Hoofdstuk 71

44.7K 1.1K 288
                                    

Als we het huis binnenlopen zitten Karen en Ken op de bank, ze kijken beiden op als we de woonkamer inlopen.

"Harry! Wat is er gebeurd?" Vraagt Ken, geschokt.

"Het gaat prima." Mompelt hij.

"Wat is er met hem gebeurd?" Ken draait zich naar mij.

"Hij heeft gevochten, ik weet niet met wie of waarom." Leg ik uit.

"Ik sta hier en ik zei dat het verdomme prima gaat." Snauwt hij.

"Praat niet zo tegen me!" Zeg ik en zijn ogen worden groot. Ik plaats van terug te schreeuwen pakt hij mijn pols met zijn bloedende hand en trekt me uit de kamer. Ik hoor Ken en Karen praten over Harry's opkomst als we naar boven lopen, nouja, ik word meegesleept door Harry. Als we in zijn kamer zijn, draait hij zich om en houdt mijn beide handen boven mijn hoofd, ik sta met mijn rug tegen de muur en hij stapt naar me toe.

"Doe dat nooit meer." Zegt hij door zijn tanden heen.

"Wat? Laat me los." Zeg ik en hij rolt zijn ogen en laat me los. Hij loopt naar zijn bed en ik blijf dicht bij de deur. Ken en Karen vragen zich waarschijnlijk af waarom Harry hier steeds komt, normaal gesproken komt hij hier nooit.

"Vertel me niet hoe ik moet praten tegen mijn vader. Maak je druk om je eigen relatie met jouw vader voor je je verdiept in de mijne." Het moment dat de woorden uit zijn mond komen, lijkt hij te beseffen wat hij heeft gezegd en hij kijkt me aan als ik naar achteren loop. "Het spijt me.. ik bedoelde het niet zo.. het kwam er gewoon uit." Hij probeert zich te verontschuldigen.

"Het komt er altijd 'gewoon uit' of niet?" Ik kan mijn tranen niet bedwingen. De opmerking over mijn vader ging te ver, zelfs voor Harry.

"Tess, ik.." Begint hij maar hij stopt zichzelf. Wat doe ik hier? Waarom denk ik altijd dat hij gaat stoppen met gemeen doen, en echt met me gaat praten? Omdat ik een idioot ben, daarom.

"Het is oké, echt. Dat is hoe je bent, dat is wat je doet. Je vindt iemands zwakste plek en maakt er gebruik van. Hoelang heb je al gewacht om een opmerking over mijn vader te maken?" Roep ik.

"Verdomme! Nee, ik dacht niet na toen ik het zei. Jij bent niet de ontschuldige hier, jij daagde me uit!" Schreeuwt hij, harder dan ik deed.

"Ik daagde je uit? Ik daagde je uit! Alsjeblieft zeg." Schreeuw ik bijna. Ik weet dat iedereen in het huis ons kan horen, maar deze keer maakt het me niets meer uit.

"Je doet dit altijd! Je maakt altijd ruzie met me! Je gaat op een date met Zayn ik bedoel, verdomme! Denk je dat ik dit leuk vind? Denk je dat ik ervan houd dat je controle over me hebt? Ik haat het hoe je dit altijd doet, dat ik altijd aan je denk! Ik haat je.. echt! Je bent een kleine.." Hij stopt en kijkt naar me. Ik beveel mezelf om terug te kijken, doen alsof hij me net niet compleet gebroken heeft.

"Dit bedoel ik nou!" Hij haalt zijn hand door zijn haar als hij heen en weer loopt door zijn kamer. "Je.. je maakt me gek, echt gek! En dan heb je het lef om me te vragen of ik van je houd? Waarom zou je dat vragen? Omdat ik dat één keer per ongeluk zei? Ik heb je al verteld dat ik het niet meende, dus waarom zou je het opnieuw vragen? Je houdt van afwijzing, of niet? Dat is waarom je steeds om me heen blijft hangen, toch?" Hij schreeuwt naar me en het enige wat ik wil is rennen, wegrennen uit zijn kamer en nooit, nooit meer terugkomen.

"Nee, ik blijf om je heen hangen omdat ik van je hou." Geef ik eindelijk toe. Ik sla mijn hand voor mijn mond, hopend dat ik de woorden terug kan nemen. Hij kan me niet meer pijn doen dan hij al heeft gedaan en ik wil me niet blijven afvragen wat hij zou hebben gezegd als ik dit toegaf. Het is oké dat hij niet van me houdt, ik wist het de hele tijd al.

"Je wat?" Hij lijkt verbijsterd. Hij knippert alsof hij de woorden niet kan verwerken.

"Ga je gang, vertel me nog eens hoe erg je me haat. Vertel me hoe dom ik ben dat ik van iemand houd die me niet uit kan staan." Zeg ik, mijn stem klinkt als die van een vreemde. Ik veeg de tranen van mijn wangen en kijk hem weer aan. "Ik ga maar." Zeg ik.

Als ik de deur open neemt hij een grote stap om het gat tussen ons te vullen. Ik weiger hem aan te kijken als hij zijn hand op mijn schouder legt. "Verdomme, ga niet." Zegt hij, zijn stem vol emotie, maar welke emotie, dat is de vraag.

"Je houdt van me?" Fluistert hij en legt zijn hand onder mijn kin en houdt mijn hoofd omhoog. Ik kijk een andere kant op en knik langzaam, wachtend tot hij me recht in mijn gezicht uit gaat lachen.

"Waarom?" Ik kijk hem aan en hij lijkt.. bang?

"Wat?" Vraag ik zacht.

"Waarom houd je van me.. hoe kan je van me houden?" Zijn stem kraakt en hij staart naar me.

Hij maakt me gek, bozer dan ik ooit was maar toch, toch viel ik voor hem, hard. "Hoe kan je nou niet weten dat ik van je hou?" Vraag ik in plaats van zijn vraag te beantwoorden. Hoe kan hij dat nou niet weten?

"Dat is wat je me had verteld, en daarna ging je uit met Zayn. Je laat me altijd alleen, je liet me hier achter toen ik je smeekte voor nog een kans. Ik vertelde je dat ik van je hield en je wees me af. Heb je enig idee hoe moeilijk dat voor me was?" Zegt hij. Ik kan me vergissen, maar ik zie zijn ogen waterig worden.

"Je nam het terug voor ik kon verwerken wat je zei, je hebt zoveel dingen gedaan om me pijn te doen Harry." Zeg ik en hij knikt.

"Ik weet het.. het spijt me. Laat me het goedmaken? Ik weet da tik je niet verdien, ik mag je dit eigenlijk niet vragen maar alsjeblieft.. geef me een kans. Ik beloof niet dat we geen ruzie gaan maken, of boos op je wordt maar ik beloof dat ik mezelf overgeef, helemaal. Alsjeblieft, laat me proberen te zijn wat je nodig hebt." Hij klinkt zo onzeker.

"Ik wil denken dat dit kan werken maar ik weet niet hoe dat kan, het is al zo'n zooi." Mijn ogen verraden me als mijn tranen vallen. Harry brengt zijn vingers van mijn kin om de tranen weg te vegen.

"Weet je nog toen ik je vroeg van wie ik het meest hou op de hele wereld?" Vraagt hij, zijn lippen een paar centimeter van de mijne.

Ik knik, hoe weet hij dat nog? Het lijkt zo lang geleden en ik wist niet eens dat hij oplette.

"Dat ben jij. Jij bent de persoon op deze hele wereld waar ik het meest van hou." Zijn woorden verrassen me en laten de pijn in mijn hart weggaan.

"Dit is geen deel van je zieke spelletje, of wel?" Vraag ik voor ik hem geloof.

"Nee, Tessa. Ik ben klaar met de spelletjes. Ik wil jou. Ik wil met jou zijn, in een echte relatie. Al moet jij de leiding nemen want ik weet natuurlijk niet wat dat in godsnaam betekent." Lacht hij en ik lach ook.

"Ik heb je lach gemist, ik heb het niet genoeg gehoord. Ik wil degene zijn die je aan het lachen maakt, niet aan het huilen. Ik weet dat het moeilijk is om met me om te gaan maar.." Zegt hij en ik onderbreek hem door mijn lippen op de zijne te drukken. Ik proef het bloed op zijn lippen. Mijn knieën begeven het bijna van de elektriciteit die door mijn lichaam schiet, het lijkt zo lang geleden dat zijn lippen op de mijne waren. Ik hou zoveel van deze verwoeste, egoïstische klootzak dat ik bang ben dat het me kapot maakt. Hij tilt me op en ik sla mijn benen om zijn middel, mijn vingers in zijn haar. Hij kreunt in mijn mond en mijn vingers bewegen door zijn haar. Mijn tong glijd over zijn lip en hij kreunt, ik leun weg.

"Met wie heb je gevochten?" Vraag ik en hij lacht.

"Je vraagt dat nu?"

"Ja, ik wil het weten." Glimlach ik.

"Je hebt altijd te veel vragen, kan ik ze niet later beantwoorden?" Hij steekt zijn onderlip uit.

"Nee, vertel het me."

"Alleen als je belooft dat je blijft." Hij houdt me nog dichter tegen zich aan. "Alsjeblieft?" Smeekt hij.

"Oke." Zeg ik en kus hem opnieuw, ik ben mijn vraag al vergeten.


After (Nederlands/Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu