Proloog

387 21 1
                                    

De hele wereld ging in een waas aan hem voorbij. Verbijsterd schuifelde hij tussen studenten door, achter de enige rugzak aan die hij kende; het enige baken van een beschaving in dit woud van monsters. Hij passeerde diva's, cheerleaders, jongens die de nieuwste Star Wars film bespraken. Een knul op hakken klakte langs hem heen de overvolle gang door, liet hem ongelovig omdraaien.

Gebeurde dit echt? Was dit zeker weten geen product van zijn levendige verbeelding? Hij beet nerveus op zijn lip, bleef stil staan in de stroom kinderen. Een paar Football spelers beukten expres tegen hem op, zochten een excuus hem uit te schelden.

'Kan je niet uitkijken?' De aanvoerder was groot, groter dan hij dacht dat Captain America was.

'Blijf daar niet zo staan, sukkel!' Hij kreeg een duw.

'Er lopen hier mensen, ja!?' De laatste spierbundel van het groepje wierp hem bijna omver wanneer deze passeerde.

Er werd meer naar zijn hoofd geslingerd dan hij op dit moment kon verwerken. Niet-begrijpend knipperde hij met zijn ogen. Wat was er net gebeurd? Hij kon moeilijk bevatten dat hij de behandeling van de gemiddelde scholier had gekregen. Wisten die gozers wel wie hij wa-

'Mr Stark, we kunnen beter doorlopen.' Peter Parker trok aan zijn mouw, wierp een oplettende blik om zich heen. 'Dit is geen geschikte plek om rond te blijven hangen.' De puber pakte zijn hand en trok hem mee, liet hem opgaan in de menigte.

Hij kon zich niet herinneren dat kinderen zo groot waren. Er waren genoeg volwassenen die ver boven hem uittorenden, maar kids? Hij was dit totaal niet gewend. 'P-Peter.' Hij bleef stil staan voor de herentoiletten.

Dit was zijn kans; zijn kans aan de drukte te ontsnappen. De vrijheid was twee passen bij hem vandaan. Het was hooguit anderhalve meter naar de veiligheid; de rust waar hij grote behoefte aan had. 'Hmm?' Hij trok een wenkbrauw op, keek weifelend naar de tiener die verrast naar hem omdraaide.

'O.' Parker liet zijn pols beschaamd los. 'Oké. Ga maar. Ik... eh... Ik wacht hier wel.' De knul sloeg zijn armen ongemakkelijk over elkaar, probeerde zichzelf een houding te geven toen hij zich tegen de muur liet vallen. Afwachtend gebaarde hij naar de deur. 'Het is prima. Neem je tijd.'

Hij keek weg, krabde zijn nek. Opgelaten knikte hij, bevrijdde zich uit het ongemakkelijke moment door de toiletten te betreden.

Er was maar één jongen binnen, en deze was net klaar met het afdrogen van zijn handen. De knul pakte zijn rugzak van de grond en verliet de ruimte in een zwijgende haast.

Hij boog over de wasbakken heen, bekeek zichzelf voor de zoveelste keer vandaag in de spiegel. Zijn huid bij de kin was glad, haarloos. Hij liet zijn handen over zijn wangen glijden, voelde op de plekken waar gisteren nog een baard had gestaan. Hij draaide de kraan open, trakteerde zichzelf op een koude plons water in het gezicht. Zijn wimpers plakten aan elkaar toen hij zijn ogen terug opsloeg en zichzelf opnieuw aanschouwde.

Hij zag er zo opmerkelijk onschuldig uit, en dat verbaasde hem, aangezien er zat illegale dingen door dit hoofd waren uitgespookt. Maar deze keer zou het anders zijn. Hij dacht nu beter na, was in staat problemen op een volwassen manier aan te pakken.

Buiten hoorde hij de vele voetstappen op de gang voorbij komen. Hij had gedacht bevrijding te vinden op het toilet, maar wat hem had begroet, was een andere gevangenis. Deze was weliswaar kleiner en rustiger, maar tegelijkertijd ook een stuk angstaanjagender. Hij kon merken hoe zijn hardslag sneller werd, luider. Hij kon de onregelmatige beat in zijn oren voelen bonken, tegen zijn trommelvliezen, met op de achtergrond het gonzen van zijn bloed.

Opgejaagd slingerde hij zijn vintage rugzak over zijn schouder en stormde het toilet uit, de lege gang op. Zijn hart miste een paar slagen bij het schouwspel dat hij te zien kreeg zodra hij aan de drukkende stilte van de kleine ruimte ontsnapte.

Peter stond met zijn rug tegen de kluisjes. Voor hem stond een andere jongen, zwart haar, goedkope sneakers, lelijk vest. Zijn huid had een gebruinde tint en zijn vuist bevond zich in het gezicht van Parker.

Hij voelde woede opborrelen van diep binnenin hem. Waar haalde deze gozer het lef vandaan Spider-Man een kopje kleiner te maken?

Een nieuwe klap raakte het gezicht van Pete, en hij had het gevoel dat hij iets moest doen. Spidey was zijn leerling, zijn pupil. Hij kon de jongen toch niet aan diens lot overlaten? 'Hey, sukkel! Zoek iemand van je eigen grootte!' Hij stapte naar voren, op de veel sterkere knul af. Voor het eerst sinds hij in deze dolle achtbaan was beland, voelde hij zich op zijn plek. Gevechten uitlokken was iets dat hij blijkbaar nooit zou verleren.

'En wie mag jij dan wel zijn, kleine ukkepuk?' De pestkop draaide zich om, klaarblijkelijk uitgekeken op Parker. Hij vestigde nu al zijn aandacht op hem.

'Tony.' Grauwde hij boos, niet onder de indruk van de dreigende toon van de andere jongen. Hij maakte zich groter dan hij in werkelijkheid was, hopend de ander te intimideren. Maar dit waren niet de jaren tachtig, waarin iedereen voor hem aan de kant ging omdat een meerdere jaars hem altijd rugdekking gaf. James Rhodes was hier niet zijn high school vriend. Peter wel, maar die kon onmogelijk zijn identiteit op het spel zetten door de pestkop ervan langs te geven.

Opeens voelde Tony zich klein, een slappeling. Hij daagde dan wel iemand uit; over de middelen om zichzelf te verdedigen beschikte hij duidelijk niet. En deze knul hier voor hem, wist dat.

Hij zag de vuist niet aankomen, en daarom struikelde hij stomverbaasd naar achteren, hand tegen zijn linkeroog gedrukt. Hij belandde op zijn billen op de koude tegels, midden in de lege gang. Vlak voor hem, ergens achter de pestkop, zag hij Peter geschrokken naar hem kijken.

De grotere jongen boog naar hem toe. 'Leuk je te hebben ontmoet, kid. Ik hoop dat je geniet van je tijd op Midtown High.' Hij klopte hem bovenop het hoofd, en liep lachend de gang uit.

Peter kroop snel naar hem toe, reikte voorzichtig naar zijn gezicht. 'Mr Stark? Bent u in orde, Mr Stark?'

Tony sloeg hem geërgerd weg met zijn vrije hand, andere nog altijd tegen zijn slechte oog gedrukt. Hij wilde niet dat de kid zag wat de pestkop hem had aangedaan. Het was waarschijnlijk niet meer dan een blauw oog, maar Parker was er erg goed in te veel te zoeken achter een verwonding. 'Mister mij nog één keer, meneertje,' Hij wees met een priemende vinger naar de puber. 'en ik verban je een week uit mijn lab!' Hij ging staan, waarbij hij Peters hulp bleef afwijzen. 'Er is niks aan de hand, Parker. Ik ben in orde.' Hij trok met zijn schouders, waardoor de rugzak terug recht kwam te hangen. Met de hand tegen zijn oog gedrukt, walste hij ervantussen, ook al had hij geen flauw benul waar hij en Peter al die tijd al naar op weg waren geweest.

Jap, Tony Stark haatte het om vast te zitten in het lichaam van een puber.

Avengers: Age of Tony | ON HOLDWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu