Terug naar school gaan viel hem zwaar, maar hij wilde iedere kans om meer tijd met Betty door te brengen met beide handen aangrijpen. Hij veronderstelde dat het hem zou helpen van dat lege gevoel af te komen dat zich gisteravond in zijn borst had genesteld, een beetje als een zwart gat dat zich langzaam uitbreidde en daarbij steeds een beetje meer van zijn ziel opslokte.
Tony kon zich niet herinneren ooit eerder het gevoel te hebben ervaren dat hij van Betty kreeg, en het was niet verdwenen door haar afwijzing. Hetzelfde warme gevoel verspreidde zich door zijn borst als ze lachte om zijn suffe grappen tijdens de scheikunde les. Het werd nu alleen vergezeld door een knagend tweede gevoel, iets dat de wereld om hem heen steeds net een beetje grauwer maakte dan voorheen.
Hij stelde haar voor aan zijn andere drie vrienden, de vrienden die hij van de Avengers had toegewezen gekregen. Hij was meer geneigd ze te geloven na de verhalen die Betty hem had verteld over Iron Man en de Tony Stark van nu. De stapel kranten die hij uit prullenbakken in het park had gevist, had haar verhaal bevestigd. Artikel na artikel had gesproken over Tony Stark, over hoe de billionaire vermist was. Het had allemaal bewijs geleverd voor wat hem steeds verteld werd.
Maar desondanks bleef hij enig wantrouwen behouden jegens de pubers. Hij had teveel meegemaakt om al zijn argwaan zomaar van de tafel te vegen, hoezeer hij ook wilde dat hij ze kon vertrouwen.
Hij was moe van alles, afgemat. School vergde het uiterste van hem. Het zou hem eigenlijk geen moeite moeten kosten, maar alle zorgen die constant door zijn hoofd zweefden, hem treiterden als hij zich aan een normaal slaapritme probeerde te houden – waarvan hij van tevoren al vrij zeker was geweest dat het tevergeefs zou zijn – maakten dat hij weinig ruimte overhield om zich op zijn schoolwerk te concentreren.
'Tony? Tony?' Iemand tikte hem zachtjes tegen de schouder. De playboy keek verschrikt om.
Steve Rogers hing over hem heen gebogen. 'We zijn er.' Fluisterde de man geduldig, iets van zenuwen aanwezig in zijn stem.
De jonge Stark schoof de kleine auto van de man uit. Hij wist niet wat ze deden bij een begraafplaats. Bucky Barnes en de nep-Captain hadden hem zonder enige uitleg vooraf meegenomen. Een uitje, hadden ze het genoemd. Ze waren erg vaag geweest, hadden omstreden gezegd dat er iets was dat hij moest zien.
Wat viel er te zien op een begraafplaats? Hij gooide het portier achter hem dicht. Steve en Bucky stonden op hem te wachten bij de majestueuze poort die de toegang vormde tot het kerkhof.
Kiezels knerpten zachtjes onder zijn schoenzolen terwijl hij achter de twee volwassenen aanslenterden. Zijn ogen dwaalden over de grafstenen. Hij herinnerde hier ooit eerder geweest te zijn, vele jaren geleden. Het was toen veel leger geweest, veel leger. Samen met zijn moeder had hij het graf van Howards ouders bezocht. Ze had hem op hun namen gewezen, en daarna op de ruimte ernaast waar zij en Howard ooit zouden worden begraven. Hij had onwetend geglimlacht en opgemerkt dat die ruimte nergens van nodig was. Hij zou de beste dokter van de wereld worden en ervoor zorgen dat Maria voor eeuwig zou kunnen leven.
Oh, wat had hij het mis, en hij realiseerde zich dit zodra de twee Avengers halthielden bij een grote, sierlijke grafsteen. Tony herkende het graf ernaast, en hij begon te rennen, bang voor wat hij zou aantreffen, maar oh zo nieuwsgierig naar waar al deze vaagheid om draaide.
'NEE!' Zijn kreet galmde over de begraafplaats. Hij viel op zijn knieën, legde zijn bevende handen op het graf. 'Nee!' Hij boog zijn hoofd, wilde niet lezen wat de rechtopstaande steen aan het andere einde van het graf te zeggen had. Zijn hele lichaam schokte hevig. Hij had in zijn haast de namen maar half gelezen, maar de locatie van het graf had hem alles verteld wat hij nog niet had geweten.
Hij droogde zijn tranen voor een kort moment. Hij moest weten wat er boven het graf van zijn moeder stond. Toen zag hij dat zijn vader er ook lag, hun overlijdensdatums overeen kwamen, en hij begon nog harder te jammeren.
Iets verderop, op een respectvolle afstand, stonden de twee Avengers hem zwijgend gade te slaan.
De jongen was in tweestrijd. Hij voelde zoveel vreugde voor de dood van zijn vader, schaamde zich dat zoiets hem opluchtte. Maar het verscheurde hem dat zijn moeder er niet meer was, dat Maria Stark er niet meer was om bij in de armen te vallen na een moeilijke week, te kunnen luisteren naar haar vriendelijke Italiaanse woorden die klonken als een vredig gezang. Hij was zo ongelofelijk blij af te zijn van de mishandelingen van zijn vader; de afkeurende woorden en de zware straffen over de meest onschuldige dingen. En hij was er absoluut kapot van dat zijn moeder hem zo vroeg was ontnomen, dat ze niet de vrijheid had kunnen beleven die hij haar in zware tijden zo vaak had beloofd.
Aan de andere kant was hij vooral dankbaar, dankbaar dat ze niet langer in angst hoefde te leven, bang voor het misbruik dat Howard van haar had gemaakt sinds de vermissing van Captain America. Hij was dankbaar dat hij bevrijd was van de tirannie van zijn vader, de onverantwoorde boosheid en de vele avonden van angst omdat zijn vader te zat was om nog te kunnen lopen zonder hulp.
Hij was zo dankbaar dat zijn tranen van verdriet al snel veranderden in die van vreugde, en hij kreeg het niet voor elkaar te stoppen met huilen. Glimlachend keek hij op naar de grafsteen. Hij miste zijn moeder nu al, zoals ieder kind zijn moeder miste zodra ze er niet meer voor hem was. Maar hij slikte de rouw weg – zoals hij geleerd had te doen met al zijn tranen – legde zijn handen plat op de grafsteen en sprak zachtjes tegen zijn moeder in het sierlijke Italiaans. Hij bedankte de sterren en de hemel en de aarde, hij bedankte een God waar hij nooit in had geloofd maar vaak genoeg over had gehoord van zijn moeder, hij bedankte het lot en het universum en de planten en de dieren; hij bedankte alles wat hij het bedanken waard achtte en stond toen langzaam op.
Een laatste blik op het graf, de belofte dat hij ieder jaar zou terugkeren, niet voor Howard of diens ouders die hij nooit had gekend – maar gruwelijk vond aangezien ze een man als Howard Stark hadden grootgebracht – maar voor zijn moeder omdat ze alle liefde van de wereld verdiende, ook al had iedereen alleen haat voor haar overgehad gedurende haar leven.
Steve en Bucky leken oprecht verbaasd dat hij het zo gauw had weten af te ronden. Ze keken alsof ze hadden verwacht dat hij in woede zou uitbarsten en hun de schuld zou geven van de dood van zijn ouders. Tony snapte het niet. Waarom zou hij boos op ze worden?
'Er is nog iets dat je moet weten.' Begon Rogers voorzichtig, ogen groot van een angst voor iets dat alleen hij kon zien. Hij knikte naar zijn vriend. 'Toe maar, Buck. Het is het beste als je het zelf verteld. Ik ben niet van plan dit nog een keer te verpesten.'
Barnes wrong zich in de handen. Zijn ogen schoten nerveus alle kanten op, richtten zich nooit op de jonge uitvinder. Uiteindelijk vond hij de moed de knul aan te kijken. 'I-Ik...' Stamelde hij zachtjes. 'Ik heb ze vermoord.'
Hij wilde het toelichten, maar de playboy stak zijn hand op. Hij schudde zijn hoofd, een zweem van een glimlach spelend rond zijn lippen.
Zijn eerste reactie was pure woede geweest, maar Tony was er zo aan gewend zijn emoties in bedwang te houden dat er niet eens een glimp in zijn ogen te zien was van de innerlijke strijd die hij voerde. 'Dank je.' Besloot hij, dwong hij zichzelf te zeggen. 'Dankjewel.' Want zijn vreugde was groter geweest dan zijn verdriet, dus het zou alleen maar eerlijk zijn de woede jegens de moordenaar van zijn ouders te bedwingen en hem te bedanken voor dit simpele antwoord op al zijn jeugddrama.
'Dankjewel, Barnes.' En hij begon te lopen, terug naar de auto, niet van plan zichzelf verder te verduidelijken.
En onderweg groeide het lege gevoel in zijn borst een beetje.
JE LEEST
Avengers: Age of Tony | ON HOLD
FanficHet was vast geen onnatuurlijke reactie; één van totale paniek toen hij zichzelf die morgen in de spiegel zag. Hij was al achterdochtig toen hij zich zijn bed uit had laten glijden. Het matras was breder dan hij zich kon herinneren, hij moest zijn p...