Pov rosa.
Vandaag, om half 2 's nachts.
Het moet lukken.
Ik heb de hele week mezelf erop voorbereid. Ik kan hier niet leven en ik kan niet steeds weer die geforceerde glimlach opzetten zonder dat ik het meen. Zonder dat er emotie in zit."Jongens we gaan vanavond!"
"Waarheen?" Zegt Caleb. Lucas slaat een hand op zijn voorhoofd bij de domme opmerking die Caleb net maakte.
"Ontsnappen."
-----"Morgen ochtend wordt er extra controle op Caleb Lucas en rosa ingezet."
"Waarom."
"Ze zijn iets van plan, ik weet niet wat maar wel dat het niet in mijn voordeel zal spelen."
-----
~Half 2 's nachts~
"Rosa??"
Een enkele angstige stem die je uit je droom haalt.
Een stem die je de werkelijkheid weer laat zien.
Een stem die je zegt dat je moet vechten deze nacht. Vechten voor alles waar je dit jaar naartoe hebt gewerkt.
Je ontsnapping."Het is zo ver hè?" Vraag ik.
"Ja." Fluistert hij, Caleb.
Ik open mijn ogen, en kijk hem aan.
"Kom op Caleb, je mag niet bang zijn.
Ik weet dat je de sterkste en liefste vriend bent die ik ken! Dat is de reden dat ik weet dat je het zal redden!""Niemand heeft mij een goed leven gegund, hoe kan ik het dan redden?"
"Dat is niet waar, je.."
"Nee, kijk waar we zijn! Ontvoerd door de grootste crimineel die ik ken! Daar is niemand tot toe in staat geweest om positief te denken...
Ik weet dat ook jij niet positief in dit leven kan staan. Zelfs al probeer je het zo hard."Hij heeft gelijk.
" ik gun je het leven die je verdient!
En ik ben niet de enige, dat weet ik zeker. En dan nog iets, je bent sterker dan alle andere mensen die ik ken, je hebt alles overleeft waar je voor vocht. Je staat nog steeds met beide benen op de grond, op een wereld met leven in je. Je hebt gelijk als je zegt dat je dit geen leven kan noemen, dat kan niemand! Maar dit is je kans dat je dat gedeelte ervan achter je kan laten. En natuurlijk ben je bang, dat is iedereen, maar als je vecht voor alles waar je voor staat, ben je heel wat meer dan iemand die alles langs zich heen laat gaan! Dan kun je trots op jezelf zijn, geloof me. En als je alles nagaat wat je allemaal al bereikt hebt in deze jaren hier, ben ik trots op je, en dat mag je ook op jezelf zijn. Want je bent sterk, van binnen en buiten. En ik geloof dat je alles aankan."Hij is stil en kijkt me aan. Lucas is inmiddels al klaar om te gaan.
"Dankje. Voor alles wat je zei, wat je voor me gedaan hebt. Je weet me altijd hoop te geven op de juiste momenten, bedankt voor dat.""Dat is mijn taak, ik zal altijd voor je klaar staan, je steunen wanneer het moeilijk is. Vergeet dat nooit."
Ik geef hem een korte knuffel en dan staan we alle drie klaar. Klaar voor het moeilijkste, zwaarste en spannendste moment in ons leven.~~
Wanneer ik de laatste deur van de gang open maak stijgt de spanning in me op. Ben ik hier wel klaar voor??
Het moet!
De sleutel steek ik in het slot en dan open ik de deur. Een keiharde kraak verlaat de deur.
Niet later volgt een alarm.
"RENNEN!"
De adrenaline stroomt door mijn lichaam heen.
Dan komt een zwart gedaante tevoorschijn: het hek.
Achter ins hoor ik geschreeuw en zie ik in mijn ooghoek zaklampen schijnen. Dit is niet goed...
Het is nu of nooit.
Alle drie springen we op het hek en klimmen we zo ver dat we er af kunnen springen. Dan voel ik een pijnlijke steek door mijn knie; prikkeldraad..
De pijn negerend spring ik het hek af en na een fractie van een seconden hoor ik 2 ploffen op de grond, Caleb en Lucas. We hebben het gehaald tot nu toe.
We rennen verder tot er een klein lichtje in zicht komt. Het lijkt op een zaklamp. Een paar min later hoor ik motoren. Motoren van auto's.
"Fuck!!" Ik versnel direct mijn pas en naast me hoor ik Caleb hijgen en Lucas 'auto's' roepen naar ons.De geluiden van auto's komen als maar dichterbij, het gevoel van verzuurde benen van het rennen, wordt elke stap die ik verder zet erger.
"Stop!" Roept Lucas.
Gelijk stop ik en hoor ik Caleb iets mompelen.
"Zijn we allemaal nog bij elkaar??"Ik en Caleb zeggen allebei ja.
Dan trekt hij ons meer naar de dichtstbijzijnde boom.
"Laten we hier in klimmen!"
Fluister-roept hij zodat we niet te hard zijn en de bewakers en Dirk zelf ons vinden.
"We hebben een zender in ons ze zullen ons vinden." Zegt Caleb angstig op dezelfde toonhoogte."Die zenders zullen nooit de exacte locatie aangeven!" Vertelt Lucas.
Omdat we weinig tijd hebben om te discussiëren klimmen we een voor een de boom in, in de hoop dat Lucas gelijk had. Ik zit vol angst en adrenaline tegen de boom aangedrukt.
Met alle hoop in me dat ze me niet zouden zien.
De remmen van auto's zijn aardig dichtbij en ik houd me adem in.
Naast me hoor ik ook geen geluid meer. Ook zij zijn bang, en dat zal ik nu meer begrijpen dan ooit.
"Hier moeten ze zijn!!!"
De stem van Dirk, ik herken hem uit duizenden.
"Ja dat zie ik ook Dirk! Maar waar precies?!!""Zie ik er helderziend uit?!!"
"N-n-nee."
"Nou vertel mij dan eens waarom ik dat wel zou moeten weten en jij niet?!!"
"D-dat kan niet, je hebt gelijk!"
"Nu!! Vindt hun!!"
Ik haal rustig adem. Lucas had gelijk, de exacte locatie waar wij ons nu op bevinden is niet honderd 100% vindbaar voor de ontvoerders.
Wat betekend dat we voor nu nog veilig zijn. Met dat idee valt er een hele kleine last van mijn schouders af.Nog steeds zit er een dikke laag angst in mijn bloed. Alsof mijn hart alleen maar angst en zenuwen pompt.
Een vreselijk gevoel.
--"We gaan ze nu nooit vinden Dirk! Het is donker en de zaklampen zijn niet fel genoeg om ze te kunnen vinden.
Laten we het gebied omsingelen met lint en morgen verder zoeken.""Goed plan!! Maar zorg dat we ze vinden!!"
"Komt voor elkaar baas!"
---
Niet veel later horen we de auto's weer wegrijden.
Mijn ademhaling wordt al iets rustiger.
De kans dat we overleven is al een stuk groter.
"Lucas? Caleb?"
"Ja?, ja?""Laten we verder lopen totdat we echt niet meer kunnen en dan rusten we uit in een boom voor een uurtje? Goed plan ?"
"Ja laten we dat doen." Stemt Caleb in.
"Ja goed plan."
Ik spring uit de boom en daarna volgen Caleb en Lucas.
In een looppas rennen we verder het bos in en hopen dat er een weg uit is.~1,5 uur later~
"Hoeveel water hebben jullie meegenomen??" Vraag ik.
Lucas was namelijk van de rugzak vullen.
"Voor ieder 2 flesjes water."
"Mooi." Zegt Caleb.
"Laten we uitrusten! Ik kan niet meer!" Zeg ik.
"Blij dat jij ook uitgeput bent! Ik was al bang dat ik de enige was die zo ging inzakken.""Haha." Lachen ik en Lucas.
"Maar laten we niet gaan zitten, laten we gewoon verder lopen. Dan blijven we iets verder komen." Stelt Caleb voor.
"Ja dat lijkt mij inderdaad ook beter." Zeg ik.
En zo lopen we verder.
JE LEEST
Ontvoerd.
Adventure"Wat willen jullie van me?!" "Waarom ik?" "We leiden hier jongeren op voor een team, dit team neemt het op tegen mensen die óns in de weg staan... je vermoord ze! Jij bent iemand die zichzelf wilt verdedigen, ook jij zal worden opgeleid. Ben je té...