar school als haar hart wordt gebroken door Morgan. Ze wil het liefste zichzelf nooit meer te vertonen aan de buitenwereld en al haar gevoelens wegeten. Ze besluit dat ze nooit meer naar jongens zou omkijken, omdat...