Hoofdstuk 52.

51 3 0
                                    

Het had hem niet mogen overkomen.
Toch dringt het nog niet echt tot me door dat hij echt weg is, voor altijd.
Zijn aanwezigheid had ik graag. En nu is het er niet meer. Het was ook zo'n plots moment! We hadden niet eens te horen gekregen dat hij het scorebord zou laten zien en meteen beoordeelde.
Hij riep ons alleen om naar die zaal te komen en dat was het. We konden ons er niet op voorbereiden en kregen de tijd niet om afscheid te nemen. Afscheid van elkaar. Voor een simpele knuffel of 'het spijt me.' was geen tijd.
Ze werden bij ons weggehaald en het Was voorbij. Geen Ben en geen Tasia.
Tranen vullen zich opnieuw in mijn ogen. En dikke zouten tranen rollen over mijn wangen. voor ik Dirk kende wist ik niet wat iemand missen was. Ik kende wel mensen die hun opa of oma hadden verloren, dat vond ik wel zielig, maar ik kende het gevoel niet en ik kon het me ook niet inbeelden.
Sinds ik Dirk ken weet ik niet beter.
Het breekt je vanbinnen en laat een vreselijk gevoel achter. Dat gevoel slijt na een tijdje, maar zal nooit echt weg gaan...
Ben was zo belangrijk voor me, maar dat besef ik eigenlijk nu pas. Nu hij weg is. Te laat.
Zijn lach deed me opleven en onze vriendschap was mooi, voor zolang we dat konden hebben. Het duurde niet al te lang: 2 dagen toen ik bij hem was en ook blij met een vriend als hij was, toen een week heb ik heb niet gesproken omdat ik het daarna te horen kreeg. En vandaag vertelde hij me de reden en dat het hem zo ontzettend speet. En ook vandaag dat hij... Overleed. De vriendschap mocht dan niet zo lang hebben geduurd, maar het voelde fijn om een vriend als hem in je buurt te hebben, die naar je luistert en je aan het lachen maakt.
Nu is dat voorbij.

Ik werd de zaal uit getild en normaal zouden Lucas en Caleb me vooruit moeten helpen omdat ik de kracht niet meer heb om te lopen, dat was zo bij Tasia. Maar nu rende ik weg. Een weg die niet leidde naar mijn kamer.
Maar wel weg van iedereen! Waar ik kon nadenken en het tot me door kon laten dringen wat er is gebeurt.
Lucas en Caleb zouden bij me zijn wanneer ik naar mijn kamer zou gaan. En ik wilde nu alleen zijn.
Niet met iemand die zegt dat ik mijn best heb gedaan of het allemaal goed komt. Want dat komt het niet! Niet hier.
Ik ren een onbekende gang in, een gang waar allerlei deuren zijn.
Ik ren huilend naar de eerste deur en probeer hem te openen. Op slot.
Ik ren naar de tweede deur, maar daar geld hetzelfde voor. Na nog 3 deuren kom ik bij de laatste aan en hoop dat die open gaat.
Ik haal de klink naar beneden en tot mijn verbazing gaat het open met een krakend geluid.
Ik sluit de deur weer achter me en laat me er tegenaan zakken.
Ik verberg mijn handen in mijn hoofd en huil verder in mijn eentje.
"Ben!" Snik ik. Het gevoel dat zich nu in mijn lichaam bevindt is onbeschrijflijk. Het doet pijn! Dat kan ik wel vertellen. Het doet enorm veel pijn.
Felle steken gaan door mijn borst, maar niet één keer, nee, elke keer weer opnieuw. Het is een ander gevoel dan ik bij mijn oom had en een ander gevoel dan ik bij Tasia had. Maar het voelt net zo erg. Minder als ik bij mijn oom had maar nog steeds heel erg.
"Waarom?!" Fluister ik tegen mezelf. De ruimte waar ik in zit is donker.
Te donker. Ik sta langzaam- nog steeds snikkend- op, En voel om me heen. Na ongeveer een min-denk ik- voelen mijn handen een schakelaartje en klikken die omhoog. Het felle licht doet pijn aan mijn ogen maar door de tranen die erin zitten zie ik het amper. Mijn ogen zijn al helemaal rood en dik van het huilen en kijken traag om zich heen.
Er zijn overal wapens en één deur, waarom een deur?
Nieuwsgierig als ik ben probeer ik de deur te openen, Maar zonder resultaat. Ik zucht een keer diep, wat moet ik toch?? De ruimte waar ik in sta laat hevige rillingen over mijn rug lopen, alle wapens zijn stuk voor stuk gevaarlijk. Één keer een trekker overhalen en in één klap kun je iemands leven hebben afgenomen.
Ik wil weglopen maar mijn oog valt op een sleutel die net onder de gesloten deur van de kamer uitsteekt.
Ik pak de sleutel traag van de vloer en bekijk het eens goed. Mijn ogen gaan van de sleutel naar het slot in de deur en weer terug. Hopend dat het past doe ik de sleutel in de deur en draai hem een kwartslag. Het lukt!! Ik draai hem verder tot ik het slot van de deur hoor gaan. Heel traag doe ik de deur open, bang voor wat zich erachter bevindt. Maar wanneer ik het zicht erop heb zie ik buitenlucht. Een stukje verder weg zie ik een niet zo stevig hek met prikkeldraad erboven.
Ik kijk van de kamer naar buiten. Dit zou de eerste keer in maanden zijn dat ik echt naar buiten kan. Zonder een test te hoeven doen of bang te zijn dat iemand me iets aandoet. Ik aarzel geen moment en loop de deur uit. Mijn neus snuift de frisse lucht in. Een heerlijk gevoel. Ik blaas de lucht weer uit en kom een beetje tot rust. Ik kijk om me heen en loop verder naar het hek toe. Ik kijk erdoorheen en zie een bos.
Een heel groot bos. Misschien is dit mijn weg om te ontsnappen. Denk ik in mezelf. Ik kijk naar de sleutel in de deur, die nog steeds open staat, en dan weer terug naar het bos.
Ik kijk naar boven en zie mijn oom voor me. "Alles komt goed oom Patrick! Ik weet hoe!" Zeg ik omdat ik misschien net mijn ontsnappingsroute heb gevonden!!! Dit kan mijn hoop waarmaken! Ik moet alleen zien te voorkomen dat Dirk me pakt en ik moet weten wanneer en hoe precies. Maar ik moet het proberen.
Ik loop snel terug voordat iemand doorkrijgt dat ik hier ben. Ik doe de deur weer op slot en leg de sleutel op precies dezelfde manier terug om mijn sporen uit te wissen. Dan loop ik terug naar de deur en doe het licht uit.
Ik ren de gang uit wanneer ik de deur gesloten heb en loop rustiger naar mijn kamer toe.
Zal ik Caleb en Lucas erover vertellen?

Is het gevaarlijker om met zijn drieën te ontsnappen dan in mijn eentje?!

Nee!! Als ik ontsnap en het lukt wil ik wel samen met hun zijn! Ik kan hun hier dan niet achterlaten. Dat wil ik niet.

Ontvoerd. Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu