Hoofdstuk 47.

56 3 0
                                    

Pov Rosa.

Ben probeerde me te zoenen.
Valt hij voor me? Was het het moment?
Waarom? Ik kan het niet met zekerheid zeggen.
Ik sta op van de grond.
Ik heb lang tegen de muur aangezeten en gedacht. De stilte deed me de gekwelde blik in Bens ogen herinneren. Af en toe haten ik denken.
Alle slechte dingen kwamen terug in je op en je kon nergens anders meer aan denken dan aan dat.
"Roos we moeten eten." Zegt Lucas ongemakkelijk. Oh ja ik had nog steeds ruzie met hem. Ik reageer niet en sta op. Hij kijkt me aan. Híj zal het deze keer goed moeten maken. Ben is nog steeds een soort van vriend. Ik weet eigenlijk niet meer hoe ik hem moet zien. Maar het feit blijft dat hij een leugen verzon over hem, dat zal hij zelf goed moeten maken.
Ik loop zwijgend langs hem heen.
Hij kijkt me aan. Ik zie de teleurstelling en frustratie in zijn ogen.
Maar hij zegt niks.
Ik loop afwezig naar de eetzaal waar ik aanschuif naast Caleb en Sasha.
Sacha springt wilt op en neer als ze me ziet. Ik heb die week in coma gelegen, en dus mocht ze wel bij me, wat ze niet deed omdat ze dacht dat ik ergens heen was. Maar ik kon haar niet opvangen als het nodig was. Toen moest ik rusten en kon ik nog niks voor of met haar doen.
En vandaag ben ik heel de tijd met Ben weg geweest. Als ik aan Ben denk, komen alle gedachtes weer terug. Waarom is het zo moeilijk om het te vergeten?
Om hem te vergeten?
Ik kijk naar beneden en een lief gezichtje kijkt vrolijk mijn kant op.
"Waar was je?" Is het eerste wat ze zegt. Ze is nog te jong om dit te begrijpen. Het te kunnen snappen.
"Naar een vriend van mij. " lieg ik.

"Wie dan?" Op dat moment komt Ben binnen. Onze ogen kruisen elkaar maar allebei kijken we weg. Weg van elkaar en terug naar de grond.
Ik zie de spijt in zijn ogen en gelijk voel ik me opnieuw schuldig. Heb ik inderdaad iets fout gedaan?
Misschien heb ik hem gekwetst, maar wat als ik hem zijn gang had laten gaan? Dan was ik Lucas voorgoed kwijt. Dat zou ik nooit willen.
"Die ken je niet liefje." Zeg zo onschuldig mogelijk tegen Sasha. Ze kijkt me onderzoekend aan en ik kijk zo onschuldig mogelijk naar haar toe ,en ze knikt uiteindelijk goedkeurend en glimlacht.
"Oké!" Zegt ze enthousiast.
"Kom eten!!" Zegt ze hongerig.
Ik lach.
Ik neem een vork en doe daar een beetje fruit op. Sasha kijkt verlangend naar het eten.
"Komt het vliegtuigje aan.." En laat de vork langzaam naar haar mond komen.
Vroeger als ik iets niet wilde eten, deden mijn ouders dit altijd. En dan at ik het met gemak op. Ik vond dat altijd zo leuk. En Sasha ook zo te zien, want de lach op haar gezicht is niet te missen.
Ze eet het stuk fruit op en daarna schep ik wat yoghurt op voor haar.

Ik voel iemands ogen op mijn rug branden. Ik kijk achterom en vind de ogen van Ben. Nog steeds zit er spijt in zijn ogen, maar ook glimlacht hij om wat ik deed met Sasha.
Ik besluit terug te glimlachen met een flauw glimlachje die nauwelijks zichtbaar is. Hij ziet het toch en zijn ogen beginnen te glanzen. Ik wil Ben niet kwijt als vriend, dat zal ik nooit willen.
Ik kijk naar Lucas.
Ik wil ook geen ruzie met hem!
Als iedereen klaar is met eten lopen we de gang op.
"Lucas kan ik even met je praten?"

"Ja tuurlijk." Zegt hij met zijn
Lieve vertrouwelijke  lach.
Ik loop de kamer binnen en ga voor hem staan.
"Rosa het spijt me. Ik wil geen ruzie!"
Zegt Lucas als ík net mijn excuses wil aanbieden.
"Ik ook niet!" En ik omhels hem.

"Ik... Rosa ik wil geen ruzie." Hij zucht.
"maar ik blijf bij dat idee van Ben, je moet je geloven. Hij heeft je echt.."

"Ik wil het niet horen Lucas." Onderbreek ik zijn zin
Hij slikt. Zijn adamsappel gaat haastig op en neer.
"Ik snap als je me misschien nog niet vertrouwd met jongens als Ben, maar ik wil die smoes niet meer horen."
Zeg ik zo rustig mogelijk.
"Roos het is geen smoes!" Ik begin opnieuw geïrriteerd te raken maar ik negeer het gevoel en besluit maar gewoon naar hem te luisteren.
"Roos, ik vertrouw je bij jongens ik vertrouw je helemaal zelfs. Maar ik vertrouw Ben niet! Kijk, ik heb misschien geen reden waardoor ik het kan bewijzen, maar er zijn genoeg mensen die het hebben gezien. Ik heb het zelf niet eens gezien, maar ik heb het gehoord van Caleb."

"Waarom zegt hij het dan zelf niet gewoon tegen mij?" Zeg ik eigenwijs en ik sla mijn armen over elkaar.
"Hij vertelde het mij en ik was de eerste die het je durfde te vertellen. Ik moest wel. Je was boos doordat ik zei dat hij je met rust moest laten. Ik had een goede verklaring."

"Een goede verklaring of een goede smoes?" Hij kijkt me aan met een
wat-denk-je-nou-zelf Blik.
Ik knik.
"Ik weet dat je me niet geloofd. Maar vertrouw me! Ik verzin niks. Ik wil je alleen beschermen door de waarheid te vertellen. Ik zal nooit tegen je liegen!
Geloof me."
Ik ben stil. Ik twijfel nog steeds.
1: hij geeft me geen reden.
2: Ben is super aardig tegen me geweest, en begrijpt me.
3: oké er is geen drie...
Maar Lucas zou ook nooit tegen me liegen én hij heeft het gehoord van Caleb als hij de waarheid spreekt.
Ik vertrouw hem, maar ik kan het nooit zeker weten. Ik zit in een tweestrijd met mezelf.
Wat moet ik geloven?!
"Luister, als je me niet geloofd dan moet je dat zelf weten, maar ga naar hem toe! Misschien heeft hij et lef om het je te vertellen en de waarheid te spreken." Zegt Lucas.

" dan ga ik naar Ben. Dat wilt niet zeggen dat ik je geloof, zeker niet! Maar ik kan het altijd proberen." Ik geef hem een snelle kus op zijn wang en de opluchting in zijn ogen is duidelijk te zien.
Ik loop de deur uit en ga met een knagend gevoel aan me naar de kamer van Ben.
Lucas klonk zo zeker! Zou hij dan echt gelijk hebben?!
Ik klop op de deur met een luid bonkend hart.
"Binnen." Ik open de deur en de verbazing slaat toe in Bens ogen.
"R-rosa wat doe jij hier?"
Ik gooi het er gewoon uit.
"heb jij me van het touw geduwd tijdens de trainingsfase?"

Ontvoerd. Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu