Peter was in gevaar. Tony kon het voelen. Hij was dan misschien eenentwintig – en ver van verantwoordelijk – maar hij wist dat zijn Petey in gevaar was. En dat feit, dat rommelende geweten van hem, was de exacte reden dat hij momenteel snelwandelde richting de slaapkamer van de knul. Waarom was Avengers Tower zo groot? Waarom was zijn lab zo ver verwijderd van alles?
Hij duwde de deur van Parkers slaapkamer open en bevroor. Het raam stond open, de gordijnen wapperden in de zachte bries. Zijn hart miste een slag terwijl hij ongelovig naar het raam staarde. Pete. Was. Niet. Hier. Hij haalde diep adem. Petewasniethier!
Hij raakte in paniek. De Vulture. Dat monster kon zijn kid ieder moment uit de lucht rukken. Hij rende naar de glaswand die uitkeek op New York. Spider-Man was daar ergens, buiten, alleen. Stark was volledig opgetuigd voordat hij de ramen bereikten. Hij barstten door het glas naar buiten, maakte zich niet druk over de bende die hij ervan maakte. Hij. Moest. Peter. Vinden.
In blinde paniek begon hij boven de stad rond te cirkelen. Waar was de kid? Waar was Spidey als je hem nodig had?
Hij gleed een beetje weg in zijn harnas. Het was niet gemaakt voor zijn eenentwintigjarige-ik. Hij had dit ontworpen voor zijn oudere zelf. Het voelde zo vreemd er niet exact in te passen. Het harnas hoorde op zijn lichaam aan te sluiten als een tweede huid, niet aan te voelen als een metalen huls.
'Fri, zoek naar Parker. We moeten hem redden! We moeten hem redden voordat de Vu-' Hij liet zichzelf opzettelijk naar beneden vallen, bang voor de lucht boven New York. Hij was als de dood voor de wolken die afstaken tegen de helderblauwe hemel. 'Friday! Friday!' Riep hij bang. 'Haal me hier weg! Haal. Me. Hier. Weg! Haalmehierweg!'
Weg. Hij moest weg zien te komen. Zijn borst trok samen, leek kleiner te worden. Zijn longen krompen ineen. Dit kon niet goed zijn. Hij kreeg geen lucht. Hij kwam zuurstof tekort. Blindelings ramde hij met de palm van zijn hand tegen zijn nek. De helm schoot van zijn hoofd en duikelde de diepte onder hem in. Hij keek verwilderd om zich heen; naar boven, links, rechts, beneden.
Er was geen alien te zien. Geen wormgat dat creaturen uitspuugde alsof het de bek van een groot monster was dat moest overgeven.
Hij kalmeerde, rondcirkelend in de lucht. Er was niks aan de hand. Hij was oké, in orde. Beheerst daalde hij af, landde bovenop de Empire State Building en ging zitten. Hij keek uit over de wereldstad, werd gerustgesteld over hoe vredig het eruit zag. Zijn ademhaling werd rustiger, zijn hartslag vertraagde. Hij haalde diep adem, proefde de stadslucht op zijn tong.
Er landde iets roodblauws naast hem, en hij viel LETTERLIJK van het gebouw af van schrik. Halverwege zijn val herpakte hij zichzelf en schoot terug de lucht in. Hij bleef stilhangen voor de onbekende figuur. Er zat een zwart spinnenlogo op de borst van de indringer. Wat was dit? Wat deed het hier, op deze duizelingwekkende hoogte? Zelfs Tony schrok terug van de diepte onder hem, maar de angst voor de grond hielp hem rustig te worden. Het was vreemd, maar in Starks wereld was er een tweede angst nodig om de eerste op te heffen. Diepte kon hij handelen, maar wormgaten, een buitenaards ras en een slechte God waren hem echt teveel.
'Wie ben jij?' Grauwde hij, en zag de vreemdeling zichtbaar ineen duiken. Hij reageerde op de beweging door zijn repulsor op het spinnenlogo te richten, klaar om actie te ondernemen als de verschijning kwaad in de zin had.
'Wie ik ben?' Het belachelijke pak gebaarde naar zichzelf, en Tony was verbaasd over hoe jong het klonk. 'Ik ben Spider-Man!'
De playboy vergrootte de afstand. Wat was dat nu weer voor naam? Het was serieus het stomste wat hij ooit had gehoord, en hij had een hoop stomme dingen gehoord als je bedacht dat hij met een supersoldaat van de tweede wereldoorlog had samengewerkt.
'Peter Parker, je stagiair?' "Spider-Man" klonk een stuk minder zeker van zijn zaak nu.
'Ik doe niet aan stagiairs.' Siste Iron Man. Hij zuchtte verveeld. Zijn hoeveelste "stagiair" was dit nu al deze maand? De zeventiende? Hoeveel kids op deze wereld dachten dat hij zo stom was om daar in te trappen? Hij had moeite te onthouden wat hij had gehad voor ontbijt, oké. Maar hij wist dondersgoed met wie hij samenwerkte en beter nog; met wie niet. Deze clown was zonder twijfel een no. 'Droom verder.' Hij wilde ervandoor gaan, wegschieten richting Malibu. Hij hoorde bij Pep te zijn. De Mandarin kon ieder moment op zijn deur kloppen. Hij had die getikte gozer zijn thuisadres gegeven! Hoeveel tijd dacht hij nog te hebben? Weken? Erg grappig, Tony. Hij schatte dat hij nog zo'n twee dagen had vanaf nu gezien. Hoe was hij überhaupt in New York beland? Hij herinnerde zich een opnamenapparaatje van een vervelende interviewer te hebben kapot gegooid tegen een pilaar en weg te rijden in een auto...
'Woah!' Zijn lichaam schoot ineen alsof hij ging imploderen. Hij kromp in seconden, en werd haast onmiddellijk uitgespuwd door zijn harnas. Met maaiende armpjes ging hij de diepte tegemoet, keek vreemd op bij het horen van zijn hoge piepstem. Wat was er in Godsnaam aan de hand?
Een arm schoot onder zijn lichaam door, ving hem op. Hij werd tegen een rode borst met een zwart spinnenlogo aangetrokken. Grommend probeerde hij zich van de vreemde af te duwen, tot hij zich realiseerde dat hij door de lucht zeilde. Opeens besloot hij dikke maatjes te worden met de vreemdeling, ook al bleef zijn hoofd indringer krijsen tot ver nadat hij door "Spider-Man" Avengers Tower was binnengedragen.
'Jongens, we hebben een probleem.' Spidey trok zijn masker af, en bruine krullen veerden op hun plek. Hij had hem op zijn arm alsof hij amper wat woog, en dat verbaasde Tony. De jongen was niet erg gespierd in zijn ogen, eerder een bonenstaak die tot ver in de wolken reikte, als hij het vanaf de grond moest bepalen – wat ondertussen het geval was.
Stark keek om bij het horen van naderende voetstappen. Hij kon zich niet herinneren dat de andere Avengers zo'n indrukkwekkende verschijningen waren. Had hij ook zo'n invloed op voorbijgangers? Dat leek hem helemaal geweldig!
Hij zwaaide fluitend met zijn armen. Eeeennn... hij deed maar net alsof hij dat niet net had gedacht.
'Guys.' Peter – was het toch? – stapte langs hem heen alsof hij niet bestond. 'Tony weet niet meer wie ik ben!'
JE LEEST
Avengers: Age of Tony | ON HOLD
FanfictionHet was vast geen onnatuurlijke reactie; één van totale paniek toen hij zichzelf die morgen in de spiegel zag. Hij was al achterdochtig toen hij zich zijn bed uit had laten glijden. Het matras was breder dan hij zich kon herinneren, hij moest zijn p...