A big secret, and it's not mine

28; Het is tijd voor wraak..

Kaj's point of view.

'Ik denk dat ik wel weet waar hij Cassius heeft opgesloten.' mompelt Dioni. 'Waar dan?' vraagt Nour die nog steeds geschrokken is van Bram. 'Zijn oude huis bij het meer, het kan niet anders.' antwoord Jai. Dioni knikt. 'Daar dacht ik dus ook aan.' antwoord Dioni. 'Dan gaan we daar toch heen? We moeten Cassius helpen.' zegt Amber. 'Oké, dan gaan wij daar heen. En Nour en Kaj gaan de andere meiden inlichten over al dit gedoe.' zegt Samuel. Ik knik. 'Mee eens.' zegt Dioni. 'We bellen als er iets is.' zegt Dioni en ze lopen de deur uit. 'Bel jij de meiden?' vraag ik aan Nour. Ze knikt en begint te bellen.

'Vampiers?' vraagt Sterre die een beetje geschrokken is. 'Het komt toch wel goed he? Met Cassius?' vraagt Zoë bang. We weten allemaal dat Zoë Cassius leuk vind en andersom, alleen weten hun het niet van elkaar en dat wij het weten. Ik knik. 'Laten we hopen van wel.' antwoord ik. Nour knijpt even in mijn hand. Ik hoor een geluid. 'Kaj wat is er?' vraagt Nour. 'Als vampier kan je veel horen, en volgensmij...' stotter ik. Ze kijken me alle drie aan. 'Hoor ik Cassius schreeuwen.' fluister ik. Zoë kijkt me bang aan. 'We moeten er heen.' zegt Nour. 'Nee, Bram is gevaarlijk.' zeg ik. 'We kunnen Cassius niet achter laten.' zegt Nour. Ik weet dat ze gelijk heeft. Maar ik weet ook dat als ik hun mee neem ik ze in gevaar breng. De meiden staan op. 'Let's go.' mompel ik. Niet met het plan eens.

Ik ren het huisje in met de meiden achter me aan. Ik ren naar de kelder. Als ik de deur open zie ik Cassius op de grond liggen en de jongens zitten er snikkend om heen. Er komt een golf woede en verdriet over me heen. De meiden kijken geschrokken naar Cassius. Zoë rent naar hem toe. 'Nee, nee.' snikt ze. Er zit een hout wapen door zijn hart. Zijn hele lichaam is blauw en zijn ogen zijn gesloten. Ik haal mijn handen door mijn haar. Hij heeft Cassius vermoord. Hij is te ver gegaan, nu gaat hij er aan. Stel dat ik Nour daar ooit zo zie liggen? Ik laat me snikkend op mijn knieën vallen. Nour hurkt naast me neer en wrijft langzaam over mijn rug. 'Hij is te ver gegaan.' gromt Dioni. Hij staat op. 'Vermoord mijn vriend, en ik vermoord jou.' gromt hij. Jai en Samuel staan ook op. Ze knikken. Ik sta op. Woede borrelt omhoog, wraak is het enigste waar ik aan kan denken. 'Het is tijd, tijd voor wraak, en niet zo maar wraak. Maar dood.'.